nl
96
■ Wanneer de deur van de
diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot de
onderdruk is verdwenen.
Instellen van
de temperatuur
Afb. 2
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar van +2 °C
tot +8 °C.
1. Keuzetoets 1 net zo lang indrukken tot
de indicatie koelruimte 2 geactiveerd
is.
2. Toetsen „+/–” 8 net zo vaak indrukken
tot de gewenste temperatuur wordt
aangegeven.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
Diepvriesruimte
De temperatuur is instelbaar van -16 °C
tot -26 °C.
1. Keuzetoets 1 net zo lang indrukken tot
de indicatie diepvriesruimte 3
geactiveerd is.
2. Toetsen „+/–” 8 net zo vaak indrukken
tot de gewenste temperatuur wordt
aangegeven.
Speciale functies
Afb. 2
„timer”
Met deze functie kunt u een tijdverloop
van 1–99 minuten instellen. U wordt met
een signaal eraan herinnerd dat bijv.
levensmiddelen na een bepaalde tijd uit
het vak gehaald moeten worden.
In de fabriek is tevoren een waarde van
20 minuten ingesteld.
ã=Attentie
Flessen met dranken kunnen springen
als ze langer dan 20 minuten in
de diepvriesruimte worden opgeslagen.
Functie inschakelen
1. Toets „timer” 4 indrukken.
2. Met de toetsen „+/–” 8 de gewenste
tijd instellen.
Functie uitschakelen
Toets timer 4 binnen 3 seconden twee
keer indrukken.
„eco”
Met de functie „eco” schakelt u het
apparaat op energiebesparend gebruik
om.
Het apparaat stelt automatisch
de volgende temperaturen in:
■ Koelruimte: + 6 °C
■ Diepvriesruimte: –16 °C