9
•
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met beperk-
te fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring of kennis. Ge-
bruik door deze personen is alleen toegestaan wanneer het plaatsvindt onder toezicht
van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon, of wanneer zij van deze persoon
aanwijzingen hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat. Er dient toezicht te
worden gehouden op kinderen, zodat zij niet met het apparaat spelen.
•
Aan de hand van de weergaven van de polsslaggolf en de polsslagstaaf kan geen
schatting worden gemaakt van de kracht van de polsslag of de doorbloeding op het
meetpunt. De indicatoren dienen uitsluitend als weergave van de actuele optische sig
-
naalvariatie op het meetpunt en zijn niet geschikt voor het nauwkeurig diagnosticeren
van de polsslag.
Wanneer de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen,
kan dit leiden tot foutieve of mislukte metingen.
•
Op de vinger waarop de meting wordt uitgevoerd, mag geen nagellak, kunstnagel of
andere cosmetica zijn aangebracht.
•
De nagel van de vinger waarop de meting wordt uitgevoerd, moet zo kort zijn dat de
vingertop de sensorelementen in de behuizing bedekt.
•
Personen mogen zich tijdens de meting niet bewegen. Houd uw hand, vinger en lichaam
tijdens de meting stil.
•
Bij personen met hartritmestoornissen kunnen de meetwaarden van de zuurstofverza-
diging (SpO₂) en de hartslagfrequentie (PRbpm) vertekend zijn. In sommige gevallen is
een meting zelfs helemaal niet mogelijk.