39
geventileerd is.
- Zorg ervoor dat de onstekingskabel op de
bougie is aangesloten.
- Inspecteer de onmiddellijke omgeving van
de generator.
- Ontkoppel alle elektrische apparatuur die
eventueel reeds op de generator aangesloten
is.
- Stel de gereedschappen niet aan
vochtigheid of stof bloot. Toelaatbare
omgevingstemperatuur -10 tot +40 °C, max.
hoogte boven zeeniveau 1000 m, relatieve
vochtigheid: 90% (niet condenserend)
7.2 De motor starten (omkeerstarter)
- Open de benzinekraan (13) door hem naar
positie I te draaien.
- Zet de AAN/UIT-schakelaar (10) in positie
„I”.
- Zet de chokehendel (11) in positie |Ø|.
- Start de motor door middel van de
trekkoord (12); trek krachtig aan de hendel.
Indien de motor niet start, trekt u nogmaals
aan de hendel.
- Duw de chokehendel (11) terug nadat de
motor is aangeslagen.
Belangrijk!
Wanneer u met de trekkoord start, kan de
motor plotseling terugstoten wanneer deze
opstart, hetgeen verwondingen aan de hand
kan veroorzaken. Draag beschermende
handschoenen wanneer u de apparatuur
opstart.
7.3 Verbruikers op de generator aansluiten
Sluit de uitrusting die u gebruiken wilt op de
ttinguitgangen (3) aan.
Belangrijk:
- Deze ttings kunnen continu geladen zijn
(volgens S1- waarde) of tijdelijk (volgens S2-
waarde).
- schakel de machine onmiddellijk uit en
neem contact met uw onderhoudsstation op:
- In geval van ongebruikelijke trillingen of
geluiden.
- Indien de motor overbelast lijkt of
onstekingsfouten vertoont.
- Sluit de generator niet op het huiselijke
stroomnet aan, aangezien dit schade aan
de generator zelf of aan andere elektrische
toestellen in uw huis kan veroorzaken. Merk
op: sommige elektrische toestellen
(guurzagen, boren enz.) kunnen een groter
stroomverbruik hebben wanneer ze in lastige
omstandigheden gebruikt worden.
"Gebruik de geleverde gelijkstroomkabel
om verbinding te maken met
een 12 V gelijkstroomapparaat.
Belangrijk!
De gelijkstroomuitgang van de generator is
niet behandeld door een precies elektrisch
circuit.
Gebruik de uitgang nooit om een precies
gelijkstroominstrument van stroom te
voorzien.
Bij gebruik van de generator voor de voeding
van een verwarmingsapparaat.
Houd het aangedreven verwarmingsapparaat
op afstand van de generator.
7.4 De motor uitschakelen
- Voordat u de generator uitschakelt, laat u
hem kortstondig zonder verbruikers draaien,
zodat hij „afkoelt”.
- Zet de AAN/UIT-schakelaar (10) in positie