nl
6
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de
afwasautomaat zacht water, d.w.z. water
met weinig kalk nodig. Anders zetten zich
witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge
hardheidsgraad moet voor gebruik in de
afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt
worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout
in de wateronthardingsinstallatie van de
afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de
hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water
bij het waterleidingbedrijf of bij de
Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
Tabel voor de waterhardheid
Deur sluiten.
Programmatoets B ingedrukt houden
en de hoofdschakelaar
net zolang
indrukken tot de cijferindicatie brandt.
Hierna de toetsen loslaten.
De indicatie van toets
B knippert en
op de cijferindicatie brandt de door de
fabriek ingestelde waarde
.
Om de instelling te wijzigen:
programmatoets
B indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de
instelwaarde met één stand verhoogd;
als stand is bereikt, dan springt de
indicatie weer op
.
Hoofdschakelaar