nl
Inschakelen en
temperatuurkeuze
Maak voordat u het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt de binnenkant
schoon (zie „schoonmaken”).
Inschakelen
Temperatuurkiezer (afb. E) uit de
„O”-stand draaien.
Het apparaat begint te koelen.
Attentie:
Als de deur van de vriesruimte na het
sluiten niet meteen weer geopend kan
worden:
twee à drie minuten wachten tot de
ontstane onderdruk is opgeheven.
Instellen van de
temperatuur
Met de temperatuurkiezer (afb. E) wordt
zowel in de koelruimte als in de
vriesruimte de temperatuur ingesteld.
Hoe hoger het cijfer, des te lager de
temperatuur in beide ruimten.
Op stand „O” is het koelsysteem
uitgeschakeld, vanaf „1” neemt de
koeling toe.
Wij adviseren een gemiddelde
instelling (ca. „2-3”).
Voor invriezen temperatuurkiezer op „3”
draaien (zie ook levensmiddelen
invriezen).
Attentie bij het bewaren
van diepvriesgoederen
Indien de temperatuur in de voor het
apparaat bestemde ruimte daalt tot
minder dan +18ºC is het nodig de
vriesschakelaar in werking te stellen: de
rode markering wordt zichtbaar
(Figuur E/22).
Wanneer deze handeling wordt verricht,
zal het licht binnenin op verminderde
kracht blijven branden. Op deze wijze
wordt in de vriesruimte de noodzakelijke
temperatuur in stand gehouden voor
langdurig bewaren.
Uitschakelen en
buiten werking stellen
Uitschakelen
Temperatuurkiezer (afb E) op „O”
draaien. In het hele apparaat is de
koeling nu uitgeschakeld.
Buiten werking stellen
Wordt het apparaat langere tijd niet
gebruikt: stekker uit het stopcontact
trekken, apparaat laten ontdooien en
schoonmaken.Deuren open laten staan.
Levensmiddelen
inruimen
Verandering van het
interieur
De draagroosters in de koelruimte
kunnen verzet worden. Hiervoor de
roosters naar voren trekken, ietsje laten
zakken, en ze op de gewenste plaats er
weer inzetten. Afb R.
Voor het bewaren van flessen kan het
draagrooster schuin worden geplaatst.
De vakken van de binnendeur kunnen
voor het reinigen eruit worden gehaald.
Afb Y.