Spraakopdrachten
Een actie uitvoeren met een spraakopdracht
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Spraakgestuurd bellen.
2. Geef na de piep een spraakopdracht.
Beschikbare spraakopdrachten
"Bel <naam contactpersoon of telefoonnummer>"
Met deze spraakopdracht kunt u bellen. Als u deze taak wilt uitvoeren met een Bluetooth®--apparaat, zoals een handsfree carkit of een
draadloze headset, moet het gekoppelde Bluetooth®--apparaat deze functie ondersteunen en moet u de Bluetooth®--technologie
inschakelen. U kunt geen noodoproepen maken met behulp van spraakopdrachten.
"Bel <naam contactpersoon> <type telefoonnummer>"
Met deze spraakopdracht belt u een specifiek telefoonnummer voor een contactpersoon die in uw contactpersonenlijst staat. Als de
contactpersoon bijvoorbeeld een werktelefoonnummer en een mobiel telefoonnummer heeft, kunt u zeggen "Bel <naam contactpersoon>
werk" om naar het werktelefoonnummer te bellen.
"Bel toestel <toestelnummer>"
Met deze spraakopdracht belt u een toestel. Als u deze taak wilt uitvoeren, moet u opties voor het kiezen van toestelnummers instellen.
U kunt alleen toestelnummers in uw bedrijf kiezen.
"Controleer mijn telefoonnummer"
Als u meerdere telefoonnummers hebt gekoppeld aan uw BlackBerry®-toestel, kunt u uw actieve telefoonnummer controleren met deze
spraakopdracht.
"Controleer signaalsterkte"
Met deze spraakopdracht kunt u het bereik van uw mobiele netwerk controleren.
"Controleer netwerk"
Met deze spraakopdracht kunt u het draadloze netwerk controleren waarop uw toestel is aangesloten.
"Controleer batterij"
Met deze spraakopdracht kunt u het batterijvermogen controleren.
"Herhalen"
Met deze spraakopdracht kunt u de laatste aanwijzing laten herhalen.
"Annuleren"
Met deze spraakopdracht kunt u de toepassing voor spraakgestuurd bellen sluiten.
Gebruikershandleiding
Spraakopdrachten
59