36
stroomnet aan, aangezien dit schade aan
de generator zelf of aan andere elektrische
toestellen in uw huis kan veroorzaken.
- Bedien de generator nooit in de regen of
sneeuw.
- Raak de generator nooit met natte handen
aan.
- Gebruik nooit defecte of beschadigde
elektrische uitrusting (dit geldt
eveneens voor verlengsnoeren en
stekkeraansluitingen).
- Wanneer u buitenshuis werkt, gebruik
enkel verlengsnoeren die goedgekeurd
zijn voor gebruik buitenshuis en die
overeenkomstig met H07RN-F gemarkeerd
zijn.
- De totale lengte van de gebruikte
verlengsnoeren mag voor 1,5 mm² de 50 m
niet overschrijden, en voor 2,5 mm² de 100 m.
- Belangrijk: gevaar voor brandwonden. Raak
het uitlaatsysteem of de aandrijfeenheid niet
aan.
- De generator wordt door een
verbrandingsmotor aangedreven, die
warmte in de omgeving van de uitlaat
(aan de kant tegenover de stopcontacten)
en de uitlaatuitgang opwekt. U dient
dientengevolge uit de buurt van deze
oppervlakken te blijven, met het oog op
gevaar voor huidverbranding.
- Raak geen mechanisch aangedreven of hete
onderdelen aan. Verwijder de beveiligingen
niet.
- Kinderen dienen uit de buurt van de
generator gehouden te worden.
- Belangrijk: vergiftigingsgevaar;
uitwasemingen niet inademen.
- Bedien de generator nooit in niet
geventileerde kamers of in een gemakkelijk
ontvlambare omgeving. Wanneer u de
generator in kamers met goede ventilatie
gebruikt, moeten de uitlaatgassen
rechtstreeks naar buiten geleid worden door
een uitlaatslang.
- Plaats de generator ten minste 1 m
verwijderd van gebouwen en de eraan
verbonden apparatuur.
- Draag geschikte oorbescherming wanneer
u zich in de nabijheid van de apparatuur
bevindt.
- De in de technische gegevens aangehaalde
waarden voor het geluidsvermogensniveau
(LWA) en geluidsdrukniveau (LWM) zijn
emissiewaarden en niet noodzakelijk
betrouwbare waarden voor de werkplaats.
Aangezien er een correlatie tussen emissie-
en immissieniveaus bestaat, vormen de
waarden geen betrouwbare basis om te
beslissen of er al dan niet bijkomende
voorzorgsmaatregelen nodig zijn. Factoren
die het daadwerkelijke immissieniveau voor
de gebruiker beïnvloeden, omvatten de
eigenschappen van de werkomgeving, andere
geluidsbronnen enz., het aantal machines en
andere processen in de omgeving, alsmede
de periode waarin de bediener aan het
geluid wordt blootgesteld. Tevens kan het
toegestane immissieniveau van land tot land
verschillen. Desalniettemin kan de gebruiker
aan de hand van deze informatie een betere
inschatting van de toepasselijke gevaren en
risico’s maken.
OPGELET!
Lees alle veiligheidsregels en -instructies.
Fouten die gemaakt worden op het vlak
van naleving van de veiligheidsregels en
-instructies kunnen een stroomschok, brand
en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.