96
Ovenfuncties
Ontdooistand —————————— k
Zonder temperatuur.
Alleen voor kwetsbaar gebak
(bijv. slagroomtaarten).
Boven- en onderwarmte —————
t
M.b.v. de boven en onderaan
aangebrachte verwarmingselementen
wordt de warmte opgewekt en door
straling op het bak- en braadgoed
overgebracht.
–Vooral geschikt voor het braden en
bakken op één inschuifhoogte voor
gevoelig gebak en magere stukken
vlees, ook voor brood.
– Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 1of 2.
– Nadere informaties zie bak- een
braadtabellen.
Het hete-lucht systeem ——————
‰
Een ventilador in de achterwand van de
oven doet de hete lucht in de bakoven
circuleren, waardoor een bijzonder goede
warmte-overbrenging naar bak- of
braadgoed wordt verkregen.
–Vooral geschikt voor het ontdooien en
voor het bakken op verschillende
inschuifhoogten gelijktijdig.
– Ideaal voor bepaalde gebakken, zoals
pizza, gevlochten brood met gist of
roomsoezen.
– Inschuifhoogte 2 niet gebruiken, om de
luchtcirculatie niet te belemmeren
Het circulatie-grillen ——————— ˆ
De kombinatie van vlakgrill en ventilador.
–Vooral geschikt voor het grillen van vette
stukken vlees en gevogelte.
– Circulatie-grillen met gesloten
bakovendeur (energie besparend).
– Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 1 of 2.
– Nadere informatie zie bak- en
braadtabellen.
De vlakgrill ———————————
x
De warmte wordt d.m.v.
verwarmingselementen opgewekt en door
straling naar het grillgoed overgebracht.
–Vooral geschikt voor platte grillades,
zoals koteletten, steaks of toostjes.
– Grillen met gesloten bakovendeur
(energie besparend).
– Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 2 of 3.
– Nadere informaties zie tabel „Grillen”.