De wachtwoordzin voor uw smartcard opslaan in het toepassingsgeheugen
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Smartcard.
4. Wijzig het veld PIN-cachegebruik in Ingeschakeld.
5. Druk op de menutoets.
6. Klik op Opslaan.
Uw BlackBerry®-toestel slaat de wachtwoordzin net zo lang op als uw wachtwoord voor de sleutelopslag.
Meldingen voor smartcardverbindingen uitschakelen
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Smartcard.
4. Wijzig het veld Indicator LED-sessie in Uitgeschakeld.
5. Druk op de menutoets.
6. Klik op Opslaan.
Wijzig het veld Indicator LED-sessie in Ingeschakeld om de melding voor smartcardverbindingen in te schakelen.
Software-tokens
Informatie over softwaretokens
Waarschijnlijk hebt u een softwaretoken nodig om u bij een VPN aan te melden. Als u een voor Wi-Fi® geschikt BlackBerry®-toestel hebt, hebt
u mogelijk ook een softwaretoken nodig om verbinding te kunnen maken met het netwerk van uw organisatie via een Wi-Fi-netwerk. Een
softwaretoken bevat een PIN en een tokencode die uw toestel van tijd tot tijd opnieuw genereert. Neem voor meer informatie over softwaretokens
contact op met uw beheerder.
De PIN-code voor een software-token op uw toestel wijzigen
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op Software-tokens.
5. Klik op een software-token.
6. Klik op PIN-code opgeven.
Gebruikershandleiding
Beveiliging
292