29
gewenste programmagrafieken waarmee u de
oefening wilt doen, te kiezen (2-7). Druk op de toets
START/STOP om te starten. De tijdsduur van de
programmagrafiek bedraagt 30 minuten, verdeeld
over tien fasen van 3 minuten. Wanneer u echter
de tijdsduur van het programma programmeert, zal
deze worden verdeeld over de tien fasen. Wanneer
u de oefening is begonnen kunt u het weerstandsni-
veau aanpassen door middel van de toetsen UP /
DOWN.
3. GEBRUIKERSPROGRAMMA’S
Gebruikersprogramma 8 biedt u als gebruiker de
mogelijkheid een gepersonaliseerd inspannings-
niveauprofiel voor de oefening te ontwerpen. Er
zijn vier gebruikerprogramma’s (U1-U4).
Als u deze wilt selecteren: Druk op de toets
START / STOP om de monitor in te schakelen.
De boodschap MANUAL 1 (manueel 1) zal op het
weergavescherm verschijnen, druk op de UP /
DOWN-toetsen om het grafische
gebruikersprogramma 8 te selecteren.
Druk op de toest USER en de boodschap USER
DATA (gebruikersgegevens) zal op het scherm
verschijnen. Druk op ENTER en venster U1 zal
gaan knipperen. Gebruik de toetsen UP/DOWN
om een gebruiker te selecteren tussen U1 tot en
met U4.
Druk op ENTER en het venster HEIGHT
(lengte) zal gaan knipperen. Gebruik de
UP/DOWN-toetsen om een lengte te selecteren
tussen 110 en 250 cm. Druk op ENTER en het
venster WEIGHT (gewicht) zal gaan knipperen,
selecteer uw gewicht tussen 10 en 200 kg.
Druk op ENTER en het venster AGE (leeftijd)
zal gaan knipperen, selecteer uw leeftijd tussen
10 en 99 jaar, druk op ENTER en selecteer uw
geslacht, M (mannelijk) of F (vrouwelijk), druk
op de START/STOP-toets.
Er zal MANUAL 1 op het weergavescherm
verschijnen. Druk op de UP / DOWN-toetsen en
selecteer gebruikersprogramma 8.
Druk op ENTER en het venster TIME (tijd) zal
gaan knipperen om de duur van de oefening te
programmeren, druk op ENTER en programeer
de afstand, druk op ENTER en programmeer
vervolgens de te verbruiken calorieën.
Druk op ENTER en de eerste lijn van het profi el
gaat knipperen. Door middel van de toetsen
UP / DOWN kiest u de fase van de weerstand,
drukt op ENTER en gaat over naar de tweede
fase en op deze manier verder, tot u het gehele
profi el, waarmee u de oefening wilt doen, gede- fi
nieerd heeft. Druk op START / STOP en de
oefening begint. De tijdsduur van het profi el
bedraagt, wanneer u geen enkele tijdsduur voor
de Tijd heeft geprogrammeerd, 30 minuten,
verdeeld over 3 minuten per weerstandsfase.
4. KRACHTPROGRAMMA (Watts).
Programma 9 is het watt-continu programma
met automatische snelheidscontrole.
Druk op START/STOP om de monitor in te
schakelen, druk vervolgens op ENTER, waarna
het tijdsvenster zal gaan knipperen; gebruik de
UP/DOWN-toetsen om de duur van de oefening
te bepalen (tussen 5 en 99 minuten), selecteer
de tijdslimiet en druk op ENTER..
Het kcal-venster zal beginnen te knipperen.
Gebruik de UP/DOWN-toetsen om het aantal te
verbranden kcal gedurende de oefening te
bepalen (van 10 tot 9990 kcal). Selecteer het
aantal calorieën en druk op ENTER.
Het watts-venster zal beginnen te knipperen.
Gebruik de UP/DOWN-toetsen om het aantal te
produceren watts gedurende de oefening te
bepalen ( tussen 30 – 300 watts). Selecteer de
watts en druk op START / STOP om met de
oefening te beginnen.
OPMERKING: POWER (kracht in watts) =
TORQUE (draaimoment in kg) x R.P.M
(toerental per minuut) x 1.03.
In het watt-programma zal het toestel het
inspanningsniveau automatisch aanpassen,
gebaseerd op de gespecificeerde watt-waarde.
Bijv.: Om de watts in een continu ritme
geproduceerd te houden, zal het toestel
automatisch het inspanningsniveau verhogen
als u gedurende de oefening langzamer gaat.
Op dezelfde manier, als u gedurende de
oefening sneller gaat, zal het toestel het
inspanningsniveau automatisch verlagen.
Dit verzekert dat de watts die geproduceerd
worden op de gespecificeerde waarde blijven.
5. CONTROLEPROGRAMMA’S
VOOR DE HARTFREQUENTIE
Programma’s 10 tot en met 12 worden gebruikt
voor hartfrequentiecontrole (HRC).
Met programma’s 10 tot en met 12 kunt een
constant hartfrequentieniveau bepalen; telkens
als uw hartfrequentie boven het geprogram-
meerde niveau uitgaat, zal het toestel
automatisch het inspanningsniveau verlagen om
de door u gespecificeerde waarde te hand-
haven; in het andere geval, als uw hart-
frequentie onder de geprogrammeerde waarde
is, zal het toestel het inspanningsniveau
verhogen om de gespecificeerde waarde te
bereiken.
