nl
60
Inschakelen van het
apparaat
Afb. 2
Het apparaat met de insteltoets 1
inschakelen.
De temperatuurindicatie 2, geeft
de ingestelde temperatuur aan.
Het apparaat begint te koelen, de
verlichting is ingeschakeld wanneer de
deur open is.
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd geen
levensmiddelen in het apparaat leggen.
Aanwijzingen bij het gebruik
■ Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een laagje
rijp op de achterwand van de
koelruimte. U hoeft de
dooiwaterdruppels niet af te wissen of
de rijp af te schrapen. De achterwand
wordt automatisch ontdooid. Het
dooiwater loopt via het afvoergootje
naar de koelmachine, waar
het verdampt.
■ Bij een hoge luchtvochtigheid kan zich
condenswater vormen in de
koelruimte, vooral op glazen
legplateaus. Als dit het geval is, dient
u de levensmiddelen verpakt te
bewaren en een lagere
koelruimtetemperatuur te kiezen.
Instellen van de
temperatuur
Koelruimte
Afb. 2
Temperatuur-insteltoets 4 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen.
De ingestelde temperatuur wordt op
indicatie 2 aangegeven.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. ,