5
6
en:
kiezen. Het nieuwe programma begint van voor
a
a
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
ʋ
a
a
ÿ
a
~
~
ʋ
ʋ
ʋ
Individuele instellingen
ʑ
Extra functies a ook Programma-overzicht, Blz. 7.
Spoelstop het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen.
lager centrifugetoerental (waarden afhankelijk van het model).
ʑ
Start
Voor het starten van het programma.
Belangrijke instructies
Wasgoed en machine voorzichtig behandelen
– Zakken legen.
– Let op metalen delen (paperclips etc.).
– Gevoelig textiel in net/zak wassen (panty's, gordijnen, beugelbh's).
– Ritsen sluiten, slopen dichtknopen.
– Zand uit zakken en zomen borstelen.
– Gordijnringetjes verwijderen of in net/zak doen.
Verschillend vervuild wasgoed
Nieuw wasgoed apart wassen.
licht Niet voorwassen.
Vlekken eventueel voorbehandelen. Witte was/bonte was 60 °C
Intensief Vlekken kiezen.
sterk Minder wasgoed in de machine doen. Witte was/bonte was 60 °C
+ Voorwas kiezen.
Stijven Wasgoed moet niet met wasverzachter zijn behandeld.
Stijven in alle wasprogramma's met vloeibaar stijfsel mogelijk. Stijfsel volgens aanwijzingen
van de producent in het wasverzachtercompartiment ~ (eventueel eerst reinigen) doseren.
Kleuren / ontkleuren
Verven alleen in die mate die gebruikelijk is voor huishoudens. Zout kan RVS aantasten!
Instructies van de verfproducent opvolgen! Wasgoed niet in de wasautomaat ontkleuren!
ä
a