NL
5
oplader uit het toestel als de batterij opgeladen is.
Opmerking: Wanneer de batterij bijna leeg is, zal op het beeldscherm
van het toestel een waarschuwend bericht verschijnen. Laad de batterij
zo spoedig en zo veel mogelijk op om ongemakken te voorkomen. De
telefoon kan namelijk tijdens een oproep uitschakelen. Uw toestel kan
automatisch uitschakelen wanneer het oplaadniveau te laag is.
4.3 De batterij onderhouden
Het apparaat heeft een oplaadbare batterij wanneer de
batterijspanning laag is, kunt u het uploaden zo snel mogelijk om de
levensduur van de batterij te verhogen. Trek de stekker uit het
stopcontact wanneer u de oplader niet gebruikt. Overladen verkort de
levensduur van de batterij. Laad de telefoon niet langer dan een week
op. Temperatuur beïnvloedt de batterijcapaciteit. Mogelijk moet de
batterij worden gekoeld of opgewarmd voordat deze wordt opgeladen.
Als de batterijtemperatuur lager is dan 0 ° C of hoger dan 45 ° C, laad
de batterij dan niet op. Gebruik de batterij volgens het beoogde doel.
Sluit de batterijpolen niet kort. Gebruik geen beschadigde batterij. Als u
het apparaat onder extreme temperaturen gebruikt, wordt de batterij
niet goed werken en verkort de levensduur. Gooi de batterij NIET in het
vuur, volg de plaatselijke wetten en voorschriften met betrekking tot het
weggooien van de lege batterij.
5. Het gebruik van het toestel
5.1 In- en uitschakelen
1. Houd de knop Einde/Aan/uittoets ingedrukt om het apparaat in of uit
te schakelen.
2. Als u na het inschakelen een pincode nodig hebt, voert u de juiste
pincode in. Als u het verkeerde nummer invoert, drukt u op de rechter
functietoets om het nummer te verwijderen.
3. Houd de aan / uit-toets ingedrukt totdat het scherm wordt
uitgeschakeld om de telefoon uit te schakelen
5.2 Bellen
In standby-modus druk op de juiste cijfertoetsen om een
telefoonnummer in te geven. Met de rechte softwaretoetskunt u de
foute cijfers wissen en met de linkse softwaretoets of met de beltoets
kunt u een oproep starten indien het telefoonnummer juist is.