8
Ongeschikte vormen
Vormen van metaal zijn niet geschikt. Metaal laat geen
microgolven door. In gesloten metalen voorwerpen blijven de
gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metaal - bijv. een lepel in het glas
dient zich op minstens 2 cm van de ovenwanden en de
binnenzijde van de deur te bevinden. Door vonken kan het glas
aan de binnenkant van de deur worden vernietigd.
Vormtest
De magnetron nooit inschakelen als er geen levensmiddelen in
zitten. De enige uitzondering hierop is de volgende vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor de
magnetron, doet u deze test:
1.Plaats de lege vorm ½ tot 1 minuut bij maximaal vermogen in
het apparaat.
2.Controleer tussentijds de temperatuur.
De vorm moet goed koud of handwarm zijn.
Als hij heet wordt of als er vonken ontstaan, is hij niet geschikt.
Magnetronvermogens
Met de toetsen stelt u het gewenste magnetronvermogen in.
Aanwijzingen
■ Wanneer u op een toets drukt, is het gekozen vermogen
verlicht.
■ Het magnetronvermogen 900 watt kunt u voor maximaal
30 minuten instellen. Bij alle andere vermogens is een
tijdsduur tot 1 uur en 30 minuten mogelijk.
Magnetron instellen
Voorbeeld: magnetronvermogen 600W, tijdsduur 17 minuten.
1.De functiekeuzeknop op
ß zetten.
2.De toets voor het gewenste magnetronvermogen indrukken.
Het vermogen 600 W is verlicht en er wordt een voorgestelde
tijdsduur weergegeven.
3.Met de toets
@ of A de tijdsduur instellen.
4.De toets
n indrukken.
De werking start. U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De magnetronfunctie is beëindigd. De
functiekeuzeknop op de nulstand draaien. U kunt het
geluidssignaal voortijdig met de toets
0 wissen.
Ovendeur tussentijds openen
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur de
toets
n kort indrukken. De werking wordt voortgezet.
Tijdsduur veranderen
Dit is altijd mogelijk. Met de toets
@ of A de tijdsduur
veranderen.
Magnetronvermogen veranderen
De toets voor het nieuwe magnetronvermogen indrukken. Met
de toets
@ of A de tijdsduur instellen en weer starten.
Werking onderbreken
Op de toets
n drukken, de werking wordt onderbroken. De
toets
n indrukken, de werking wordt voortgezet.
Werking afbreken
De toets
n ca. 4 seconden lang ingedrukt houden en de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Aanwijzingen
■ Wanneer u de functiekeuzeknop op ß zet, wordt als voorstel
altijd het hoogste magnetronvermogen verlicht.
■ Wanneer u de deur van het apparaat tussentijds opent, kan
de ventilator verder lopen.
Magnetron in combinatie met de oven
Gebruik de magnetron gelijktijdig met een functie van de oven.
De gerechten worden net als in de oven knapperig en bruin,
maar het gaat sneller.
U kunt alle standen van de magnetron tot 600 W combineren
met de functies van de oven.
Houd u aan de aanwijzingen over de vormen in het hoofdstuk:
magnetron.
CombiSpeed instellen
Voorbeeld: magnetron 360 W, 17 minuten en hete lucht 3
190°C.
1.Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode en de
temperatuurkeuzeknop de temperatuur instellen.
2.De toets voor het gewenste magnetronvermogen indrukken.
Er verschijnt een voorgestelde tijdsduur.
3.Met de toets
@ of A de tijdsduur instellen.
4.De toets
n indrukken.
De bereiding start. De tijdsduur loopt zichtbaar af.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. Combi is geëindigd. U kunt het
geluidssignaal voortijdig met de toets
0 wissen.
Ovendeur tussentijds openen
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur de
toets
n kort indrukken. De werking wordt voortgezet.
Werking onderbreken
De toets
n kort indrukken. De oven bevindt zich in de
pauzetoestand. Opnieuw op
n drukken, de werking wordt
voortgezet.
Tijdsduur veranderen
Dit is altijd mogelijk. Met de toets
@ of A de tijdsduur
veranderen.
Magnetronvermogen veranderen
De toets voor het nieuwe magnetronvermogen indrukken. Met
de toets
@ of A de tijdsduur instellen en weer starten.
Werking afbreken
De toets
n ca. 4 seconden lang ingedrukt houden en de
functiekeuzeknop naar de nulstand terugdraaien.
90 W voor het ontdooien van gevoelige gerechten.
180 W voor het ontdooien en doorgaren
360 W voor het garen van vlees en het opwarmen van
gevoelige gerechten.
600 W voor het verwarmen en garen van gerechten
900 W voor het verwarmen van vloeistoffen