8
7.2 Meting van de rustindicator (met de HSD-diagnostiek)
De meestvoorkomende fout bij bloeddrukmeting is dat bij het
meten van de bloeddruk geen rustbloeddruk (hemodynamische
stabiliteit) bekend is. Dit betekent dat zowel de systolische als
de diastolische bloeddruk niet juist zijn. Dit apparaat controleert
automatisch tijdens de bloeddrukmeting of een bloedsomloop
in rust ontbreekt of niet.
Wanneer er geen aanwijzingen zijn voor een ontbrekende
bloedsomloop in rust, wordt het symbool
(hemodynamische
stabiliteit) weergegeven en het meetresultaat kan worden vast-
gelegd als aanvullende gekwalificeerde rustbloeddrukwaarde.
: hemodynamische stabiliteit aanwezig
De meetresultaten van de systolische en diastolische druk zijn
bij voldoende rust in de bloedsomloop vastgesteld en weer-
spiegelen met redelijke zekerheid de rustbloeddruk. Wanneer
er echter aanwijzingen zijn voor ontbrekende rust in de bloeds-
omloop (hemodynamische stabiliteit), wordt het symbool
weergeven.
In dit geval moet de meting worden herhaald na een lichame-
lijke en geestelijke rusttijd. De meting van de bloeddruk moet
worden uitgevoerd in lichamelijke en geestelijke rust omdat dit
het referentiepunt is voor de diagnostiek van de bloeddruk-
hoogte en daarmee bepalend kan zijn voor de medische be-
handeling van een patiënt.
: geen hemodynamische stabiliteit aanwezig
Het is waarschijnlijk dat de meting van de systolische en dias-
tolische druk niet is uitgevoerd bij voldoende rust in de bloeds-
omloop. Daarom wijken de meetresultaten af van de rustbloed-
drukwaarde.
Herhaal de meting na ten minste 5 minuten rust en ontspan-
ning. Ga naar een voldoende rustige en comfortabele plek, blijf
daar rustig zitten, sluit uw ogen en probeer u te ontspannen en
adem rustig en gelijkmatig.
Wanneer de volgende meting nog steeds niet voldoende stabi-
liteit weergeeft, kunt u na nog een rustperiode meting opnieuw
herhalen. Wanneer de meetresultaten instabiel blijven, duidt u
uw bloeddrukmeetwaarden als dusdanig aan omdat niet vol-
doende rust in de bloedsomloop te bereiken was tijdens uw
metingen. In dit geval kan het mogelijk zijn dat u van binnen
niet voldoende rustig bent, en dit ook niet wordt door een korte
rustperiode. Bovendien kunnen bestaande hartritmestoornis-
sen leiden tot een instabiele bloeddrukmeting.
Het ontbreken van een rustbloeddruk kan verschillende oor-
zaken hebben, zoals bijvoorbeeld lichamelijke belasting, gees-
telijke inspanning of afleiding, spreken of hartritmestoornissen
tijdens de bloeddrukmeting.
In het grootste gedeelte van de gevallen biedt de HSD-diag-
nostiek goede informatie over de aanwezigheid van rust in de
bloedsomloop bij een bloeddrukmeting. Bepaalde patiënten
met hartritmestoornissen of langdurige geestelijke belasting
kunnen langdurig hemodynamisch instabiel blijven, zelfs na
meerdere rustperioden. De nauwkeurigheid van de bepaling
van de rustbloeddruk is bij deze gebruikers beperkt. De HSD-
diagnostiek heeft net als andere medische meetmethoden een
beperkte nauwkeurigheid en kan in bepaalde gevallen onjuiste
resultaten bieden. De bloeddrukmeetresultaten die zijn bepaald
met rust in de bloedsomloop, zijn bijzonder betrouwbaar.