nl
95
Inschakelen van
het apparaat
Het apparaat met de insteltoets 1/11
inschakelen.
Er is een alarmsignaal te horen. Op
de temperatuurindicatie 3 knippert „AL”.
Druk de alarmtoets 2/5 in.
Het alarmsignaal wordt uitgeschakeld.
De warmste temperatuur wordt korte tijd
weergegeven.
De fabriek adviseert de volgende
temperaturen:
■ Koelruimte: +4 °C
■ Diepvriesruimte: –18 °C
Aanwijzingen bij het gebruik
■ Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
■ Door het volledig automatische
No Frost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
■ De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
4 Toets „timer” 0
Met deze functie kunnen dranken
in de diepvriesruimte snel en
veilig gekoeld worden.
Na het indrukken van de toets is
automatisch na 20 minuten een
alarmsignaal te horen. De
dranken zijn nu gekoeld.
Indicatie 3 geeft de resterende
tijd aan. Na het indrukken van de
toets „alarm” wordt het
alarmsignaal uitgeschakeld.
Om de vooraf ingestelde tijd van
20 minuten te verkorten: toets
„timer” indrukken en met de
insteltoets 8 de gewenste tijd
instellen.
Om het snelkoelproces af te
breken moet de toets „timer”
binnen 3 seconden twee keer
worden ingedrukt.
5 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
6 Indicatie Speciale functies
Zie hoofdstuk „Speciale functies”.
7 Toets „mode”
Om speciale functies te kiezen.
Zie hoofdstuk „Speciale functies”.
8 Insteltoetsen
Met de toetsen „+” en „–” kunt
u de temperatuur van de koel-
en vriesruimte instellen.
Bovendien kunnen de speciale
functies worden in-
en uitgeschakeld.
9 „super” Toets
Om de functies
superkoelen (koelruimte) of
supervriezen (diepvriesruimte)
in te schakelen.
Zie hoofdstuk „Superkoelen” of
„Supervriezen”.