- 24 -
• Überprüfen Sie regelmäßig, ob das
Gerätekabel noch intakt ist. Benutzen Sie
das Gerät nicht, wenn das Kabel beschädigt
ist. Lassen Sie ein beschädigtes Kabel
von einem qualifi zierten Wartungsdienst
ersetzen.
• Das Gerät ist mit einem kurzen Netzkabel
ausgestattet, um die Gefahr zu verringern,
dass Sie sich in einem freihängenden Kabel
verfangen und so die Fritteuse umstoßen
und in Kontakt mit heißem Öl kommen.
• Verwenden Sie keine Verlängerungsschnur.
• Um Brandgefahr zu verhindern, muss
das Gerät seine Wärme abgeben können.
Sorgen Sie also dafür, dass das Gerät
ausreichend frei steht und nicht in Kontakt
mit brennbarem Material kommen kann.
Das Gerät darf nicht abgedeckt werden.
• Benutzen Sie das Gerät nicht in der Nähe
von entzündlichen Materialien.
• Sorgen Sie dafür, dass das Gerät, das
Kabel und der Stecker nicht mit Hitzequellen
wie heißen Kochplatten oder off enem Feuer
in Berührung kommen.
• Sorgen Sie dafür, dass das Gehäuse, das
Kabel und der Stecker nicht mit Wasser in
Berührung kommen.
- 9 -
7. Laat een gevuld frituurmandje
voorzichtig in de friteuse zakken en doe
vervolgens de deksel erop.
8. Als de producten gereed zijn, haal
de deksel volledig eraf, zodat u
zich niet brandt aan ontsnappende
dampen. Verwijder het mandje uit de
pan. Met behulp van het haakje aan
het mandje kunt u het mandje eerst
aan de binnenrand van de pan laten
hangen. Zo kan overtollige olie eerst
uit het mandje druipen. Schud daarna
voorzichtig het gefrituurde voedsel op
een bord of een schaal.
9. Schakel wanneer u klaar bent met
frituren de friteuse uit door de aan/uit-
en temperatuurknop geheel naar links
in de stand »OFF« te draaien. Neem de
stekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat de producten goed
droog zijn voordat u ze frituurt.
Vochtige producten kunnen de hete
olie of vet hevig doen opspatten.
• Frituur geen ovenfrites.
• Bij het gebruik van verse eigen
gemaakte frites, zorg ervoor dat deze
goed droog zijn! Omdat vers eigen
gemaakte frites over het algemeen
vochtiger kunnen zijn dan diep
gevroren frites.
• Frituur geen aardappels die al te lang
liggen of al aan het spruiten zijn.
• Plaats niet te veel etenswaren in de
frituurmand.
• Filter de olie of het vet regelmatig
om kruimels en voedseldeeltjes te
verwijderen.
• Wees uiterst voorzichtig bij het vullen
en legen van de friteuse en bij het
openen en sluiten van de deksel. De
binnenzijde van de deksel en de pan
zijn erg heet en de hete damp, vet- of
oliespetters kunnen brandwonden
veroorzaken.
BAKTIJDEN VAN ONBEVROREN
ETENSWAREN
Wanneer er baktijden staan aangegeven
op de verpakking van de etenswaren,
dan adviseren wij u om die aan te houden
voor het beste resultaat.
BAKTIJDEN VAN BEVROREN
ETENSWAREN
Wanneer u bevroren etenswaren
onderdompelt in de friteuse, zal de
temperatuur van de olie snel afnemen.
Het is daarom belangrijk om hogere
temperaturen aan te houden. De
frituurtijd zal hierdoor wel afnemen.
Wanneer er baktijden staan aangegeven
op de verpakking van de etenswaren,
dan adviseren wij u om die aan te houden
voor het beste resultaat.
REINIGING EN ONDERHOUD
Reinig het apparaat en de losse
onderdelen grondig na elk gebruik:
1. Schakel de friteuse uit door de aan/
uit- en temperatuurknop geheel naar
links te draaien. Neem de stekker uit het
stopcontact.
2. Laat de friteuse afkoelen.
3. Berg het snoer op in de ruimte aan de
achterzijde van de friteuse.
4. Haal de deksel eraf en neem
frituurmand uit de friteuse.
5. Neem de binnenpan uit de friteuse
en giet de olie of het vet in een bak.
Frituurvet en bakolie kunt u het beste
bij uw gemeente inleveren. Het kan
hergebruikt worden voor andere
doeleinden.
6. Verwijder de resterende olie met behulp
van absorberend keukenpapier.
7. Reinig de binnenkant van de pan en het
frituurmandje grondig met heet water,
afwasmiddel en een niet schurende
spons. Droog ze vervolgens grondig.
8. Reinig de behuizing met een vochtige
doek en eventueel wat afwasmiddel.
Droog de behuizing vervolgens
grondig.
9. Zet het apparaat weer in elkaar.
10. Berg het apparaat op een droge
plaats op.
LET OP: Controleer of het bedienings-
paneel met het verwarmingselement
op de juiste wijze is geplaatst. Als het
paneel niet precies in de geleiders wordt
geschoven, zal de beveiliging worden
geactiveerd en zal het apparaat niet
inschakelen.