36
NL
7 / STORINGEN DIE OP KUNNEN TREDEN
Tip :
Tijdens het gebruik van de droogtrommel kunnen enkele incidenten optreden, hier volgen
de punten die u in dat geval moet nagaan.
Storingen Controleren of :
De droogtrommel wil niet starten
- de stekker wel in de contactdoos is gestoken
- de toets aan uit is ingedrukt
- het laadvenster goed is gesloten
De droogtijden zijn veel te lang
- de filter in de trommel vol pluis zit
- het wasgoed wel goed is gecentrifugeerd (min. 500
t/min zij het dat wasgoed gecentrifugeerd met 850
t/min minder lang in de droogtrommel hoeft)
- de temperatuur in het vertrek niet te hoog is, vooral
als het vertrek klein is : zonodig de deur of een raam
openzetten
- er niet te veel kniestukken zitten in de afvoerkoker
- het gekozen droogprogramma overeenkomt met het
soort wasgoed dat u in de trommel hebt gedaan.
Het wasgoed is te vochtig
- de filter in de trommel vol pluis zit
- u de juiste type droogcyclus hebt gekozen (te laag)
stel een hoger programma in of voer de droogtijd op
Het wasgoed is te droog en
gekreukeld
- de gekozen droogtijd niet te lang is : het is beter een
te korte dan een te lange droogtijd in te stellen, als
het wasgoed te droog is, is het lastig te strijken
Het wasgoed is niet gelijkmatig
droog
- de lading wasgoed niet is samengesteld uit textielwa-
ren van te verschillende aard (bv. Laken met spijker-
broek)
- het wasgoed wel goed “uitgevouwen” in de trommel is
gedaan
- de trommel niet overbelast is
De stukken wasgoed van synthe-
tisch materiaal zitten vol statische
elektriciteit
- het wasgoed niet te droog is
- gebruik wasverzachter tijdens het wassen, dit product
maakt het mogelijk problemen mbt statische elektrici-
teit te beperken.