Problemen met spraakgestuurd bellen
Ik kan niet bellen met behulp van een spraakopdracht
Voer de volgende acties uit:
• Controleer of uw BlackBerry®-toestel is verbonden met het mobiele netwerk.
• Als u gebruik maakt van een Bluetooth® geschikt apparaat, zoals een handsfree carkit of draadloze headset, controleert u of het
Bluetooth geschikte apparaat deze functie ondersteunt en of u het voor Bluetooth geschikte apparaat hebt gekoppeld aan uw
BlackBerry-toestel.
• Als uw toetsenbord is vergrendeld, ontgrendelt u het.
• Controleer of de taal die u gebruikt voor het geven van spraakopdrachten, dezelfde is als de taal voor spraakgestuurd bellen die u
in de taalopties hebt ingesteld. Bepaalde talen worden mogelijk niet ondersteund.
Mijn toestel herkent geen namen of nummers in spraakopdrachten
Voer de volgende acties uit:
• Geef de voornaam en de achternaam van uw contactpersoon.
• Gebruik de regels voor de standaarduitspraak als u een spraakopdracht geeft.
• Als uw BlackBerry®-toestel resultaten vaak niet herkent, stelt u het gevoeligheidsniveau voor resultaten in op minder weigeren.
• Als uw toestel vaak onjuiste resultaten herkent, stelt u het gevoeligheidsniveau voor resultaten in op meer weigeren.
• Pas nummerbellen aan om spraakherkenning van nummers te verbeteren.
Problemen met de camera oplossen
Ik kan geen afbeeldingen opslaan
Het toestelgeheugen van uw BlackBerry® of de mediakaart beschikt mogelijk niet over genoeg geheugen om afbeeldingen op te slaan.
Voer de volgende acties uit:
• Als u een afbeelding op uw toestelgeheugen wilt opslaan, dient u oude gegevens of berichten van uw toestel te verwijderen.
• Als u een afbeelding op uw mediakaart wilt opslaan, dient u oude mediabestanden te verwijderen.
• Controleer in de cameraopties of het veld Kwaliteit niet is ingesteld op Hoog. Afbeeldingen van hoge kwaliteit nemen meer
geheugen in beslag dan afbeeldingen van mindere kwaliteit.
• Vergroot de maximale hoeveelheid geheugen die beschikbaar is voor afbeeldingen.
De flitser wordt gedimd of uitgeschakeld.
Neemt het batterijvermogen af tot minder dan 20 procent, dan wordt de flitser gedimd om stroom te besparen. Neemt het batterijvermogen
bij lage temperaturen af tot minder dan 20 procent, dan wordt de flitser soms uitgeschakeld.
256