44
De hartfrequentie programmeren.-
Als u na het selecteren van de
manuele modus vijfmaal op de toets
ENTER drukt, zal het pulsvenster gaan
knipperen. Door gebruik te maken van
de toetsen ▲/▼ kunt u de
hartfrequentie van de oefening
programmeren (tussen 30-240 bpm).
Selecteer de hartfrequentie en druk op
START / STOP om met de oefening te
beginnen. Als de hartfrequentie gelijk is
aan of hoger dan de doelwaarde, zal
de monitor verschillende malen piepen
om de gebruiker te waarschuwen
langzamer te fietsen of het
inspanningsniveau te verminderen.
PROGRAMMAFUNCTIE
Nadat u uw persoonlijke gegevens
hebt ingevoerd, zullen de LED’s voor
de verschillende programma’s gaan
knipperen op de rechterkant van de
monitor. BODYFAT, MANUAL,
PROGRAM, USER, HRC en WATT.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om de
functie USER te selecteren en druk op
ENTER. Door op de toetsen ▲/▼ te
drukken kunt u een niveau voor de
oefening programmeren (tussen 1-16
niveaus).
Druk op de toetsen ▲/▼ om de
programmagrafiek (1-12) te selecteren
die u wilt gebruiken en druk
vervolgens op ENTER. Druk op
START / STOP om met de oefening te
beginnen. Standaard vindt de sprong
naar de volgende kolom elke
afgelegde 0,1 km plaats.
Als u tijd, afstand, calorieën en/of
pulsfrequentie wilt programmeren,
doorloop de volgende procedure:
Zodra het programma geselecteerd is
en voordat u op START / STOP drukt,
drukt u op ENTER om de tijd te
programmeren, gebruik makende van
de toetsen ▲/▼. In dit geval zal de tijd
verdeeld worden in zestien fases.
Druk op ENTER om de afstand te
programmeren. Druk opnieuw op
ENTER om de calorieën te
programmeren. Druk nog eenmaal op
ENTER om de pulsfrequentie te
programmeren.
Druk op START / STOP om met de
oefening te beginnen.
U kunt het inspanningsniveau variëren
gedurende de oefening door te
drukken op de toetsen ▲/▼.
GEBRUIKERSPROGRAMMA
Nadat u uw persoonlijke gegevens
hebt ingevoerd, zullen de LED’s voor
de verschillende programma’s gaan
knipperen op de rechterkant van de
monitor. BODYFAT, MANUAL,
PROGRAM, USER, H.RC en WATT.
Gebruik de toetsen ▲/▼ om de
functie USER te selecteren en druk op
ENTER.
De eerste kolom van het
oefeningsniveau zal gaan knipperen
aan de linkerkant van het centrale
gebied van het weergavescherm.
Selecteer het gewenste niveau voor
de eerste fase, gebruik makende van
de toetsen ▲/▼, en druk vervolgens
op ENTER. Herhaal deze procedure
om alle zestien fases van het
gebruikersprogramma te
programmeren.
Druk op ENTER en houd de toets vast
om de instelling van het profiel te
verlaten.
Druk op START / STOP om met de
oefening te beginnen.
Als u tijd, afstand, calorieën en/of
pulsfrequentie wilt programmeren,
doorloop de volgende procedure: Zodra
u het gebruikersprogramma hebt
gedefinieerd:
