7
Verwarmingscontrole
De opwarmcontrole geeft de temperatuurverhoging in de
binnenruimte weer. Wanneer alle balken vol zijn, is het optimale
tijdstip bereikt om het gerecht in te schuiven.
Bij de grillstand of de magnetron verschijnen de balken niet.
Tijdens het opwarmen kunt u met de toets
° de actuele
opwarmtemperatuur opvragen. Door de thermische traagheid
kan de weergegeven temperatuur een beetje anders zijn dan
de werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Restwarmte
Na uitschakeling geeft de temperatuurcontrole de restwarmte in
de binnenruimte weer. Is de laatste balk gevuld, dan is de
maximale temperatuur van de binnenruimte bereikt. De
weergave verdwijnt wanneer de temperatuur tot ca. 60 °C
gedaald is.
Binnenruimte
Uw apparaat heeft een koelventilator.
Koelventilator
De koelventilator wordt zonodig in- en uitgeschakeld. De warme
lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Aanwijzingen
■ Na gebruik loopt de koelventilator een bepaalde tijd lang na.
■ Bij gebruik van de magnetron wordt het apparaat niet warm.
Toch wordt de koelventilator ingeschakeld. Hij kan ook
doorlopen wanneer de magnetronfunctie beëindigd is.
■ Bij het deurvenster, de binnenwanden en op de bodem kan
condenswater optreden. Dit is normaal, de werking van de
magnetron wordt hierdoor niet gehinderd. Veeg het
condenswater na de bereiding weg.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Wanneer u de ovendeur opent, gaat de ovenlamp in de
binnenruimte aan.
Met de toets
B kunt u de lamp uit- en inschakelen.
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
Toebehoren plaatsen
U kunt de toebehoren op 3 verschillende hoogtes in de
binnenruimte plaatsen.
Aanwijzingen
■ De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar buiten
worden getrokken, zonder dat ze omkiepen. Zo kunnen de
gerechten er gemakkelijk uit worden genomen.
■ Zorg ervoor dat het rooster en de braadslede met de welving
naar achteren in de binnenruimte worden geplaatst.
■ Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze vervormen.
Zodra ze weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming en de
werking wordt hierdoor niet beïnvloed.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HEZnummer op.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in
speciaalzaken. Een omvangrijk aanbod voor uw oven vindt u in
onze prospectussen of op het internet. De beschikbaarheid van
extra toebehoren en de mogelijkheid om deze online te
bestellen is per land verschillend. Zie de verkoopdocumentatie.
Rooster
Voor servies, taartvormen, braad- en
grillstukken.
Aanwijzingen
■ Het rooster met de welving naar
achteren in de binnenruimte
schuiven.
■ Het rooster met de open kant
naar de deur van de binnenruimte
en de welving naar beneden
¾
inschuiven.
Braadslede HEZ862000
Voor grote braadstukken, droog en
vochtig gebak, ovenschotels en
gegratineerde gerechten. Hij dient
ook als bescherming tegen spet-
ters, wanneer u vlees direct grilt op
het rooster. Plaats hierbij ook de
braadslede op hoogte 1.
Aanwijzingen
■ De braadslede met de welving
naar achteren in de binnenruimte
schuiven.
■ Schuif de braadslede met de
schuine kant naar de deur van de
binnenruimte in de oven.