27
3. Om terug te tellen, drukt u op de toets
ENTER/RESET tot dat de functie DIST
(AFSTAND) gaat knipperen.
4. Door op de toetsen UP of DOWN te drukken,
kiest u de afstand (0 en 999 Km/ml).
5. Wanneer u de oefening start, begint de
computer met het aftellen van de afstand en
wanneer deze de nulwaarde heeft bereikt,
zult u gedurende 10 seconden een
piepsignaal horen, wat u waarschuwt dat de
gekozen afstand is bereikt en de computer
begint door te tellen.
D. FUNCTIE CALORIEËN
Deze functie telt per calorie op of af tot een
maximum van 9999 calorieën. Door langer dan
twee seconden op de toets ENTER/RESET te
drukken, springen alle waarden op nul, behalve
de persoonlijke gegevens.
1. Druk op een willekeurige toets om de monitor
in te schakelen.
2. Wanneer u de functie calorieën niet
selecteert, zal de monitor van 0,1 tot 9999
tellen
3. Om terug te tellen, drukt u op de toets
ENTER/RESET tot dat de functie CAL
(CALORIEËN) gaat knipperen.
4. Door op de toetsen UP of DOWN te drukken,
kiest u de hoeveelheid calorieën (1 en 9999).
5. Wanneer u de oefening start, begint de
computer met het aftellen van de calorieën
en wanneer deze de nulwaarde heeft bereikt,
zult u gedurende 10 seconden een
piepsignaal horen, wat u waarschuwt dat de
gekozen waarde is bereikt en de computer
begint de calorieën door te tellen.
E. FUNCTIE HARTSLAG
De functie hartslag toont u het aantal P.P.M
(hartslagen per minuut). Hiervoor plaatst u uw
handen fig. 4 over de sensoren op het stuur (R)
en na enkele seconden wordt uw
hartslagfrequentie getoond. Dit is geen medisch
apparaat en deze waarde is slechts een
indicatie.
Om de THR (streefwaarde hartslag) te kiezen,
dient u de volgende stappen te volgen:
1. Druk op een willekeurige toets om de monitor
in te schakelen.
2. drukt u op de toets ENTER/RESET tot dat de
functie THR gaat knipperen.
3. Door op de toetsen UP of DOWN te drukken,
kiest u een maximale hartslagfrequentie
tussen de 60 en 220 (PPM) waarop u de
oefening wilt doen. De geprogrammeerde
beginwaarde staat ingesteld op 0 PPM.
4. Wanneer u de oefening start, wordt op het
beeldscherm PULSE getoond met uw
hartslagfrequentie en wanneer de gekozen
waarde is bereikt, begint de waarde van de
hartslag te knipperen, wat u waarschuwt dat
de gekozen waarde is bereikt.
OPMERKING:
Wanneer er, na 15 seconden, geen enkel
hartslagsignaal wordt weergegeven, wordt er op
het scherm “P” getoond. Controleer of u beide
handen over de sensoren (R) op het stuur,
figuur 6, heeft gelegd.
INSTRUCTIES - GEBRUIK HANDGRIP
(HARTSLAG)
De hartslag van dit model wordt gemeten door
beide handen over de sensoren (R), die zich op
het stuur bevinden, te leggen, zoals wordt
getoond in figuur nº 4
Wanneer u beide handen op de sensoren heeft
gelegd, begint het hartje, rechts in het scherm
van de monitor, aangeduid door PULSE, te
knipperen en na enkele seconden verschijnt de
waarde van uw hartslag.
Wanneer u uw beide handen niet correct op de
sensoren heeft gelegd, functioneert de
hartslagmeting niet.
Wanneer er een “P” in het scherm verschijnt of
het hartje niet knippert, controleer dan of u uw
handen juist op de sensoren heeft gelegd en of
de connectoren (38) en (26) aangesloten zijn op
de achterkant van het elektronisch gedeelte.
F. TESTMETING: LICHAMELIJKE CONDITIE
De elektronische eenheid is uitgerust met de
mogelijkheid het herstel van de hartslag te
meten. Dit heeft het voordeel dat u het herstel
van de hartslag kunt meten nadat u de oefening
gedaan heeft. Nadat u de oefening beëindigd
heeft en zonder de handen van de sensoren te
nemen, drukt u op de toets «Test» en de
elektronische eenheid begint een minuut terug
te tellen. Alleen de functielijnen Tijd en Hartslag
lichten op. De elektronische eenheid meet
gedurende deze minuut de hartslag. Het herstel
van de hartslag verschijnt op de hartslag lijn.
Na het verstrijken van deze minuut, berekent en
waardeert de elektronische eenheid het verschil
en de beoordeling van uw lichamelijke conditie
verschijnt op het scherm: «F1.0, F2.0,..., F5.0,
F6.0»; waarbij «F1.0» het beste (lichamelijke
conditie: «Zeer goed») en «F6.0» het slechtste
(lichamelijke conditie: «Zeer slecht») resultaat