nl
21
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater
kunnen de sproeiopeningen en de lagers
van de sproeiarmen 1: en 1J
blokkeren.
– Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping controleren.
– Bovenste sproeiarm 1: eraf
schroeven.
– De onderste sproeiarm 1J naar
boven eraf trekken.
– Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
– Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
De ervaring leert dat veel storingen die in
het dagelijks gebruik optreden, door u zelf
verholpen kunnen worden. Hiermee
bespaart u natuurlijk kosten en bent u er
zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende
overzicht vindt u eventuele oorzaken van
de storingen en nuttige aanwijzingen om
deze te verhelpen.
Aanwijzing
Mocht het apparaat tijdens het afwassen
om onbekende redenen stil blijven staan
of niet starten, dan dient u eerst de functie
Programma afbreken (reset) uit te voeren.
(zie hoofdstuk Afwassen)
ã=Waarschuwing
Als op de cijferindicatie 8
een foutcode (“:‹‚ tot “:„‹), moet altijd
eerst de stekker van het apparaat uit het
stopcontact getrokken resp. de zekering
uitgeschakeld worden en de kraan worden
dichtgedraaid.
Bepaalde storingen (zie de volgende
beschrijving van storingen) kunt u zelf
verhelpen; bij alle andere storingen a.u.b.
de Servicedienst inschakelen en
de aangegeven storing “:XX aangeven.
ã=Waarschuwing
Denk eraan: reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Mocht het uitwisselen
van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er
dan op dat alleen originele onderdelen
gebruikt worden. Ondeskundige reparatie
of gebruik van niet-originele onderdelen
kan aanzienlijke schade en gevaar voor
de gebruiker opleveren.