714385
6
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/36
Next page
NL
PG11UMNL-001
www.bora.com
Bedienings- en montagehandleiding PG11
Gaskookveld van glaskeramiek met 2 kookzones
1037285
Bedienings- en montagehandleiding: Origineel Vertaling
Fabrikant
BORA Lüftungstechnik GmbH
Rosenheimer Str. 33
83064 Raubling
Duitsland
Contactgegevens
T +49 (0) 8035 / 907-240
F +49 (0) 8035 / 907-249
info@bora.com
www.bora.com
Dit document verspreiden of vermenigvuldigen of de inhoud ervan gebruiken of communiceren is niet toegestaan
behoudens uitdrukkelijke goedkeuring.
© BORA Lüftungstechnik GmbH, 2016
Alle rechten voorbehouden.
NL
3
www.bora.com
9 Storingen verhelpen 30
10 Buitenbedrijfstelling, demontage
en afdanking 31
10.1 Buitenbedrijfstelling .......................................... 31
10.2 Demontage ........................................................ 31
10.3 Milieuvriendelijke afdanking .............................. 31
11 Garantie, klantendienst en
reserveonderdelen 32
11.1 Garantie ............................................................. 32
11.2 Klantendienst .................................................... 32
11.3 Reserveonderdelen ............................................ 32
12 Notities 33
1 Algemeen 4
2 Veiligheid 6
2.1 Algemene veiligheidsinstructies .......................... 6
2.2 Veiligheidsinstructies bediening .......................... 7
2.3 Veiligheidsinstructies montage ........................... 9
2.4 Veiligheidsinstructies voor demontage en
afdanking ........................................................... 10
2.5 Veiligheidsinstructies reserveonderdelen .......... 10
2.6 Gebruik volgens de bepalingen .........................10
3 Technische gegevens 12
4 Beschrijving van het apparaat 13
4.1 Opbouw ............................................................. 13
4.2 Bedieningspaneel en bedieningsprincipe ..........14
4.3 Werkingsprincipe ............................................... 14
4.3.1 Geschikt kookgerei............................................14
4.3.2 Vermogensniveaus ............................................ 14
4.4 Veiligheidsvoorzieningen ...................................14
4.4.1 Thermo-element veiligheid ................................ 14
5 Montage 15
5.1 Leveringsomvang controleren ...........................15
5.2 Gereedschappen en hulpmiddelen ....................15
5.3 Montage-instructies .......................................... 15
5.3.1 Veiligheidsafstanden .........................................15
5.4 Maten van de uitsparingen ................................15
5.5 Montage kookveld ............................................. 17
5.5.1 Inbouw van de schakelkast in het paneel van
de onderkast. .................................................... 17
5.5.2 Inbouw van het kookveld...................................18
5.6 Stroomaansluiting ............................................. 20
5.7 Overdracht aan de gebruiker .............................20
6 Gasinstallatie 21
6.1 Ventilatie ........................................................... 21
6.2 Gasaansluiting .................................................. 21
6.2.1 Extra montagevoorschriften voor
Australië en
Nieuw-Zeeland (AUS/NZS) .............................. 22
6.2.2 Gasaansluiting AUS/NZS .................................. 22
6.3 Lektest van de gasaansluiting ...........................23
6.4 Gastype wijzigen ............................................... 23
6.5 Overdracht aan de gebruiker .............................24
6.6 Tabel voor sproeiers .........................................25
7 Bediening 26
7.1 Gasbrander aansteken ......................................26
7.2 Vermogensniveau instellen................................26
7.3 Correct gebruik van de gaskookplaat ................27
7.4 Gebruik van de gaskookplaat met een
BORA-kookveldafzuiging ....................................27
8 Reiniging en verzorging 28
8.1 Reinigingsmiddel ............................................... 28
8.2 Kookveld verzorgen ........................................... 28
8.3 Kookveld reinigen .............................................. 28
8.3.1 Reinigen gasbrander .......................................... 29
8.3.2 Reinigen van de bedieningsknop .......................29
Inhoudsopgave
NL
4
Algemeen
www.bora.com
1 Algemeen
Doelgroep
Deze bedienings- en montagehandleiding is bestemd voor
de volgende doelgroepen:
Doelgroep Eisen
Bediener Het toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar alsook door personen
met verminderde fysieke, sensorische of
mentale vaardigheden of gebrek aan
ervaring en/of kennis, mits zij onder
toezicht staan of onderricht werden
omtrent het veilige gebruik van het toestel
en de daaruit voortvloeiende gevaren
begrepen hebben. Kinderen moeten onder
toezicht staan. Alle veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen en de instructies in
de bedieningshandleiding moeten worden
nageleefd.
Doe-het-zelvers Doe-het-zelvers mogen alle nodige
meubel
- en montagewerkzaamheden zelf uitvoeren,
voor zover ze over de nodige vaardigheden
en vakkennis beschikken. Ze mogen in
geen geval zelf de stroom- en
gasaansluitingen uitvoeren.
Montage
vakpersoneel
Het montagevakpersoneel mag alle
nodige meubel- en montagewerkzaam-
heden in overeenstemming met de
geldende voorschriften uitvoeren. De
stroom- en gasaansluitingen moeten voor
inbedrijfstelling door een erkend vakman
met specialisatie in dit domein worden
gecontroleerd.
Elektro
vakpersoneel
De elektrische aansluiting mag alleen door
een erkend vakman worden uitgevoerd.
Deze is ook verantwoordelijk voor de
deskundige elektrische installatie en de
inbedrijfstelling.
Deskundige
gasaansluiting
De gasaansluiting mag alleen door een
erkend vakman worden uitgevoerd. Deze
is ook verantwoordelijk voor de deskundige
uitvoering van de gasaansluiting en de
inbedrijfstelling.
Tab. 1.1 Doelgroepen
INFO BORA Holding GmbH, BORA Vertriebs GmbH
& Co KG, BORA APAC Pty Ltd en die BORA
Lüftungstechnik GmbH, hierna BORA genoemd,
is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat
door gebrekkige naleving of niet-naleving van
deze documenten en ondeskundige montage!
De stroom- en gasaansluiting mag alleen door
een erkend vakman worden uitgevoerd.
De montage moet in overeenstemming met
de geldende normen, voorschriften en wetten
worden uitgevoerd. Alle veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen en de instructies in de
bedienings- en montagehandleiding moeten
worden nageleefd.
Geldigheid van de bedienings- en
montagehandleiding
Deze handleiding geldt voor meerdere toestelvarianten.
Daarom is het mogelijk dat afzonderlijke uitrustingsken-
merken beschreven worden die op uw toestel niet van
toepassing zijn.
Bijhorende documenten
Bij deze bedienings- en montagehandleiding horen nog
verdere documenten die moeten worden nageleefd.
Leef alle documenten na die tot de leveringsomvang
behoren.
INFO Voor schade die ontstaat door niet-naleving
van deze documenten is BORA niet
verantwoordelijk!
Richtlijnen
Deze toestellen zijn in overeenstemming met de volgende
EG-richtlijnen:
2014/30/EU EMC-Richtlijn
2014/35/EU Laagspanningsrichtlijn
2009/125/EU Richtlijn ecodesign
2011/65/EU Richtlijn gevaarlijke stoffen
2012/19/EU Richtlijn AEEA
2009/142/EU Richtlijn betreffende gastoestellen
Informatieweergave
Om snel en goed met deze handleiding te kunnen werken,
worden uniforme aanduidingen, cijfers, symbolen,
veiligheidsinstructies, begrippen en afkortingen gebruikt.
Werkinstructies worden met een pijl aangeduid.
Voer alle werkinstructies altijd in de opgegeven
volgorde uit.
Opsommingen worden aan het begin van de regel
aangeduid met vierkante opsommingstekens.
Opsomming 1
Opsomming 2
INFO Informatie wijst op bijzonderheden die u
beslist moet naleven.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De veiligheidsinstructies en waarschuwingen zijn met
symbolen en signaalwoorden aangeduid in deze handleiding.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen hebben de
volgende structuur:
NL
5
Algemeen
www.bora.com
WAARSCHUWINGSTEKEN EN
SIGNAALWOORD!
Aard en bron van het gevaar
Gevolgen bij niet-naleving
Maatregelen om het gevaar af te
wenden
Daarbij geldt:
Het waarschuwingsteken duidt op het gevaar.
Het signaalwoord geeft de ernst van het gevaar aan.
Waarschu-
wingsteken
Signaalwoord Gevaar
Gevaar Duidt op een onmiddellijk
gevaarlijke situatie die bij
niet-naleving tot de dood
of ernstige letsels leidt.
Waarschuwing Duidt op een mogelijk
gevaarlijke situatie die bij
niet-naleving tot
de dood of ernstige
letsels kan leiden.
Voorzichtig Duidt op een mogelijk
gevaarlijke situatie die bij
niet-naleving tot beperkte
of lichte
letsels leidt.
Voorzichtig Duidt op een situatie die
bij niet-naleving tot
materiële schade kan
leiden.
Tab. 1.2 Betekenis van de waarschuwingstekens en
signaalwoorden
NL
6
Veiligheid
www.bora.com
2 Veiligheid
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
INFO Dit toestel voldoet aan de geldende
veiligheidsvoorschriften. De gebruiker
is verantwoordelijk voor reiniging,
onderhoud en veilig gebruik van het
toestel. Ondeskundig gebruik kan
leiden tot letsel en materiële schade.
De bedienings- en montagehandleiding
bevat belangrijke instructies voor de
montage en de bediening. Hierdoor
beschermt u zichzelf en voorkomt u schade
aan het toestel. Contactgegevens voor
verdere informatie, toepassings- en
gebruiksvragen vindt u op de achterkant
van deze handleiding.
Het termijn toestel wordt gebruikt in
combinatie met een kookveld, een
kookveldafzuiging en een kookveld met
kookveldafzuiging.
Lees de bedienings- en
montagehandleiding volledig door
voordat u het toestel in gebruik neemt.
Bewaar de bedienings- en
montagehandleiding in de buurt, zodat
u deze indien nodig kunt raadplegen.
Geef de bedienings- en
montagehandleiding door aan de nieuwe
gebruiker wanneer u het toestel verkoopt.
Voer alle werkzaamheden aandachtig en
nauwgezet uit.
Controleer het toestel na het uitpakken op
zichtbare schade.
Sluit geen beschadigd toestel aan.
Gebruik het apparaatpas nadat de
montage volledig is afgerond.
Alleen dan is een veilige werking
gegarandeerd.
Raak geen warme kookpitten aan.
Vermijd overkoken.
Let op de restwarmte-indicator.
Schakel het toestelt na gebruik uit.
Vertrouw niet op de panherkenning.
Houd huisdieren uit de buurt van het
toestel.
Gebruik met re-circulatie
INFO Bij elke kookcyclus wordt door het
kookproces extra vochtigheid in de
omgevingslucht geblazen.
INFO Bij gebruik met re-circulatie wordt
slechts een beperkt deel van de
vochtighuid ui de kookwasem
verwijderd.
Zorg er bij gebruik met re-circulatie voor
voldoende aanvoer van verse lucht,
bijvoorbeeld door een open raam.
Zorg voor een normaal en behaaglijk
omgevingsklimaat (met een
luchtvochtigheid van 45 tot 60 %). Doe dit
door de natuurlijke verluchtingsopeningen
te gebruiken of gebruik de klimaatregeling
in het gebouw.
Schakjel na elke gebruik met re-circulatie
de kookveldafzuiging ongeveer 15 minuten
in op lage snelheid of activeerd de
automatische naloop.
In geval van kinderen en personen met
personen met verminderde fysieke,
sensorische of mentale vaardigheden
in het huishouden
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar alsook door personen
met verminderde fysieke, sensorische of
mentale vaardigheden of gebrek aan
ervaring en/of kennis, indien zij onder
toezicht staan oftewel onderricht werden
omtrent het veilige gebruik van het toestel
en de daaruit voortvloeiende gevaren
begrepen hebben.
Houd toezicht op kinderen die zich in de
buurt van het toestelbevinden.
Kinderen mogen niet met het toestel
spelen.
Gebruik de kinderbeveiliging, zodat
kinderen het kookveld niet zonder
toezicht kunnen inschakelen of instellingen
kunnen wijzigen.
Bewaar geen voorwerpen die de interesse
van kinderen kunnen wekken in de
opbergruimte boven of achter het
kookveld. Kinderen kunnen anders in
de verleiding komen, op het toestel te
klimmen.
Houd kinderen en andere personen uit de
buurt van warme kookpitten.
Onbevoegde wijzigingen
Door onbevoegde wijzigingen kunnen
Gevaren die van het toestel uitgaan.
Voer geen veranderingen door aan het
toestel.
NL
7
Veiligheid
www.bora.com
GEVAAR!
Gevaar voor explosie door
ontvlambare vloeistoffen!
Ontvlambare vloeistoen in de
buurt van het kookveld kunnen
exploderen en ernstige
verwondingen veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen in de buurt van
het kookveld.
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Bij breuken, sprongen of scheuren in
de glaskeramiek kan de
onderliggende elektronica
beschadigd worden.
Dat kan tot een elektrische schok
leiden.
Schakel het kookveld onmiddellijk
uit bij breuken, sprongen of
scheuren.
Koppel het toestel met
installatieautomaten, zekeringen,
zekeringsautomaten en
beveiligingen veilig los van
het lichtnet.
GEVAAR!
Brandgevaar door open vuur!
Door een open vlam kunnen
brandbare voorwerpen in brand ra-
ken.
Zet de gasvlam op de laagste
stand wanneer u pannen voor kor-
te tijd van de kookplaat neemt.
Laat een open vlam nooit zonder
toezicht.
Verstik een brand, bv. met een
deksel of een speciale blusdeken.
Sluit de gastoevoer af en
schakel de zekering van de
stroomvoorziening in huis uit.
Reiniging en onderhoud
Het toestelmoet regelmatig worden
gereinigd. Verontreinigingen kunnen
leiden tot beschadiging of geuroverlast.
Verwijder verontreinigingen onmiddellijk.
Kinderen mogen alleen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
wanneer ze de gehele tijd onder toezicht
staan.
Gebruik geen stoomreiniger om te reinigen.
De stoom kan op spanningvoerende delen
terechtkomen en kortsluiting en/of
materiële schade veroorzaken (zie
hoofdstuk Reiniging en verzorging).
Plaats geen warm kookgerei in de
buurt van het bedieningpaneel om
de onderliggende elektronica niet te
beschadigen.
Tijdens het schoonmaken mag er geen
water in het toestel komen. Gebruik alleen
een licht bevochtigde doek.
Sproei het toestel nooit met water af.
Binnendringend water kan schade
veroorzaken!
Reinig het kookveld indien mogelijk na elk
kookproces.
Reinig de het kookveld alleen wanneer het
afgekoeld is.
Gebruik voor de reiniging alleen
niet-schurende reinigingsmiddelen om
krassen en schuurplekken aan het
oppervlak te voorkomen.
Let erop dat zowel de onderkant van het
kookgerei als de kookzone schoon en droog
zijn.
Til het kookgerei altijd op (trek er niet aan!)
om krassen op en schuurplekken aan het
oppervlak te voorkomen.
2.2 Veiligheidsinstructies bediening
Kookveld
GEVAAR!
Risico op brand door onbewaakt
kookveld!
Olie of vet kan snel verhitten en
ontvlammen.
Verhit olie of vet nooit zonder
toezicht.
Blus olie- of vetbranden nooit met
water.
Verstik het vuur, bv. met een deksel.
NL
8
Veiligheid
www.bora.com
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verbanding door heet
kookgerei!
Handgrepen die boven het werkvlak
uitsteken zijn verleidelijk voor
kinderen om vast te pakken.
Laat geen handgrepen van
kookpotten of pannen uitsteken
over de zijkant van het werkvlak.
Voorkom dat kinderen warme
kookpotten en pannen van het
vuur kunnen trekken.
Een speciale fornuisbescherming
voor kinderen (verkrijgbaar in de
vakhandel) reduceert het gevaar.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verbanding!
Vloeistoen tussen de kookzone en
de bodem van de pan kunnen bij
verdamping tot brandwonden leiden.
Controleer regelmatig of de
kookzone en de bodem van de pan
droog zijn.
VOORZICHTIG!
Beschadiging door harde en
scherpe voorwerpen!
Harde en scherpe voorwerpen
kunnen de glaskeramiek van het
kookveld beschadigen.
Gebruik het oppervlak van het
kookveld niet als werkblad.
Gebruik geen harde en scherpe
voorwerpen wanneer u op het
kookveld werkt.
VOORZICHTIG!
Beschadiging door suiker- en
zouthoudende levensmiddelen!
Suiker- en zouthoudende
levensmiddelen en sappen op
de warme kookzone kunnen
de kookzone aantasten.
Zorg dat er geen suiker- en
zouthoudende voedingsmiddelen
of sappen op de warme
kookzone terechtkomen.
Verwijder suiker- en
zouthoudende levensmiddelen
en sappen onmiddellijk van de
warme kookzone.
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door heet
kookveld!
Het kookveld en de aanraakbare
delen worden heet tijdens het gebruik.
Na het uitschakelen van de kookzone
moet dit eerst tot minder dan 60 °C
afkoelen. Door het
aanraken van hete oppervlakken,
kunnen ernstige brandwonden
ontstaan.
Raak nooit een heet kookveld aan.
Houd kinderen uit de buurt
van hete kookvelden tenzij ze
voortdurend onder uw toezicht
staan.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand door
voorwerpen op het kookvlak!
Het kookveld en de aanraakbare
delen zijn bij een ingeschakelde
kookzone en tijdens het afkoelen
actief. Voorwerpen op het
kookveld kunnen warm worden
en ontbranden.
Laat geen voorwerpen op het
kookveld liggen.
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door hete
voorwerpen!
Het kookveld en de aanraakbare
delen zijn bij een ingeschakelde
kookzone en tijdens het afkoelen
actief. Voorwerpen (pannendeksels,
kookveldafdekkingen) die zich op het
kookveld bevinden, worden zeer snel
warm en kunnen tot ernstige
brandwonden leiden.
Laat geen voorwerpen op het
kookveld liggen.
Gebruik geschikte hulpmiddelen
(pannenlappen, handschoenen).
NL
9
Veiligheid
www.bora.com
Kookveld
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Door onjuist aansluiten van het
toestel op het lichtnet bestaat
gevaar voor een elektrische schok.
Controleer of het toestel met een
vaste verbinding op het lichtnet is
aangesloten.
Controleer of het toestel is
aangesloten op een volgens
voorschrift geïnstalleerd
stopcontact met randaarde.
Controleer of een inrichting
voorzien is die met een contactaf-
stand van ten minste 3 mm breed
aan alle polen een scheiding van
het net mogelijk maakt (installatie-
automaten, zekeringen, zekerings-
automaten, beveiligingen).
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Wanneer de aansluitkabel met hete
kookvelden in contact komt,
kan de kabel worden beschadigd.
Een beschadigde aansluitkabel kan
een (dodelijke) elektrische schok
veroorzaken.
Zorg dat de aansluitkabel niet in
contact kan komen met hete
kookpitten.
Let erop dat de aansluitkabel niet
ingeklemd geraakt of wordt
beschadigd.
GEVAAR!
Gevaar voor explosie door gas!
Ontsnapt gas (door lekkage) kan een
explosie en ernstig letsel
veroorzaken.
Houd bronnen van ontsteking
(open vuur, warmtestralers) uit de
buurt.
Sluit de gastoevoer af en
schakel de zekering van de
stroomvoorziening in huis uit.
Zorg ervoor dat lekkages direct
worden gedicht.
OPGELET!
Er komen hete vloeistoffen vrij!
Als men tijdens het koken geen
oogje in het zeil houdt, dan kan het
gebeuren dat het eten overkookt en
dat er hete vloeistoen ontsnappen.
Tijdens het koken houdt men het
best een oogje in het zeil.
Bij kortstondig koken is
voortdurend toezicht nodig.
2.3 Veiligheidsinstructies montage
De installatie en montage van het toestel mogen
alleen door opgeleid vakpersoneel gebeuren,
dat een exacte kennis heeft van de gebruikelijke
nationale voorschriften en de aanvullende voor-
schriften van de plaatselijke energieleveranciers,
en die deze zorgvuldig in acht nemen.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen
mogen alleen door opgeleid elektrovak-
personeel worden uitgevoerd.
De elektrische veiligheid van het toestel is
slechts gewaarborgd wanneer het wordt
aangesloten op een volgens voorschrift
geïnstalleerd aardesysteem. Het is
zeer belangrijk dat deze fundamentele
veiligheidsmaatregel aanwezig is.
De gasaansluiting mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een erkende installateur met
inachtneming van de geldende wettelijke
bepalingen en voorschriften. Neem de plaatse-
lijk geldende voorschriften van de energieleve-
ranciers in acht.
NL
10
Veiligheid
www.bora.com
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Door onjuist loskoppelen van het
toestel van het lichtnet bestaat
gevaar voor een elektrische schok.
Koppel het toestel met installatie-
automaten, zekeringen, zekerings-
automaten en beveiligingen veilig
los van het lichtnet.
U moet met een goedgekeurd
meettoestel controleren of
het toestel spanningsloos is
geschakeld.
GEVAAR!
Gevaar op verstikking!
Verpakkingsstukken (bv. folies,
piepschuim) kunnen gevaarlijk
zijn voor kinderen.
Bewaar de onderdelen van de
verpakking buiten bereik van
kinderen
Verwijder de verpakking
onmiddellijk en op vakkundige
wijze.
2.5 Veiligheidsinstructies
reserveonderdelen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel en materiële
schade!
Niet-originele componenten kunnen
leiden tot letsel of beschadiging
van het het toestel! Veranderingen,
aanbouw en ombouw van het
toestel de veiligheid beïnvloeden.
Gebruik bij reparaties alleen
originele onderdelen.
2.6 Gebruik volgens de bepalingen
Het toestel is alleen bedoeld voor de
bereiding van gerechten in particuliere
huishoudens.
Dit toestel is niet geschikt voor:
gebruik buitenshuis
inbouw in voertuigen
het verwarmen van de kamer
VOORZICHTIG!
Rugletsel door zware belasting
mogelijk!
Bij het verwijderen en installeren van
het toestel, kan door
ondeskundige hantering letsel
ontstaan aan de ledematen en de
romp.
Til het kookveld altijd met twee
personen uit de verpakking.
Installeer het kookveld altijd met
twee personen in de uitsparing in
het werkblad.
Gebruik geschikte hulpmiddelen
om materiële schade of letsel aan
ledematen en romp te
voorkomen.
Controleer het toestel vóór montage op
zichtbare schade.
Monteer geen beschadigd toesel.
Een beschadigd toestel brengt uw
veiligheid in gevaar.
Alleen door de fabrikant geautoriseerd
vakpersoneel mag reparatiewerkzaamheden
uitvoeren.
2.4 Veiligheidsinstructies voor
demontage en afdanking
De demontage van het toestelmag alleen door
opgeleid vakpersoneel gebeuren, dat een
exacte kennis heeft van de gebruikelijke
nationale voorschriften en de aanvullende
voorschriften van de plaatselijke
energieleveranciers, en die deze zorgvuldig in
acht nemen.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen
mogen alleen door opgeleid
elektrovakpersoneel worden uitgevoerd.
Werken aan de gasaansluiting mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door een
erkende installateur met inachtneming
van de geldende wettelijke bepalingen en
voorschriften. Neem de plaatselijk geldende
voorschriften van de energieleveranciers in
acht.
NL
11
Veiligheid
www.bora.com
gebruik op niet-stationaire
opstellingsplaatsen (bv. schepen)
gebruik met een externe tijdschakelaar
of een apart systeem op afstand
(bediening op afstand)
Een ander gebruik dan in deze bedienings- en
montagehandleiding beschreven staat of een
gebruik dat niet in overeenstemming is met de
voorziene beperkingen, geldt als een
gebruik dat afwijkt van het voorziene gebruik.
BORA is niet aansprakelijk voor schade door
ongeëigend gebruik of verkeerde bediening.
Alle misbruik is verboden!
INFO BORA Holding GmbH,
BORA Vertriebs GmbH & Co KG,
BORA APAC Pty Ltd en
BORA Lüftungstechnik GmbH
zijn niet aansprakelijk voor schade
wanneer de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen niet in acht worden
genomen.
NL
12
Technische gegevens
www.bora.com
3 Technische gegevens
Parameter Waarde
Aansluitspanning 220 - 240 V
Frequentie 50 / 60 Hz
Vermogensopname 5,75 kW
Aansluitwaarde 0,8 W
Zekering minimaal 1 x 0,5 A
Afmetingen (breedte x diepte x hoogte)
kookveld pannendrager
370 x 540 x 47 mm
370 x 540 x 42 mm
Afmetingen schakelkast
(breedte x diepte x hoogte)
174 x 147 x 66 mm
Gewicht (incl. toebehoren/verpakking) 12,4 kg
Kookveld
Vermogensniveaus traploos
Sterke brander vooraan 600-4000 W
Normale brander achteraan 350-1750 W
Energieverbruik kookveld
Sterke brander vooraan 600-4000 W 59,4 %
Normale brander achteraan 350-1750 W 57,7 %
Totaal (gemiddeld) 58,5 %
Tab. 3.1 Technische gegevens
Toestelafmetingen
370
255
540
47
42
Afb. 3.1 Toestelafmetingen
174
147
66
42
20
90
Afb. 3.2 Afmetingen schakelkast
NL
13
Beschrijving van het apparaat
www.bora.com
4 Beschrijving van het
apparaat
Leef bij elk gebruik alle veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen na (zie hoofdstuk Veiligheid).
Het kookveld met schakelkast heeft de volgende
kenmerken:
Sterke brander vooraan
Normale brander achteraan
Twee bedieningsknoppen
Gietijzeren pannendrager
4.1 Opbouw
1 2
345
Afb. 4.1 Kookveld met schakelkast
[1] Sterke brander vooraan
[2] Normale brander achteraan
[3] Pannendrager
[4] Bedieningsknop achterste kookplaat
[5] Bedieningsknop voorste kookplaat
2
3
4
1
Afb. 4.1 Schakelkast
[6] Gaskraan normale brander achteraan
[7] Gaskraan sterke brander vooraan
[8] Schakelkast
[9] Gasaansluiting
2
3
1
Afb. 4.1 Onderzijde van het kookveld
[1] Kookveld
[2] Gasaansluitslang normale brander achteraan
[3] Gasaansluitslang sterke brander vooraan
NL
14
Beschrijving van het apparaat
www.bora.com
Geschikt kookgerei bestaat uit:
Koper
Roestvrij staal
Aluminium
gietijzer
Let op de afmetingen die in de tafel worden aangegeven:
Positie brander Aanbevolen
kookpotdiameter
Minimale
kookpotdiameter
Normale brander 140 -200 mm 120 mm
Sterke brander 180-240 mm 160 mm
Tab. 4.2 Diameter van de kookpot
4.3.2 Vermogensniveaus
Het vermogen van de gaskookvelden zorgt ervoor dat de
voedingswaren snel warm worden. Om te voorkomen dat
de gerechten aanbranden moet bij de keuze van het
vermogensniveau enigszins andere gewoontes worden
aangenomen dan bij een conventioneel kooksysteem.
Functie Vermogensniveau
Warm houden van bereidingen Minimale vlam
Aanbraden van gesneden groenen,
spiegeleieren, kalfsvlees, gevogelte
Middelmatige vlam
Aanbraden van garnalen, maïskolven en
schnitzels, rundvlees, vis, gehaktballen
Grote vlam
Verwarmen van water en snel aanbraden Maximale vlam
Tab. 4.3 Aanbevelingen voor de vermogensniveaus
De opgaven in de volgende tabel zijn richtwaarden.
4.4 Veiligheidsvoorzieningen
4.4.1 Thermo-element veiligheid
De gasbranders zijn voorzien van een
veiligheidsthermostaat. Deze thermostaat bewaakt de
gasvlam wanneer de gastoevoer open staat. Indien de
gasvlam ongewild zou uitgaan, onderbreekt het toestel de
gastoevoer. Het toestel zal de branders niet automatisch
ontsteken.
4.2 Bedieningspaneel en
bedieningsprincipe
1 32
Afb. 4.2 Bedieningsknop
[1] Bedieningsknop voorste kookplaat
[2] Manchet voor het vermogensniveau
[3] Bedieningsknop achterste kookplaat
Weergaveveld Displays Betekenis
Vermogensniveaus Kleine vlam Minimale gasuitstroming
Grote vlam Maximale gasuitstroming
Positie 0 Geen gasuitstroming
Tab. 4.1 Betekenis vermogensniveaus
Knopbediening
De schakelkast is uitgerust met twee bedieningsknoppen.
De bedieningsknoppen dienen om de brander te
ontsteken, in- en uit te schakelen en om de betreffende
kookplaat te regelen qua niveau. U bedient het toestel
door de bedieningsknop op het overeenkomstige
vermogensniveau te plaatsen.
De controlelamp voor de werking is bij gaskookplaten
niet actief omdat met behulp van de actieve gasvlam kan
worden gezien of het kookveld werkt of niet.
4.3 Werkingsprincipe
Wanneer een kookzone wordt ingeschakeld, wekt de vlam
warmte op die direct op de onderkant van het kookgerei
wordt afgestraald. De regeling van de vermogensniveaus
is traploos.
4.3.1 Geschikt kookgerei
INFO Opwarmtijden en doorverhittingstijden van
de bodem van het kookgerei, alsook de
kookresultaten, worden in doorslaggevende
mate beïnvloed door de opbouw en de
toestand van het kookgerei.
Kookgerei met deze aanduiding is geschikt
voor gaskookvelden.
NL
15
Montage
www.bora.com
5 Montage
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef de meegeleverde handleidingen van de fabrikant na.
INFO Het kookveld mag niet boven koelapparaten,
vaatwassers, fornuizen, ovens of was- en
droogmachines gemonteerd worden.
INFO Het legoppervlak van de werkbladen en de
wandafsluitlijsten moeten van hittebestendig
materiaal (tot ca. 100 °C) vervaardigd zijn.
INFO Werkbladuitsparingen moeten met geschikte
middelen tegen vocht worden afgedicht of
eventueel van een warmteontkoppeling
worden voorzien.
5.1 Leveringsomvang controleren
Benaming Aantal
Compensatieplaten schakelkast 6
Bedieningsknop 2
Bedienings- en montagehandleiding 1
Bevestigingsmoeren 2
Bevestigingsschroeven kookveld 4
Bevestigingsschroeven schakelkast 2
Boorsjabloon 1
Vulplaatjesset 1
Inbussleutels 1
Kookveld 1
Manchetten voor het vermogensniveau 2
Montagebeugels 1
Montagestukken kookveld 4
Reinigingsinstructie glaskeramiek 1
Glaskeramische schraper 1
Pannendrager 1
Luchtgeleidingsplaat 1
Adapter cilindrisch-konisch 1
Adapter cilindrisch-cilindrisch 1
Afdichting 2
Tab. 5.1 Leveringsomvang
Controleer of alle delen geleverd zijn en of ze niet
beschadigd zijn.
Breng de klantendienst van BORA onmiddellijk op de
hoogte wanneer er delen van de levering ontbreken of
beschadigd zijn.
Monteer in geen geval beschadigde onderdelen.
Verwijder de transportverpakking op vakkundige wijze
(zie hoofdstuk Buitenbedrijfstelling en afdanking).
5.2 Gereedschappen en
hulpmiddelen
Voor de vakkundige montage van het kookveld hebt u de
volgende gereedschappen nodig:
Potlood
Boormachine of accuboormachine met Forstnerboor
van Ø 30 mm
Boorsjabloon (meegeleverd)
Kruisschroevendraaier Z2
Siliconen om de snijvlakken af te dichten
5.3 Montage-instructies
5.3.1 Veiligheidsafstanden
Houd deze veiligheidsafstanden aan:
1
3
2
Afb. 5.1 Minimale afstanden
[1] Minimaal 50 mm afstand achteraan van de
aanrechtuitsparing tot de achterkant van het aanrecht.
[2] Minimaal 50 mm afstand links en rechts van de
werkbladuitsparing tot een belendende kast of een
wand van de ruimte. Minimaal 300 mm afstand wordt
aanbevolen om ergonomische redenen en voor een
doeltreffend afzuiggedrag van het kookveld.
[3] Minimaal 650 mm tussen werkblad en bovenkast.
Minimaal 1000 mm afstand wordt aanbevolen om
ergonomische redenen.
5.4 Maten van de uitsparingen
Werkblad voorbereiden
Maak de werkbladuitsparing volgens de aangegeven
afmetingen.
Controleer of de snijvlakken van het werkblad
vakkundig afgedicht zijn.
Neem de instructies van de werkbladfabrikant in acht.
NL
16
Montage
www.bora.com
Opbouw montage
B
<R5
> 74
516
> 700
Afb. 5.5 Opbouw montage
12
10 ... 40
Afb. 5.6 Snede opbouw montage
Maten van de uitsparingen voor de inbouw van kookvelden
en/of de kookvelden en de kookveldafzuiging naast
elkaar:
Kookveld / Kookveldafzuiging A in mm B in mm
1/0 374 346
2/0 745 717
3/0 1116 1088
1/1 485 457
2/1 856 828
3/2 1338 1310
4/2 1709 1681
Tab. 5.2 Maten van de uitsparingen
Uitspringend deel van het werkblad
>74x
Afb. 5.2 Uitspringend deel van het werkblad
Let bij het maken van de werkbladuitsparing op het
uitspringende gedeelte x. Geldt voor vlakinbouw en
opbouwmontage.
Vlakinbouw
A
B
544
R5
<R5
> 74
516
> 700
Afb. 5.3 Vlakinbouw
6
14
10 ... 40
Afb. 5.4 Voegmaat voor vlakinbouw
INFO Bij gebruik van de glaskeramische inductiewok
moet de voegmaat bij vlakinbouw tot 7 mm
worden verhoogd.
NL
17
Montage
www.bora.com
1
2
34
6
5
Afb. 5.9 Opbouw schakelkast
[1] Schakelkast
[2] Compensatieplaat
[3] Paneel (niet meegeleverd)
[4] Manchetten voor het vermogensniveau
[5] Moeren
[6] Bedieningsknop
Teken met behulp van het meegeleverde boorsjabloon
de boorgaten uit.
1
2
90
5
5
>105
37
Ø6
Ø30
Afb. 5.10 Boorsjabloon
[1] Werkblad
[2] Paneel
Boor de boorgaten vooraf uit zodat het paneel niet kan
verschuiven.
Aantal compensatieplaten berekenen
De totale afmetingen (compensatieplaten [2] + paneel
[3]) moeten in totaal 36 mm bedragen.
De totale afmetingen van 36 mm moeten absoluut
worden gerespecteerd om de schakelkast [1] correct
te laten werken.
5.5 Montage kookveld
INFO Tussen de inbouwtoestellen moet telkens één
millimeter afstand worden aangehouden.
INFO Rondom de inbouwtoestellen moet een rand
van twee millimeter worden voorzien.
INFO Tussen de kookvelden en/of de kookvelden en
de kookveldafzuiging moet telkens de
desbetreffende montagerail gemonteerd worden.
INFO Onder het apparaat moet een inlegbodem voor
kabelbescherming (verbindingsstekker) worden
voorzien. Deze moet uitneembaar zijn ten
behoeve van onderhoudswerken.
> 20
100
7
Afb. 5.7 Zijdeaanzicht van de inlegbodem voor
kabelbescherming en verluchting
In de zone van de werkbladuitsparing moet u eventueel
op het meubel aanwezige dwarsbalken verwijderen.
De laden of legborden in de onderkast moeten voor
onderhouds- en reinigingswerken kunnen worden
verwijderd.
5.5.1 Inbouw van de schakelkast in het
paneel van de onderkast.
Afb. 5.8 Schakelkast en kookveld in ingebouwde toestand
NL
18
Montage
www.bora.com
Stel de bedieningsknop in.
Voor een fijnregeling kunt u de afstand van de
bedieningsknop ten opzichte van de manchet voor
het vermogensniveau instellen.
Afb. 5.12 Bedieningsknop instellen
18,5 mm
Afb. 5.13 Afstand bedieningsknop
5.5.2 Inbouw van het kookveld
1
2
Afb. 5.14 Montagerail en kookveld aanbrengen
[1] Kookveld
[2] Montagerail
Leg de montagerail [2] in de werkbladuitsparing.
Plaats nu het kookveld [1].
Alligneer het kookveld [1] zorgvuldig.
Lijn de montagerail [2] zo uit dat ze mooi onder het
kookveld en de kookveldafzuiging PL540 komt te liggen.
Dikte
van het
paneel
[mm]
Totale dikte van de
compensatieplaten
[mm]
Compensatieplaten
[aantal]
10 mm 5 mm 3 mm 2 mm
34 2 - - - 1
33 3 - - 1 -
32 4 - - - 2
31 5 - - 1 1
30 6 - - 2 -
29 7 - 1 - 1
28 8 - 1 1 -
27 9 - 1 - 2
26 10 1 - - -
25 11 - 1 2 -
24 12 1 - - 1
23 13 1 - 1 -
22 14 1 - - 2
21 15 1 1 - -
20 16 1 - 2 -
19 17 1 1 - 1
18 18 1 1 1 -
17 19 1 1 - 2
16 20 1 1 1 1
15 21 1 1 2 -
14 22 1 1 1 2
13 23 1 1 2 1
Tab. 5.3 Compensatieplaten overzicht
Schakelkast bevestigen
Steek de schakelkast [1] met de opgestoken
compensatieplaten [2] via de achterkant in de
boorgaten in het paneel.
Steek nu op de voorkant van het paneel de beide
manchetten [4] voor het vermogensniveau.
Afb. 5.11 Draai de bevestigingsmoer aan.
Schroef de bevestigingsmoeren [5] vast met de
montagebeugel en draai de bevestigingsmoer aan
(max. 10 Nm).
Steek vanaf de voorkant de lens in de manchet voor
het vermogensniveau.
Bevestig de bedieningsknop [6].
NL
19
Montage
www.bora.com
Sluit ook de gasslang aan.
1
2
3
Afb. 5.1 Schakelkast
[1] Gasaansluiting normale brander achteraan
[2] Gasaansluiting sterke brander vooraan
[3] Schakelkast
Verwijder beide beschermkappen van de gaskranen [2]
en [3] op de schakelkast.
Controleer bij elke gasaansluiting of de O-ring in de
aansluiting stevig vastzit.
2
3
1
Afb. 5.1 Kookveld
[1] Kookveld
[2] Gasslang normale brander achteraan
[3] Gasslang sterke brander vooraan
Verwijder de beide beschermkappen van de
gastoevoerleidingen [2] en [3] op de gaskookplaat.
Sluit de gekleurde gastoevoerleiding aan op de
gaskranen met dezelfde kleur.
1
2
Afb. 5.15 Kookveld en vulplaatjes
[1] Kookveld
[2] Vulplaatjes
Bevestig indien nodig ook vulplaatjes [2].
2
1
Afb. 5.16 Bevestigingklemmen
[1] Schroeven
[1] Bevestigingsklemmen
Bevestig het kookveld met de bevestigingsklemmen [2].
Trek de schroeven [1] van de bevestigingsklemmen
aan met max. 10 Nm.
Controleer of de elementen correct zijn uitgelijnd.
Voeg na alle montagewerken de toestellen op met
zwarte, hittebestendige siliconenkit.
Het kookveld en de schakelkast aan elkaar
koppelen
Zorg voor een verbinding tussen het kookveld en de
schakelkast.
Sluit eerst de geel-groene aardingskabel aan op de
gemarkeerde plaats in de schakelkast.
Aardingssymbool
Sluit nu de meerpolige, gekleurde stekker van elke
kookzone aan op de schakelkastbus van dezelfde kleur.
NL
20
Montage
www.bora.com
Sluit het kookveld alleen via een vaste verbinding aan
op een netaansluitingleiding.
1
L1
2
N PE
220 - 240 V~
Afb. 5.2 Aansluitschema 1-fasig
Zorg voor een verbinding tussen het kookveld en de
schakelkast.
Controleer de correcte montage.
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat in.
Zet het kookveld aan (zie hoofdstuk Bediening).
Controleer of alle functies correct werken.
5.7 Overdracht aan de gebruiker
Wanneer de montage voltooid is:
legt u de basisfuncties uit aan de gebruiker.
brengt u de gebruiker op de hoogte van alle
veiligheidsrelevante aspecten van de bediening
en het onderhoud.
bezorgt u de toebehoren en de bedienings- en
montagehandleiding aan de gebruiker en vraagt u hem
om deze goed te bewaren.
21
3
3
Afb. 5.1 Kookveld met schakelkast
[1] Kookveld
[2] Schakelkast
[3] Borgveer
Bevestig een borgveer op elke aansluiting en zorg
ervoor dat die goed is vastgeklikt.
Controleer alle verbindingen tussen de schakelkast en
het kookveld met behulp van geschikte testapparatuur
(zie hoofdstuk Gasinstallatie).
5.6 Stroomaansluiting
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef alle wetten en voorschriften van overheidswege
en aanvullende voorschriften van lokale
elektriciteitsmaatschappijen na.
INFO De stroomaansluiting mag alleen door een
erkend vakman worden uitgevoerd. Deze is ook
verantwoordelijk voor de deskundige uitvoering
en de inbedrijfstelling.
De te gebruiken netaansluitleiding (reeds voorgemonteerd)
moet minstens van het type H05VV-F of H05VVH2-F.
Dwarsdoorsnede: 3G1,5 mm² bij 1-fasige aansluiting.
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze
worden vervangen door een speciaal type. Dat mag
alleen door een daartoe gemachtigde klantendienst
gebeuren.
Stroomaansluiting herstellen
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat voor
de aansluiting van het kookveld uit.
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Controleer de afwezigheid van spanning.
NL
21
Gasinstallatie
www.bora.com
6 Gasinstallatie
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef alle wetten en voorschriften van overheidswege
en aanvullende voorschriften van lokale
gasdistributienetwerken na.
Leef de meegeleverde handleidingen van de fabrikant
na.
INFO Overeenkomstig de van kracht zijnde
voorschriften moet het kookveld op de gas-
leiding worden aangesloten met een t.o.v. het
kookveld upstream gemonteerde afsluitkraan.
INFO De gasleiding kan worden aangesloten als de
gaskookplaat reeds is ingebouwd.
INFO De slangleiding moet zodanig worden
gemonteerd dat ze niet kan vervormen,
knikken of barsten.
INFO De aansluitingen van de afsluitkraan en de
gastoevoerleiding moeten bereikbaar zijn.
INFO De slangleidingen moeten over de
volledige lengte en in ingebouwde toestand
gecontroleerd kunnen worden.
INFO Gebruik alleen compatibele aansluitstukken
voor de aansluiting van de slangleiding.
INFO De slangleiding van de gasaansluiting
mag niet in contact komen met rook of
uitlaatgassteunpunten van een kachel.
INFO De slangleiding mag niet in contact komen met
hete kookoppervlakken of andere toestellen.
De gasaansluiting mag uitsluitend worden uitgevoerd
door een erkende installateur met inachtneming van de
geldende wettelijke bepalingen en lokale voorschriften.
Neem de plaatselijk geldende voorschriften van de
energieleveranciers in acht.
Land Voorschriften/richtlijnen
Duitsland DVGW-TRGI 2008 of TRF 1996
Oostenrijk ÖVGW-Richtlinie G1
Zwitserland SVGW-Gasleitsätze G1
EKAS-richtlijn nr. 1942
Vloeibaar gas, deel 2
Voorschriften van de Federatie
Kantongebonden Brandverzekeringen
(Vereinigung Kantonaler
Feuerversicherungen - VKF)
Nederland
België
Frankrijk
Voorschriften van NBN-norm D 51-003
Voorschriften en aansluitvoorwaarden
van de gas- en elektriciteitsleveranciers
(Frankrijk G.D.F. en E.D.F.).
Australië
Nieuw-Zeeland
AS/ANZS5601 - Gasinstallatie
Tab. 6.1 Landelijke vereisten (bepalingen onder voorbehoud)
6.1 Ventilatie
Dit toestel wordt niet aangesloten op een rookgasafvoer.
Het dient geïnstalleerd en aangesloten te worden
volgens de geldende installatievoorwaarden. Hierbij dient
bijzondere aandacht besteed te worden aan gepaste
maatregelen voor de ventilatie.
Zorg tijdens de werking (van het toestel) steeds voor
voldoende ventilatie.
6.2 Gasaansluiting
Dit gaskooktoestel voldoet aan apparatuurcategorie 3.
Het is voorzien van een flexibele aansluitslang.
Bij een gasaansluiting in Australië of Nieuw-Zeeland
zijn de volgende instructies niet van toepassing.
Het is aan te raden een veiligheidsgasstopcontact in de
andere kast te installeren.
De aansluiting op vloeibaar gas (LPG) gebeurt via een
tussenstuk in de vorm van een afgedichte buis D:
8 x 1 mm.
Voor de aansluiting op de gastoevoer dienen buigzame
en naadloze buizen van roestvrij staal te worden
gebruikt.
De aangesloten veiligheidsgasslang mag
overeenkomstig DIN 3383 maximaal 1500 mm lang
zijn.
De aansluithoeken en verbindingsstukken moeten
een 1/2-inch buitendraad hebben die voldoet aan de
normatieve bepalingen van het land van gebruik (zie
tabel 6.2. Aansluithoeken).
Sluit het toestel aan als volgt:
zet de bedieningsknop in positie 0;
sluit de gastoevoer af.
NL
22
Gasinstallatie
www.bora.com
6.2.2 Gasaansluiting AUS/NZS
Aanvullende technische vereisten worden in aanmerking
genomen:
AS 4551-2008 Domestic gas cooking appliances
(AUS/NZS).
Controleer of de extra onderdelen zijn meegeleverd.
Benaming Aantal
Gasregelaar 1,00 kPa met testpunt voor aardgas (NG) 1
Testpuntadapter voor vloeibaar gas (LPG) 1
Tab. 6.3 Extra leveringsomvang voor AUS/NSZ
Gas aansluiten
De aansluiting dient te gebeuren met een stijve en
onbuigzame buis, zoals gespecificeerd in AS/NZS 5601.
Voor de aansluiting van een veiligheidsgasslang
moet conform AS/NZS 1869 (gecertificeerd en
goedgekeurd door AGA) een leiding worden gebruikt
met een diameter van 10 mm, klasse B of D. De lengte
mag, overeenkomstig AS/NZS 5601, niet meer dan
1200 mm zijn.
Sluit het toestel aan als volgt:
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat voor
de aansluiting van het kookveld uit.
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Controleer de afwezigheid van spanning.
Controleer het gastype en de gasdruk van de
gasdistributieleiding.
Zorg ervoor dat het toestel het juiste sproeier heeft
zodat de gasvlam veilig kan worden ontstoken.
Aardgas (NG)
Als het kookveld wordt aangesloten op een aardgasnet
(NG), moet er een gasregelaar met testpunt worden
gemonteerd.
De gasregelaar en adapter worden meegeleverd.
2
1
3
1
Afb. 6.1 Aansluiting met gasregelaar (NG)
[1] Afdichting
[2] Adapter
[3] Gasregelaar
Monteer de gasregelaar [3] met de adapters [2] en de
bijbehorende afdichting [2] op de aansluiting van de
gaskookplaat.
Let op de gasstroomrichting van de gasregelaar [3].
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat voor
de aansluiting van het kookveld uit.
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Controleer de afwezigheid van spanning.
Controleer het gastype en de gasdruk van de
gasdistributieleiding.
Zorg ervoor dat het toestel het juiste sproeier heeft
zodat de gasvlam veilig kan worden ontstoken.
Verwijder de beschermkap van de aansluitslang.
Wanneer u gebruikmaakt van een veiligheidsgasslang,
moet u deze met behulp van een goedgekeurde
veiligheidsklem direct op de aansluiting van de
gaskookplaat volledig gasdicht aansluiten.
Gebruikt u een aansluithoek, schroef deze dan met de
meegeleverde afdichting goed vast.
ISO 228-1
ISO 7-1
(EN10226)
ISO 228-1
ISO 228-1
Tab. 6.2 Aansluithoek
Gebruik alleen het type aansluithoek dat in uw land is
toegestaan.
ISO 228-1/ISO7-1(EN10226): cilindrisch/konisch
ISO 228-1/ISO 228-1: cilindrisch/cilindrisch
Sluit het toestel aan op de gasleiding.
Draai alle verbindingen stevig aan.
Controleer de correcte montage.
Controleer of de afsluitkraan goed werkt.
Controleer met behulp van een lektest of de
gasaansluiting lekvrij is (zie hoofdstuk Lektest).
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringautomaat in.
Zet het kookveld aan (zie hoofdstuk Bediening).
Controleer of alle functies en de gasvlam correct
werken.
6.2.1 Extra montagevoorschriften voor
Australië en Nieuw-Zeeland (AUS/NZS)
INFO Hou rekening met de vereisten voor het
inbouwen van het toestel conform
AS/NZS/5601, de minimale afstand tussen
de randen van de gasbrander en brandbare
oppervlakken.
Neem alle informatie die in dit hoofdstuk wordt
vermeld, in acht.
Controleer ook de geldende voorwaarden die worden
opgelegd in de van kracht zijnde voorschriften:
NZS5261/AS5601/AG601.
NL
23
Gasinstallatie
www.bora.com
6.3 Lektest van de gasaansluiting
Zorg ervoor dat er geen vonken kunnen ontstaan.
Gebruik geen vuur of open vlam.
Controleer alle verbindingen tussen de schakelkast en
het kookveld alsook de gasaansluiting met behulp van
geschikte testapparatuur.
Sluit, wanneer u gebruikmaakt van een lekspray, alle
verbindingen aan.
Sluit de gas af wanneer u ziet dat er gas ontsnapt en
ventileer de ruimte.
Maak de lek dicht.
Controleer opnieuw alle verbindingen en de
gasaansluiting.
Herhaal de lektest totdat alle verbindingen volledig
lekdicht zijn.
Stel een lektestprotocol op en overhandig dit aan de
gebruiker.
6.4 Gastype wijzigen
zet de bedieningsknop in positie 0;
Sluit de gastoevoer van de gasdistributieleiding af.
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat uit.
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Controleer de afwezigheid van spanning.
De gassproeier van de gasbrander vervangen
Neem de pannendrager van het apparaat.
Verwijder het deksel van de gasbrander.
1
2
Afb. 6.3 Kookplaatbrander met gassproeier
[1] Gasbrander
[2] Gassproeier
Draai de gassproeier [2] uit de gasbrander [1] .
Bevestig het juiste sproeier voor de te gebruiken
gassoort in de gasbrander [2].
Leg het deksel correct op de gasbrander [1].
Het deksel moet er mooi vlak op liggen.
Vloeibaar gas (LPG)
Als het kookveld wordt aangesloten op een
LPG-distributienet, gebeurt de regeling aan de gasfles.
Hiervoor moet u alleen een testpuntadapter met de
adapter in de gasdistributieleiding installeren.
De testpuntadapter en de adapter worden met het toestel
meegeleverd.
1
2
3
2
Afb. 6.2 Aansluiting met testpuntadapter (LPG)
[1] Testpuntadapter
[2] Afdichting
[3] Adapter
Monteer de testpuntadapter [1] met de adapters [3] en
de bijbehorende afdichting [2] op de aansluiting van de
gaskookplaat.
Zorg ervoor dat de afdichting correct wordt aangebracht.
Zorg ervoor dat u de benodigde adapter alsook de
bijbehorende afdichtingen bij de hand hebt op de
plaats waar de gastoevoer zich bevindt.
Draai alle verbindingen stevig aan.
Controleer de correcte montage.
Controleer of de afsluitkraan goed werkt.
Controleer als volgt de gasdruk (LPG):
zet de bedieningsknop in positie 0;
sluit de gastoevoer af.
schroef de testpuntschroef volledig los;
sluit het meetapparaat aan op de testpuntaansluiting;
open de gastoevoer;
stel de gasdruk aan de gasdistributie (LPG, drukfles) in
op 2,75 kPa;
ontsteek de brander (zie hoofdstuk Bediening);
controleer de gasvlam;
is alles correct ingesteld, sluit dan de gastoevoer af;
zet de bedieningsknop in positie 0;
haal het meetapparaat van het testpunt;
schroef de testpuntschroef weer stevig vast in de
testpuntadapter;
controleer of de schroef stevig vastzit.
Afsluitende montagewerkzaamheden voor
beide gassoorten (NG/LPG)
Controleer met behulp van een lektest of de
gasaansluiting lekvrij is (zie hoofdstuk Lektest).
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringautomaat in.
Zet het kookveld aan (zie hoofdstuk Bediening).
Controleer of alle functies en de gasvlam correct
werken.
NL
24
Gasinstallatie
www.bora.com
Gaskraansproeier in de schakelkast
vervangen
1
2 3
Afb. 6.4 Schakelkast met gaskraansproeier
[1] Schakelkast
[2] Gaskraan
[3] Sproeier
Draai het gaskraansproeier [3] uit de gaskraan [2].
Bevestig het juiste gaskraansproeier [3] voor het te
gebruiken type gas in de gaskraan [2].
Bevestig de nieuwe markering met vermelding van
de juiste gassoort (aardgas/vloeibaar gas) op het
typeplaatje op de onderkant van het toestel en op de
schakelkast.
Voorzie de juiste gasaansluiting voor aardgas (NG) of
vloeibaar gas (LPG). Zie hiervoor in dit hoofdstuk het
punt Gasaansluiting.
6.5 Overdracht aan de gebruiker
Wanneer de montage voltooid is:
Leg de basisfuncties uit aan de gebruiker.
Breng de gebruiker op de hoogte van alle
veiligheidsrelevante aspecten van de bediening en het
onderhoud.
Bezorg de toebehoren en de bedienings- en
montagehandleiding aan de gebruiker en vraag hem
om deze goed te bewaren.
NL
25
Gasinstallatie
www.bora.com
6.6 Tabel voor sproeiers
INFO Gebruik alleen gemarkeerde en toegestane
sproeiers.
Gastype LPG (vloeibaar gas)
NG (aardgas)
Gas-
brander -
positie
Piekdruk
(mbar)
Beperkte
capaciteit
(kW)
Benaming sproeier Nominale
capaciteit
aardgas
Nominale
aansluitwaarde
butaan propaan
Brander Gaskraan Hs (kW) Hi (kW) (kW) (g/h)
G 20 Aardgas H/E Voorzijde 20 0,6 140 59 4,0 3,65
G 20 Aardgas H/E Achterkant 20 0,35 101 46 1,75 1,6
G 25 Aardgas LL Voorzijde 20 0,6 144 59 3,5 3,2
G 25 Aardgas LL Achterkant 20 0,35 94 50 1,5 1,35
G 20/25 Aardgas H/L Voorzijde 20/25 0,6 140 59 4,0 3,65
G 20/25 Aardgas H/L Achterkant 20/25 0,35 101 46 1,75 1,6
G 20 Aardgas H Voorzijde 25 0,6 126 61 4,0 3,65
G 20 Aardgas H Achterkant 25 0,35 91 47 1,75 1,6
G 25 Aardgas L Voorzijde 25 0,6 144 59 4,0 3,65
G 25 Aardgas L Achterkant 25 0,35 94 46 1,75 1,6
G 20 Aardgas H Voorzijde 10 0,6 193 68 4,0 3,65
G 20 Aardgas H Achterkant 10 0,35 118 53 1,75 1,6
G 30/31 Butaan/propaan Voorzijde 28-30/37 0,6 85 40 3,0 219
G 30/31 Butaan/propaan Achterkant 28-30/37 0,38 65 33 1,75 128
G 30/31 Butaan/propaan Voorzijde 50 0,6 75 33 3,0 219
G 30/31 Butaan/propaan Achterkant 50 0,38 58 27 1,75 128
Tab. 6.4 Tabel voor sproeiers
Totale nominale aansluitwaarde voor vloeibaar gas:
4,75 kW/347 g/h
Totale nominale aansluitwaarde voor aardgas:
5,75kW / 0,588m³/h
NL
26
Bediening
www.bora.com
7 Bediening
Leef bij elk gebruik alle veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen na (zie hoofdstuk Veiligheid).
INFO Het kookveld mag alleen bediend worden
wanneer de roestvrijstalen vetfilter is
ingebouwd (zie bedieningshandleiding
Kookveldafzuiging).
INFO Voor u het kookveld voor het eerst gebruikt,
moeten de kookzones worden gereinigd
(zie hoofdstuk Reiniging).
INFO Door gebruik kan de gasbrander licht
verkleuren. Deze verkleuring is heel normaal en
heeft geen invloed op de gasvlam.
INFO Bij het gebruiken van de gasbrander hoort men
mogelijk gas ontsnappen ter hoogte van de
gasbrander. Onzuiverheden bij de brander en in
de omgevingslucht (stof) kunnen ervoor zorgen
dat de gasvlam oranje kleurt. Deze
eigenschappen zijn normaal en kunnen zich
afzonderlijk voordoen.
Het gebruik van een kookveld op gas kan warmte en
condens genereren in de ruimte waar het toestel is
opgesteld.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Houd de natuurlijke verluchtingsopeningen open.
Gebruik een mechanisch ventilatiesysteem.
Bij intensief en langdurig gebruik van het toestel
kan het nodig zijn om voor extra ventilatie te
zorgen, bijv. door een raam open te zetten of een
werkzame ventilatie-eenheid (bijv. een mechanisch
ventilatiesysteem) op een hoger vermogensniveau te
schakelen.
Sluit de gastoevoer en schakel de zekering van de
stroomvoorziening in huis uit wanneer er tijdens
gebruik van het gaskookveld rook of brand ontstaat.
7.1 Gasbrander aansteken
Elk kookveld op gas is voorzien van een
veiligheidsthermostaat.
Deze thermostaat detecteert wanneer de vlam is
gedoofd en zet de gastoevoer uit.
De gasflow wordt stopgezet.
Afb. 7.1 Bedieningsknop indrukken en draaien
Ontsteken
Het aansteken van de gasbrander gebeurt door middel
van de veiligheidsthermostaat. Hiervoor moet u de
bedieningsknop na de ontsteking nog ong. 15 seconden
ingedrukt houden.
Dooft de vlam ongewild of krijgt u de gasbrander niet aan,
wacht dan minstens één minuut en probeer opnieuw.
Open de voorgeschakelde gasklep om de gastoevoer
te beveiligen.
Druk de bedieningsknop van de gewenste gasplaat in
tot aan de aanslag.
Draai nu de ingedrukte bedieningsknop tegen de
wijzers van de klok in (naar links) tot aan het grote
vlamsymbool.
Er komt nu gas uit de brander dat door de vlam op een
veilige wijze zal worden ontstoken.
De vlam dooft wanneer de bedieningsknop te snel
wordt losgelaten.
Houd de bedieningsknop ca. 10-15 seconden
ingedrukt.
De vlam brandt nu stabiel.
Lukt het ontsteken niet, probeer dan opnieuw terwijl
de bedieningsknop op de laagste of de middelste stand
staat.
Uitschakelen
Draai de bedieningsknop op vermogensniveau 0 om de
gaskookplaat weer uit te schakelen.
De vlam van de gaskookplaat gaat uit.
Sluit de voorgeschakelde gasklep.
7.2 Vermogensniveau instellen
Draai aan de bedieningsknop om het gewenste
vermogensniveau in te stellen.
NL
27
Bediening
www.bora.com
7.3 Correct gebruik van de
gaskookplaat
INFO Plaats geen kookgerei met een oneffen bodem
op de gietijzeren pannendrager. Het kookgerei
zou immers kunnen omkiepen.
Voor een maximaal vermogen bij een minimaal
gasverbruik raden wij het volgende aan:
Gebruik kookgerei waarvan de bodem de vlam volledig
afdekt en waar de vlam niet onderuit komt.
Gebruik voor elke gasbrander geschikte kookpotten.
Kookt de inhoud van de pot, zet dan de gasbrander op
het laagste vermogensniveau (kleine vlam).
Zet het kookgerei in het midden van de gaskookplaat.
7.4 Gebruik van de gaskookplaat
met een BORA-kookveldafzuiging
INFO Het kookveld mag alleen worden
gebruikt wanneer de (meegeleverde)
luchtgeleidingsplaat in de juiste richting is
gemonteerd en als luchtgeleidingsplaat kan
functioneren.
INFO De luchtgeleidingsplaat kan tijdens de werking
ervan warm worden.
Afb. 7.2 Positie van de luchtgeleidingsplaat
Plaats de luchtgeleidingsplaat over de lange zijde van
de kookveldafzuiging.
Een ingebouwde magneet houdt de
luchtgeleidingsplaat op zijn plaats.
Zo wordt de verschuiving van de vlam tot een minimum
beperkt.
Nu kunt u de kookveldafzuiging met de gaskookplaat in
gebruik nemen.
NL
28
Reiniging en verzorging
www.bora.com
8 Reiniging en verzorging
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef de meegeleverde handleidingen van de fabrikant na.
Controleer of voor de geplande reiniging en verzorging
het kookveld en de kookveldafzuiging volledig zijn
uitgeschakeld en afgekoeld, om letsel te vermijden
(zie hoofdstuk Bediening).
Een regelmatige reiniging en een regelmatig onderhoud
staan garant voor een lange levensduur en een
optimale werking.
Leef de volgende reinigings- en verzorgingscycli na:
Componenten Reinigingscyclus
Bedieningsknop onmiddellijk na elke verontreiniging
Kookveld
Panhouder
Gasbranderdeksel
onmiddellijk na elke verontreinigingwekelijks
grondig met in de handel verkrijgbare
glaskeramiekreiniger
Tab. 8.1 Reinigingscycli
8.1 Reinigingsmiddel
INFO Door het gebruik van agressieve
reinigingsmiddelen en door schurende
kookpotbodems wordt het decor mettertijd
afgesleten en ontstaan donkere vlekken.
U hebt voor de reiniging van het kookveld een speciale
glaskeramische schraper en een geschikt reinigingsmiddel
nodig.
Gebruik nooit stoomreiniger, krassende
schuursponsjes, schuurmiddel of agressieve
reinigingsmiddelen (bijv. ovenspray).
Let erop dat het reinigingsmiddel in geen geval zand,
soda, zuren, logen of chloor bevat.
8.2 Kookveld verzorgen
Gebruik het kookveld niet als werk- of legvlak.
Schuif of trek niet met kookgerei over het kookveld.
Til kookpotten en pannen altijd op.
Houd het kookveld zuiver.
Verwijder alle verontreinigingen onmiddellijk.
Gebruik alleen kookgerei dat geschikt is voor kookvelden
in glaskeramiek (bijv. hoofdstuk Toestelbeschrijving).
8.3 Kookveld reinigen
INFO Terwijl u de kookveldafzuiging gebruikt, moet
de roestvrijstalen vetfilter geplaatst zijn om
te vermijden dat kleine en lichte voorwerpen
zoals bijv. reinigingsdoeken uit stof of papier
worden aangezogen (zie bedieningshandleiding
kookveldafzuiging).
Controleer of het kookveld uitgeschakeld is
(zie hoofdstuk Bediening).
Kijk na of de gastoevoer is onderbroken en/of
uitgeschakeld.
Wacht totdat alle kookzones afgekoeld zijn.
Verwijder alle grote verontreinigingen en resten van
spijzen met een glaskeramische schraper van het
kookveld.
Breng het reinigingsmiddel aan op het koude kookveld.
Smeer het reinigingsmiddel uit met huishoudrol of een
zuivere doek.
Veeg het kookveld met water af.
Wrijf het kookveld droog met een zuivere doek.
Wanneer het kookveld warm is:
Verwijder vastgekleefde gesmolten resten van kunststof,
aluminiumfolie, suiker enz. en suikerhoudende
voedingsmiddelen onmiddellijk met een glaskeramische
schraper van de warme kookzone om inbranden te
vermijden.
Sterke verontreiniging
Sterke verontreinigingen en vlekken (kalkvlekken,
paarlemoerachtig glanzende vlekken)kunnen het best
met reinigingsmiddelen verwijderd worden wanneer
het kookveld nog warm aanvoelt.
Maak overgekookte spijzen week met een natte doek.
Verwijder de vuilresten met de glaskeramische schraper.
Verwijder korrels, kruimels of andere verontreinigingen
die tijdens het koken op het kookveld vallen
onmiddellijk om krassen op het oppervlak te
vermijden.
Kleurveranderingen en glanzende plekken zijn geen
beschadigingen van het kookveld. De werking van het
kookveld en de stabiliteit van de glaskeramiek worden
daardoor beïnvloed.
Kleurveranderingen van het kookveld ontstaan door
niet-verwijderde en ingebrande resten.
Glanzende plekken ontstaan door afschuring van de
onderkant van de kookpot, in het bijzonder bij gebruik
van kookgerei met aluminiumbodems of door ongeschikte
reinigingsmiddelen. Deze kunnen maar moeilijk worden
verholpen.
NL
29
Reiniging en verzorging
www.bora.com
Zet de gasbranders weer aan
(zie hoofdstuk Bediening).
8.3.2 Reinigen van de bedieningsknop
Controleer of het kookveld uitgeschakeld is
(zie hoofdstuk Bediening).
Reinig de bedieningsknop alleen met de hand.
Trek de bedieningsknop los.
Reinig de bedieningsknop met een zachte borstel.
Spoel de bedieningsknop na de reiniging goed af.
Laat de bedieningsknop goed drogen.
Plaats na een grondige reiniging de zuivere en drogen
bedieningsknop weer op de schakelaar.
8.3.1 Reinigen gasbrander
1
2
3
4
5
Afb. 8.1 Opbouw gasbrander
[1] Branderdeksel
[2] Branderkop
[3] Thermo-element veiligheid
[4] Elektrisch ontstekingsmechanisme
[5] Branderhuis
Begin het apparaat pas te reinigen wanneer de
gasbrander na gebruik volledig is afgekoeld naar een
normale temperatuur.
Maak het apparaat alleen schoon met warm
spoelwater en een in de handel verkrijgbaar
spoelmiddel. Gebruik een zachte doek of een gewone
keukendoek.
U mag op het apparaat nooit kras- of schraapmiddelen
gebruiken.
De gasbranders en panhouders mogen niet in de
vaatwasser.
Neem de panhouder van het apparaat.
Verwijder branderdeksel [1] van de branderkop [2].
Verwijder branderkop [2] van de gasuitlaat.
Maak het brandergedeelte schoon.
Wanneer het brandergedeelte schoon is, monteert u
het geheel weer samen.
De branderkoppen en branderdeksel moeten volledig
droog zijn voor ze weer in het apparaat mogen worden
gemonteerd.
Plaats de branderkop [2] op correcte wijze op de
gasuitlaat.
Let erop dat de thermo-elementen veiligheid en de
elektrische ontstekingsinstallatie in de juiste opening
zijn geplaatst.
Leg het branderdeksel [1] recht en gelijk op de
branderkop [2].
Als de branderonderdelen verkeerd worden
gemonteerd, werkt de elektrische ontsteking niet.
Leg de panhouders recht en gelijk op het gaskookveld.
NL
30
Storingen verhelpen
www.bora.com
9 Storingen verhelpen
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na (zie hoofdstuk Veiligheid).
Probleem Oorzaak Oplossing
Het kookveld kan niet elektrisch
worden aangestoken.
De zekering of de zekeringsautomaat
van de wonings- of huisinstallatie is
defect of werd uitgeschakeld.
Zekering vervangen.
Zekeringsautomaat weer inschakelen.
De zekering of de zekeringsautomaat
wordt meermaals geactiveerd.
De klantendienst van BORA bellen.
De stroomvoeding is onderbroken. De stroomvoeding door een vakman laten
controleren.
De gasbranders zijn vochtig. Droog de gasbranderonderdelen
(zie hoofdstuk Reiniging).
De gasbranderkoppen en/of
gasbranderdeksels staan niet op
de juiste plaats.
Zet de gasbranderonderdelen op de juiste
plaats (zie hoofdstuk Reiniging).
Verontreinigingen in de gasbranderkop Reinig de gasbranderonderdelen
(zie hoofdstuk Reiniging).
U stelt een gaslucht vast. De gastoevoerleiding heeft een lek. Schakel de gastoevoer af en doof
onmiddellijk alle open vlammen.
Neem onmiddellijk contact op met uw
gasinstallateur.
Zorg ervoor dat alle aansluitingen lekdicht
zijn (zie hoofdstuk Gasinstallatie).
Er komt geen gas uit de gasbrander. De gastoevoer is afgesloten. Open de gastoevoer
(zie hoofdstuk Bediening).
De gasfles is leeg
(bij vloeibaar gas -> lpg).
Vervang de lege gasfles door een volle.
Let erop dat u het juiste type gas neemt.
U ziet een ongelijkmatig vlambeeld
op de brander.
De gasbranderkoppen en/of
gasbranderdeksels staan niet op
de juiste plaats.
Zet de gasbranderonderdelen op de juiste
plaats (zie hoofdstuk Reiniging).
De gasuitstroomopeningen aan de
gasbranderkop zijn verontreinigd.
Reinig de gasbranderonderdelen
(zie hoofdstuk Reiniging).
Tab. 9.1 Storingen verhelpen
Neem in alle andere gevallen contact op met de klantendienst van BORA (zie hoofdstuk Garantie, klantendienst en
reserveonderdelen).
NL
31
Buitenbedrijfstelling, demontage en afdanking
www.bora.com
10 Buitenbedrijfstelling,
demontage en
afdanking
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef de meegeleverde handleidingen van de fabrikant na.
10.1 Buitenbedrijfstelling
Onder buitenbedrijfstelling worden definitieve
buitenbedrijfstelling en demontage verstaan. Na een
buitenbedrijfstelling kan het toestel noch opnieuw in
andere meubilair worden ingebouwd, noch privé worden
doorverkocht of afgedankt.
INFO Alleen bevoegd vakpersoneel mag de stroom- en
gasaansluiting loskoppelen en aansluiten.
Schakel het toestel uit voor de buitenbedrijfstelling
(zie hoofdstuk Bediening)
Ontkoppel het toestel van de voedingsbron.
Ontkoppel het toestel van de gastoevoer.
10.2 Demontage
Voor het demonteren moet het toestel toegankelijk zijn
voor demontage en van de spanningsbron losgekoppeld
zijn. Bij gastoestellen moet u controleren of de
gasaansluiting afgesloten is.
Maak de bevestigingsklemmen los.
Verwijder de siliconenvoegen.
Verwijder het toestel langs boven uit het aanrecht.
Verwijder verdere toebehoren.
Verwijder het oude toestel en verontreinigde
toebehoren zoals beschreven onder punt
“Milieuvriendelijke afdanking”.
10.3 Milieuvriendelijke afdanking
Afdanking van de transportverpakking
INFO De verpakking beschermt het toestel tegen
transportschade. De verpakkingsmaterialen
zijn volgens milieuvriendelijke en afdankings-
technische principes geselecteerd en kunnen
dus worden gerecycled.
Het opnieuw introduceren van de verpakking in de
materiaalkringloop bespaart grondstoffen en verkleint
de inspanningen voor afvalverwerking. Uw vakhandelaar
neemt de verpakking terug.
Bezorg de verpakking aan uw vakhandelaar
of
Dank de verpakking op vakkundige wijze af, in
overeenstemming met de regionale voorschriften.
Afdanking van het oude toestel
Elektrische toestellen die van dit teken
voorzien zijn, mogen aan het einde van
hun levensduur niet samen met het
huishoudelijk afval worden afgedankt. U
moet ze naar een verzamelpunt voor de
recycling van oude elektronische
of elektrische toestellen brengen.
Informatie daarover vindt u in de
regelgeving van uw stad of gemeente.
Elektrische en elektronische oude toestellen bevatten
in grote mate nog waardevolle materialen. Ze bevatten
evenwel ook schadelijke stoffen die noodzakelijk waren
voor hun functioneren en veiligheid. In het restafval of
bij verkeerde behandeling kunnen deze de menselijke
gezondheid en het milieu schade berokkenen.
Verwijder uw oude toestel derhalve in geen geval via
het huishoudelijk afval.
Breng het oude toestel naar een regionaal
verzamelpunt voor teruggave en verwerking van
elektrische en elektronische onderdelen en andere
materialen.
NL
32
Garantie, klantendienst en reserveonderdelen
www.bora.com
11 Garantie, klantendienst
en reserveonderdelen
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na
(zie hoofdstuk Veiligheid).
11.1 Garantie
De garantieperiode bedraagt 2 jaar.
11.2 Klantendienst
BORA-klantendienst:
zie achterzijde van de bedienings- en montagehandleiding
+800 7890 0987
Neem bij storingen die u niet zelf kunt oplossen,
contact op met uw vakhandelaar of de BORA-klanten-
dienst.
De klantendienst heeft de typebeschrijving en het fabricage-
nummer van uw toestel nodig (FD-nummer). Beide
gegevens vindt u op het typeplaatje op de keerzijde van
de handleiding en ook op de onderzijde van het toestel.
11.3 Reserveonderdelen
Gebruik bij reparaties alleen originele onderdelen.
INFO Reserveonderdelen kunt u kopenbij uw-BORA-
handelaar en op de servicewebsite van BORA
www.bora.com/service of telefonisch via het
aangegeven servicenummer.
NL
33
Notities:
www.bora.com
12 Notities:
NL
34
Notities:
www.bora.com
Duitsland:
BORA Lüftungstechnik GmbH
Rosenheimer Str. 33
83064 Raubling
Duitsland
T +49 (0) 8035 / 907-240
F +49 (0) 8035 / 907-249
info@bora.com
www.bora.com
Oostenrijk:
BORA Vertriebs GmbH & Co KG
Prof.-Dr.-Anton-Kathrein-Straße 3
6342 Niederndorf
Oostenrijk
T +43 (0) 5373 / 62250-0
F +43 (0) 5373 / 62250-90
mail@bora.com
www.bora.com
Europa:
BORA Holding GmbH
Prof.-Dr.-Anton-Kathrein-Straße 3
6342 Niederndorf
Oostenrijk
T +43 (0) 5373 / 62250-0
F +43 (0) 5373 / 62250-90
mail@bora.com
www.bora.com
Australië – Nieuw-Zeeland:
BORA APAC Pty Ltd
A/ 91-95 Victoria Road
Drummoyne NSW 2047
Australië
T +61 2 7900 5580
F +61 2 8076 3514
info@boraapac.com.au
www.boraapac.com.au
Typeplaatje:
+800 7890 0987
6


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Bora PG11 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Bora PG11 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,18 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Bora PG11

Bora PG11 User Manual - English - 32 pages

Bora PG11 User Manual - German - 36 pages

Bora PG11 User Manual - French - 36 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info