15De naaicomputer – Bediening
Naaldinrijger
Draad inhaken
houd de draad naar
linksachter vast
Hendel naar beneden
druk hendel A naar
beneden en trek
tegelijkertijd de draad
om haak B naar rechts
naar de naald
Draad voor de naald
leg de draad vanaf de
voorkant in de geleiding
tot hij in het haakje
vastzit
Hendel en draad
loslaten
laat hendel A en de
draad los
trek de lus van de
draad door het oog van
de naald
Onderdraad omhooghalen
houd de bovendraad
vast
naai één steek:
• naaivoet onder =
normaal naaien
• naaivoet boven =
m.b.v. een druk met
de hak op het pedaal
trek aan de bovendraad
tot de onderdraad door
het steekgat zichtbaar
wordt
leg de boven- en
onderdraad door de
gleuf van de naaivoet
naar achteren
trek de draden over de
draadafsnijder
Draadafsnijder
Draadafsnijder aan de
zijkap
trek de boven- en
onderdraad van voor
naar achter over de
draadafsnijder
• de draden laten bij de
eerste steek automatisch
los
Attentie:
De onderdraad moet alleen bij speciale
werkzaamheden naar boven worden
gehaald. In alle andere gevallen is het restje
onderdraad voldoende voor naaibegin, mits
de onderdraadafsnijder wordt gebruikt.
Naald verwijderen
zet de naald omhoog
zet de hoofdschakelaar op «0»
zet de naaivoet naar beneden
draai de naaldbevestigingsschroef los
trek de naald naar beneden
Naald inzetten
platte kant van de naald naar achteren
schuif de naald naar boven tot hij niet verder kan
draai de naaldbevestigingsschroef vast
Naald verwisselen
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften.
!
B
A