50
Voor de montage
Bij gebruik met luchtafvoer moet een
terugslagklep worden ingebouwd, indien
deze niet in de luchtafvoerpijp of muurkast
aanwezig is.
Wanneer bij het apparaat geen terugslag-
klep is gevoegd, kan deze worden
verkregen in de vakhandel (zie speciaal
toebehoren in de gebruiksaanwijzing).
Monteren van de terugslagklep:
1. Het afschermrooster uit de
luchtafvoeropening knippen.
2. De terugslagklep aanbrengen in de
opening van de luchtafvoer.
Wanneer de afvoerlucht door de buiten-
muur wordt geleid, dient een telescoop-
muurkast te worden gebruikt.
Voor een optimaal vermogen van de
afzuigkap:
❑
Korte, gladde afvoerpijp.
❑
Zo weinig mogelijk pijpbochten.
❑
Zo groot mogelijke pijpdiameter
(optimaal l 120 mm ) en grote
pijpbochten.
Gebruik van lange, ruwe luchtafvoer-
buizen, veel buisbochten of kleine
buisdiameters vermindert de
afzuigcapaciteit en veroorzaakt
bovendien hardere geluiden.
❑
Ronde buizen.
Wij raden
binnendiameters van minstens 120 mm
aan.
❑
Niet-ronde kanalen moeten een bin-
nendiameter hebben die gelijkwaardig is
aan die van ronde buizen met een
inwendige diameter van 100 of 120 mm.
Ze dienen geen scherpe bochten te
hebben.
l 100 mm ca. 078 cm
2
l 120 mm ca. 113 cm
2
Bij afwijkende buisdiameters:
❑
Afdichtstrip inzetten.
❑
Bij gebruik met luchtafvoer
altijd zorgen voor voldoende toevoer van
lucht.
Luchtafvoer naar boven:
❑
Daarvoor opening maken in het plafond
van de bovenkast met uitsparing voor
elektrische aansluitkabel.
– Sjabloon
O
I is meegeleverd –.