96
Programmatype programmeren
Van fabriekswege is onder elk van de voor-
keuzetoetsen 1 - 6 een programmatype
vastgelegd.
U kunt echter ook andere beschikbare pro-
grammatypes programmeren.
Wanneer u een ander programmatype wilt
programmeren, moet “PTY” op het display
verlicht zijn.
• Schakel indien gewenst “PTY” in met
de PTY-toets.
• Kies het programmatype met << >>.
• Houd de gekozen toets (1 - 6) inge-
drukt totdat de pieptoon te horen is.
Het gekozen programmatype kan met deze
toets worden opgeroepen indien “PTY” ver-
licht is.
Zenders kort laten horen met
PTY-SCAN
Voorwaarde: PTY moet verlicht zijn op het
display.
• Houd SRC/SC ingedrukt totdat de
pieptoon te horen is.
De radio laat de ontvangbare zenders
van dit programmatype kort horen.
SCAN uitschakelen:
• Druk nogmaals op SRC/SC of op de
tuimeltoets van de zoekafstemming.
Voorrang PTY
Situatie:
PTY is ingeschakeld, de aanduiding op het
display is verlicht.
Er is momenteel geen zender van het ge-
kozen programmatype te ontvangen (met
zoekafstemming of Scan).
Het apparaat schakelt terug naar de oor-
spronkelijke zender.
Zodra binnen dezelfde “zenderketen” een
zender van het gekozen programmatype te
ontvangen is, schakelt het apparaat bij ra-
dioweergave voor de duur van de uitzen-
ding over op deze zender.
Voorbeeld:
- oorspronkelijke zender: NDR 3
- “PTY” op het display
- “POP” gekozen
- zoekafstemming gestart
- geen zender met “PTY POP” gevon-
den
- display toont “NO PTY” en schakelt
- automatisch terug naar NDR 3
- NDR 2 zendt “PTY POP” uit
- apparaat schakelt binnen de zenderke-
ten over op NDR 2 zolang deze zender
“POP” uitzendt.
Ook tijdens cassette- of cd-weergave scha-
kelt het apparaat automatisch binnen de
zenderketen over op de radiozender van het
gekozen programmatype.
Na het einde van de PTY-uitzending scha-
kelt het apparaat terug naar de oorspronke-
lijke audiobron (radio, cassette of cd).
Let op:
Zoals al vermeld werd, zijn deze functies
momenteel nog niet met alle RDS-zenders
te gebruiken.
FrSieLouKiStLoRCM148 nl 29.05.2002, 12:53 Uhr96