nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
12
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen
van het apparaat zout bijvullen. Hiermee
bereikt u dat de overgelopen
zoutoplossing onmiddellijk wordt
uitgespoeld en corrosie aan
het spoelreservoir wordt voorkomen.
1. De schroefdop van het
voorraadreservoir 1b eraf draaien.
2. Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
3. Hierna onthardingszout bijvullen
(geen keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
Men dient speciaal zout bij te vullen
zodra de zoutbijvulindicatie H op het
bedieningspaneel brandt, of wanneer dit
wordt aangegeven in het
indicatievenster )2.
* afhankelijk van het model
Gebruik
van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Reinigingsproducte metzoutcomponente
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke,
3,7mmol/l) geen onthardingszout
gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen
Ontharding uitschakelen
Wanneer bij gebruik van
gecombineerde reinigingsmiddelen met
zoutcomponenten een storing optreedt
in de zoutbijvulindicatie H op het
bedieningspaneel of in de tekst in het
indicatievenster )2 (Zoutvoorraad
voldoende voor x spoelbeurten), dan
kunnen de indicaties uitgeschakeld
worden.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen”
is beschreven en de waarde
op •:‹‹ zetten.
Hiermee zijn
de onthardingsinstallatie en
de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
ã Attentie
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel
vullen. Hierdoor gaat
de onthardingsinstallatie kapot.