453305
77
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/78
Next page
Welkom bij BERNINA! Ik dank u heel hartelijk, dat uw keus op BERNINA is gevallen. U heeft een
product gekozen waarvan u jarenlang plezier zult hebben. Eén van onze prioriteiten is de tevreden-
heid van onze klanten. En dat al sinds meer dan honderd jaar. Het is mijn persoonlijke wens
bepaalde tradities onverminderd voort te zetten. Onze klanten bieden wij Zwitsers precisiewerk,
geavanceerde technologie en een omvangrijke klantenservice.
Met de BERNINA activa 220, 230 en 240 treedt een jong en modern design op de voorgrond.
Natuurlijk zijn onze machines net als voorheen gebruikersvriendelijk, zodat u uw creativiteit nog
gemakkelijker kunt omzetten. Geniet van het nieuwe, creatieve naaien met BERNINA: onze
veelzijdige accessoires en de diverse publicaties, rijk aan tips en ideeën, ondersteunen u bij het
creëren van uw kunstwerken.
U kunt ook altijd gebruikmaken van de serviceverlening van onze professionele BERNINA dealers
www.bernina.com
BERNINA International AG • CH-8266 Steckborn/Zwitserland
«
Hartelijk
gefeliciteerd
met uw keuze»
H.P. Ueltschi
Eigenaar BERNINA
Naaimachinefabriek
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
2
WAARSCHUWING
Om het risico van verbrandingen, brand, elektrische schok of
verwondingen van personen te vermijden.
1. Laat niet toe, dat de naaimachine als speelgoed wordt
gebruikt. Voorzichtigheid is vooral vereist, wanneer de
machine door of in de nabijheid van kinderen wordt gebruikt;
ook bij personen, die de naaimachine niet op de juiste manier
kunnen bedienen.
2. Gebruik de naaimachine alleen voor de in de handleiding
beschreven doeleinden. Gebruik alleen toebehoren, dat door
de producent wordt aanbevolen.
3. Gebruik de naaimachine niet wanneer
kabel of stekker zijn beschadigd
de machine niet storingvrij naait
de machine gevallen of beschadigd is
de machine met water in aanraking is gekomen.
Laat uw naaimachine door de dichtstbijzijnde BERNINA dealer
controleren of repareren.
4. Let erop, dat de ventilatie-openingen tijdens het gebruik van de
naaimachine nooit geblokkeerd zijn. Verwijder pluisjes, stof- en
draadresten regelmatig uit de openingen.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dienen de gebruikelijke
en navolgende veiligheidsvoorschriften absoluut in acht te worden
genomen.
Lees voor het gebruik van deze naaimachine alle instructies
zorgvuldig door.
Principieel dient het apparaat, wanneer dit niet wordt gebruikt,
altijd uitgeschakeld te worden door de netstekker uit het stop-
contact te trekken.
GEVAAR
Om het risico van een elektrische schok te vermijden:
1. Laat de naaimachine nooit onbeheerd staan, zolang deze nog
op het stroomnet is aangesloten.
2. Na gebruik en voordat u de machine reinigt, dient u de
netstekker uit het stopcontact te verwijderen.
3. Trek altijd de netstekker uit het stopcontact voordat u een
gloeilampje verwisselt. Gebruik alleen lampjes van hetzelfde
type (12 volt/5 watt).
Veiligheidsvoorschriften
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
3Veiligheidsvoorschriften
16. De producent is niet aansprakelijk voor eventuele schaden die
door een verkeerde bediening van het apparaat zijn ontstaan.
17. Deze naaimachine is dubbel geïsoleerd. Gebruik a.u.b. alleen
originele onderdelen. Raadpleeg a.u.b. de aanwijzingen voor het
onderhoud van dubbel geïsoleerde producten.
ONDERHOUD DUBBEL GEISOLEERDE
PRODUCTEN
Een dubbel geïsoleerd product is van twee isoleereenheden, i.p.v.
een aarding, voorzien. Een dubbel geïsoleerd product bevat geen
aardingsmiddel. Dit middel dient ook niet te worden gebruikt. Het
onderhoud van een dubbel geïsoleerd product vereist grote zorg-
vuldigheid en een uitstekende kennis van het systeem en dient
derhalve alleen door vakkundig personeel te worden uitgevoerd.
Voor service en reparaties mogen alleen originele onderdelen
worden gebruikt. Een dubbel geïsoleerd product is op de volgende
wijze gekenmerkt: «dubbele isolatie» of «dubbel geïsoleerd».
Het symbool kan eveneens aangeven, dat een product dubbel
geïsoleerd is.
Veiligheidsvoorschriften zorgvuldig bewaren!
Deze naaimachine is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd.
5. Houd uw vingers op voldoende afstand van alle bewegende
delen. Let vooral op de naald.
6. Gebruik altijd een originele BERNINA steekplaat. Een andere
steekplaat kan veroorzaken, dat de naald breekt.
7. Gebruik geen kromme naalden.
8. Duw niet tegen en trek nooit aan de stof tijdens het naaien. Dit
kan veroorzaken, dat de naald breekt.
9. Voor alle handelingen binnen het bereik van de naald, bijv.
inrijgen, vervangen van de naald, naaivoet verwisselen, enz. de
hoofdschakelaar altijd op «0» zetten.
10. Tijdens de in de handleiding beschreven onderhoudswerkzaam-
heden, zoals gloeilampje verwisselen, enz. de naaimachine
uitschakelen door de netstekker uit het stopcontact te trekken.
11. Steek geen voorwerpen in de openingen van de machine.
12. Gebruik de naaimachine nooit buiten.
13. Bedien de naaimachine niet in ruimtes waar aërosolproducten
(sprays, spuitbussen) worden gebruikt.
14. Schakel de machine uit door de hoofdschakelaar op «0» te zet-
ten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
15. Bij het uitschakelen altijd aan de stekker, nooit aan de kabel
trekken.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Details4
Details van de naaimachine
Vooraanzicht
1
2
5
6
7
8
9
11
12
14
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
4
3
36
35
13
15
16
17
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
5Details
1 Spoelhuisdeksel
2 Steekplaat
3 Bevestiging voor speciaal
toebehoren
4 Bevestiging voor aan-
schuiftafel
5 Naaivoet
6 Naaldhouder met bevesti-
gingsschroef
7 Draadgeleiding
8 Draadhevelafdekking
9 Draadgeleidingsgleuf
10 Draadspanningsknop
11 Draadspanner tijdens
spoelen
12 Achteruitnaaiknop
13 Beeldscherm
14 Garenwinder (met
aan-/uitschakelaar en
draadafsnijder)
15 Steekbreedtetoetsen
16 Naaldstandtoetsen
17 Steeklengtetoetsen
18 Naaldstop boven/onder
19 1/2 motorsnelheid
20 Motiefeinde
21 Spiegelbeeld
22 mem (memory-toetsen)
23 Alfabettoetsen
24 Steekkeuzetoetsen
25 Ruit(#)-toets
26 clr/del-toets
27 Handwiel
28 Opening voor kniehevel –
FHS
29 Balansknop
30 Hoofdschakelaar aan/uit
31 Aansluiting voor netkabel
32 Transporteurknop
33 Aansluiting voor voet-
weerstand
34 Garenkloshouder
(verticaal, draaibaar)
35 Naaldinrijger
36 Houder voor steekover-
zichtkaart
Zijaanzicht rechts
27
10
14
11
34
30
31
29
33
32
36
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Details6
Achteraanzicht
38
42
4
39
41
44
45
3
2
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
7Details
37 Handvat
38 Naaivoethevel
39 Draadafsnijder
40 Draadhevel
39 Opening voor stopringbe-
vestiging
41 Bevestiging voor toebeho-
renbox
43 Draadspanningsknop
44 Achterste draadgeleiding
45 Garenkloshouder (hori-
zontaal)
46 Kliksysteem toebehoren-
box
47 Montagebeugel voor loe-
pen
Zijaanzicht links
Bovenaanzicht naaicomputer met toebehorenbox
39
47
38
44
40
37
46
45
43
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
8 Naaimachine voorbereiden
voetweerstand
handleiding
netkabel
Aanschuiftafel (activa 230/240)
garantiebewijs
Toebehorenbox
Free-Hand-System (FHS)/
kniehevel* (**220/230)
Stoffen etui voor standaard toe-
behoren (activa 220)
Toebehoren
Start-Stop-Unit**
Met behulp van het Start-stop-unit
kan de naaifunctie met de hand
worden bediend.
Start-stop-toets A indrukken =
naaifunctie ingeschakeld
Met behulp van de snelheidsre-
gelaar B kan de naaisnelheid met
de hand worden ingesteld.
Naaifunctie onderbreken of
beëindigen = start-stop-toets A
nogmaals indrukken.
Attentie:
Als de voetweerstand is aanges-
loten, kan de naaifunctie niet
met het Start-stop-unit worden
bediend.
Standaard toebehoren*:
4 spoelen (+ 1 in de spoelhuls)
assortiment naalden 130/705H
tornmesje
schroevendraaier klein
speciale sleutel (Torx)
kwastje
kantliniaal
nivelleerplaatje
3 garengeleidingsschijven
rond plaatje van schuimstof
oliespuitje
transporthulp voor het naaien
van knoopsgaten
Stofhoes
beschermt de machine tegen
stof en verontreiniging
met geïntegreerd toebehoren-
vak
Loepenset **
Onze aanbeveling voor meer
comfort tijdens het naaien: het
BERNINA loepenset!
Attentie!
Bij werkzaamheden zonder
loep moet, om het risico een
verwonding op te lopen te
vermijden, de loephouderbe-
schermkap altijd gemonteerd
zijn.
* kan per land variëren;
naaivoet-assortiment zie blz. 36
** als speciaal toebehoren
tegen meerprijs verkrijgbaar
CFL (** 220/230)
De belangrijkste kenmerken van
het CFL-naailicht zijn, dat het, in
tegenstelling tot normale gloei-
lampjes, een betere verlichting
van het werkoppervlak geeft en
een zeer lange levensduur heeft.
Let op:
Een defekt CFL-naailicht mag
alleen door een bevoegde per-
soon worden vervangen. Breng
uw naaimachine a.u.b. naar
uw BERNINA dealer!
A
B
Let a.u.b. op de
veiligheidsvoorschriften!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaimachine voorbereiden 9
toebehorenbox aan de machine bevesti-
gen (klikhendel A moet vastzitten);
naaivoethevel in de hiervoor bestemde
opening H schuiven
Let op: naaivoethevel eerst naar beneden
zetten!
Toebehorenbox verwijderen
lichtjes op de klikhendel A aan de boven-
kant van de box drukken
box naar achteren wegnemen
Als speciaal accessoire verkrijgbaar voor
activa 220
Toebehorenbox neerzetten
beide draaivoeten naar buiten draaien tot
ze vastzitten
toebehorenbox neerzetten
Toebehoren opbergen
Het standaard toebehoren bevindt zich in
het plastic zakje.
De box is standaard met een kleine en
grote opbergla (B en C) uitgerust, alsmede
vakjes voor spoelklossen D en naaivoeten E.
(Extra opbergvakken en -laden zijn tegen
meerprijs verkrijgbaar.)
spoeltjes in de hiervoor bestemde vakken
schuiven
spoeltjes wegnemen = lichtjes op de
veerplaat F drukken
naaivoetstang in de houder E hangen
de zolen kunnen in de grote la C worden
opgeborgen (activa 220)
het meegeleverde assortiment naalden
wordt in het speciale vak G opgeborgen
Toebehorenbox aan de machine bevesti-
gen
deurtjes dichtmaken
draaivoeten terugklappen
Toebehorenbox (230 en 240)
A
C
F
B
D
E
H
G
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Hoofdschakelaar
De tuimelschakelaar
De tuimelschakelaar is aan de
kant van het handwiel aange-
bracht.
0 de naaimachine is inge-scha-
keld
1 de naaimachine is uitgescha-
keld
Het naailicht wordt tegelijkertijd
met de hoofdschakelaar aan-
/uitgeschakeld.
Let a.u.b. op de veilig-
heidsvoorschriften!
Naaimachine voorbereiden10
Netkabel
A in het stopcontact van de
machine steken
B in het stopcontact van het
stroomnet steken
Voetweerstandskabel
stekker van voetweerstand C in
de naaimachine steken
Kabelaansluiting
B
A
C
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
11Naaimachine voorbereiden
Naaisnelheid regelen
de naaisnelheid wordt
geregeld door harder of
zachter op de voetweerstand
te drukken
Voetweerstand
Kabel oprollen
kabel oprollen
kabeleinde (stekker) in de
hiervoor bestemde gleuf
vastzetten
Voor het naaien
kabel uitrollen
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaimachine voorbereiden12
Aanschuiftafel*
De aanschuiftafel dient ter ver-
groting van het werkoppervlak.
Bevestigen
naald en naaivoet naar boven
zetten
aanschuiftafel over de vrije
arm schuiven, iets aandruk-
ken, zodat de centreerpinnen
vastzitten
Kniehevel bevestigen
Kniehevel in de opening van
de machine steken: u moet de
kniehevel normaal zittend
gemakkelijk kunnen bedienen.
Let op:
Indien nodig, kan uw
BERNINA dealer de stand van
de kniehevel aanpassen.
Free-Hand-System (FHS)/kniehevel*
Naaivoet omhoog- en omlaag-
zetten
m.b.v. de kniehevel kan de
naaivoet omhoog of omlaag
worden gezet
kniehevel naar rechts duwen
= de naaivoet wordt omhoog-
gezet; tegelijkertijd wordt de
transporteur naar beneden
gezet
na de eerste steek staat de
transporteur weer in de nor-
male stand
*Speciaal accessoire voor
activa 220, 230
Wegnemen
naald en naaivoet naar boven
zetten
aanschuiftafel uit de houders
lostrekken
horizontaal naar links weg-
trekken
Maatverdeling
Het cijfer «0» komt overeen
met de middelste naaldstand.
Kantliniaal
vanaf de linker- of rechterkant
in de opening schuiven
kan traploos over de gehele
tafellengte worden ingesteld
Let op:
Naaivoet of de naaizool (activa
220) eventueel bij het bevesti-
gen van de kantliniaal verwij-
deren!
*Speciaal accessoire voor activa 220
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
13Naaimachine voorbereiden
Onderdraad opspoelen
hoofdschakelaar aanzetten
leeg spoeltje op de as zetten
draad van de garenklos in de achterste geleiding en in de rich-
ting van de pijl om de voorspanning geleiden
Het garen twee tot drie maal om de lege spoel wikkelen en het
restgaren met de garenafknipper afknippen
hendel tegen het spoeltje duwen
op de voetweerstand drukken
het spoelen stopt wanneer het spoeltje vol is
spoeltje wegnemen
Draadafsnijder
garen over de draadafsnijder
trekken
Onderdraad opspoelen
Let op:
Tijdens het spoelen met de
verticale garenkloshouder
(blz. 17) moet de naaisnelheid
eventueel worden aangepast.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaimachine voorbereiden14
Spoelhuls
Spoelhuls verwijderen
naald omhoogzetten
hoofdschakelaar op «0»
zetten
spoelhuisdeksel van de
naaimachine openen
klepje van de spoelhuls
vastpakken
spoelhuls uit de machine
nemen
Spoelhuls in de grijper zetten
klepje van de spoelhuls
vastpakken
de vinger van de spoelhuls
moet naar boven wijzen
spoelhuls in de grijper
drukken tot hij vastzit
Onderdraadafsnijder
spoelhuls inzetten
draad over de draadafsnijder
A trekken
garen wordt afgesneden
spoelhuisdeksel sluiten
Let op:
De onderdraad moet niet naar
boven worden gehaald,
omdat het restje garen onder
de steekplaat voor naaibegin
voldoende is.
Let a.u.b. op de veilig-
heidsvoorschriften!
A
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
15Naaimachine voorbereiden
Spoeltje inzetten
... tot hij in de T-vormige gleuf
aan het einde van de veer ligt.
Het spoeltje moet met de wij-
zers van de klok meedraaien.
Spoeltje inzetten
Het spoeltje inzetten, zodat de
draad met de wijzers van de
klok mee is opgespoeld.
Draad in de gleuf trekken
De draad vanaf de rechterkant
in de gleuf trekken.
Draad onder de veer trekken
Draad naar links onder de veer
trekken, ...
Naald verwijderen
naald omhoogzetten
hoofdschakelaar op «0» zetten
naaivoet laten zakken
naaldbevestigingsschroef losdraaien
naald naar beneden trekken
Naald inzetten
platte kant van de naald naar achteren
naald naar boven schuiven tot hij niet verder kan
naaldbevestigingsschroef vastdraaien
Naald verwisselen
Let a.u.b. op de veilig-
heidsvoorschriften!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaimachine voorbereiden16
Naaivoet verwisselen (activa 230/240)
Naaivoet verwisselen
naald en naaivoet omhoog-
zetten
hoofdschakelaar op «0»
zetten
Naaivoet bevestigen
naaivoet vanaf de onderkant
over de naaivoetstang schuiven
bevestigingshendel naar
beneden duwen
Bevestigingshendel naar
boven
bevestigingshendel naar
boven duwen
naaivoet wegnemen
Let a.u.b. op de veilig-
heidsvoorschriften!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
17Naaimachine voorbereiden
Draaibare verticale garenkloshouder
bevindt zich aan de achterkant achter het handwiel
noodzakelijk voor het naaien met verschillende draden,
bijv. bij werkzaamheden met de tweelingnaald, enz.
voor het naaien de garenkloshouder naar boven draaien tot
hij niet verder kan
bij grote garenklossen het ronde schuimstof plaatje A op de
houder zetten, zodat de garenklos voldoende steun heeft
Afzonderlijke garenkloshouder
A
Naaivoet verwisselen (activa 220)
Klikvoet verwisselen
naald en naaivoetstang
omhoogzetten
hoofdschakelaar op «0» zet-
ten
de knop op de naaivoetstang
indrukken = klikvoet laat los
Klikvoet bevestigen
klikvoet onder de naaivoet-
stang leggen, zodat de
dwarspin onder de opening
van de stang ligt
bevestigingshendel naar bene-
den duwen, de klikvoet zit
vast
3
Let a.u.b. op de veilig-
heidsvoorschriften!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaimachine voorbereiden18
Bovendraad inrijgen
Garenklos opzetten
zet de naald en naaivoe
zet de hoofdschakelaar op «0»t omhoog
bevestig het plaatje van schuimstof
zet het naaigaren op de garenkloshouder (garen moet met de
wijzers van de klok mee van de klos lopen)
zet de passende garengeleidingsschijf op (diameter van de
garenklos = grootte van de garengeleidingsschijf); hierbij
mag geen ruimte tussen de garengeleidingsschijf en de
garenklos voorhanden zijn
trek de draad in de achterste draadgeleiding A
en dan naar voren door de gleuf in de bovendraadspanning
Draad naar beneden
draad rechts langs de draadhevelafdekking naar beneden om
punt B trekken
C
D
E
B
A
Draad naar boven
daarna links in de richting van de pijl langs de afdekking naar
boven om punt C (draadhevel) trekken
Draad naar beneden
draad naar beneden in de draadgeleidingen D en E trekken
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
19Naaldinrijger
Naaldinrijger
B
A
Draad inhaken
· Naald omhoogzetten
· draad naar linksachter
vasthouden
Hendel naar beneden
· hendel A naar beneden
drukken en tegelijkertijd
de draad om haak B
naar rechts naar de
naald trekken
Draad voor de naald
· draad vanaf de voorkant
in de geleiding leggen
tot hij in het haakje
vastzit
Hendel en draad loslaten
· hendel A en draad
loslaten
· lus van de draad door
het oog van de naald
trekken
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaimachine voorbereiden20
Onderdraad omhooghalen
Onderdraad omhooghalen
bovendraad vasthouden
één steek naaien
aan de bovendraad trekken tot de onderdraad door het
steekgat te zien is
boven- en onderdraad door de gleuf van de naaivoet naar
achteren leggen
draden over de draadafsnijder trekken
Let op:
De onderdraad moet alleen
bij speciale werkzaamheden
naar boven worden gehaald.
In alle andere gevallen is het
restje onderdraad voldoende
voor naaibegin, mits de
onderdraadafsnijder wordt
gebruikt.
Draadafsnijder
Draadafsnijder op het naaimachineframe
boven- en onderdraad van voor naar achter
over de draadafsnijder naar beneden trekken
de draden laten bij de eerste steek automatisch
los
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
21Naaimachine voorbereiden
Steekplaat*
Transporteur
Druktoets onder het handwiel
Druktoets gelijk met het frame = transporteur
omhoog (naaien)
Druktoets ingedrukt = transporteur omlaag (voor
werkzaamheden die met de hand worden geleid,
bijv. stoppen, borduren/quilten uit de vrije hand)
Markeringen op de steekplaat
de steekplaat is van lengtemarkeringen in mm en inch voorzien
mm-markeringen zijn voor op de steekplaat zichtbaar
inch-markeringen zijn achter op de steekplaat zichtbaar
de lengtemarkeringen hebben betrekking op de afstand van de
naald tot aan de markering
de mm- of inch-markeringen staan rechts en links aangegeven
deze dienen als hulp bij het naaien van naden, exact doorstikken,
enz.
de dwarslijnen zijn praktisch voor het naaien van hoeken,
knoopsgaten, enz.
.
Aanwijzing : Steekplaat verwisselen zie blz. 65
*kan per land variëren
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaimachine voorbereiden22
3
5
A
Draadspanning
Basisinstelling
de rode markering op de regelschijf komt
overeen met het teken A
voor normale werkzaamheden moet de draad-
spanning niet worden veranderd
voor speciale werkzaamheden kan de draad-
spanning m.b.v. de regelschijf aan het mate-
riaal worden aangepast
Optimale steekvorming
de draden zijn in het midden van de stof ver-
strengeld
Te hoge bovendraadspanning
de onderdraad wordt hierdoor meer in de stof
getrokken
bovendraadspanning verminderen = instelknop
op 3-1 draaien
Te lage bovendraadspanning
de bovendraad wordt hierdoor meer in de stof
getrokken
bovendraadspanning verhogen = instelknop op
5-10 draaien
In de fabriek wordt de draadspanning
optimaal ingesteld. Hiervoor wordt zowel
op het spoeltje als voor de bovendraad Metro-
senegaren nr. 100/2 (firma Arova Mettler,
Zwitserland) gebruikt.
Bij het gebruik van ander naai- of borduurgaren
kunnen afwijkingen op de optimale draadspan-
ning ontstaan. Daarom is het soms noodzakelijk
om de draadspanning aan de stof en de gewen-
ste steek te kunnen aanpassen.
Voorbeeld:
Draadspanning Naald
Metaalgaren ca. 3 90
Quiltgaren ca. 2–4 80
(monofil)
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
23Bediening
1
2
3
4
5
6
Algemene aanwijzingen
Naaimachine aanzetten
hoofdschakelaar op «1»
de naaimachine is na het inschakelen meteen
gereed om te naaien
Op het beeldscherm verschijnt
1 Steekbreedte, basisinstelling knippert (altijd zichtbaar)
2 Steeklengte, basisinstelling knippert (altijd zichtbaar)
3 Naaldstand (9 mogelijkheden)
4 Naaldstop boven/onder (stopt altijd boven)
5 Steeknummer 1 (rechte steek)
6 Naaivoet nummer 1 (geeft de geschikte naaivoet voor de
gekozen steek aan)
7 Kordonnaad; dichte, korte zigzagsteek
7
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Bediening24
Steekbreedte veranderen
linkertoets = steek smaller
rechtertoets = steek breder
de basisinstelling van de gekozen steek is altijd zichtbaar, deze knippert
Naaldstand veranderen
linkertoets = naald naar links verzetten
rechtertoets = naald naar rechts verzetten
Steeklengte veranderen
linkertoets = steeklengte kleiner
rechtertoets = steeklengte groter
Steek* kiezen
steken 1–10:
op de gewenste toets drukken; steeknummer en basisinstelling van
steeklengte en steekbreedte verschijnen op het beeldscherm
Let op: m.b.v. toets 0 wordt steeknummer 10 (standaard knoopsgat) gekozen
steken 11–50 (activa 220), 11–70 (activa 230) oder 11–99 (activa 240):
op de #-toets drukken en het gewenste steeknummer intikken
* steekoverzicht zie blz. 32–33; Activa 230 PE siehe Anhang A1
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
25Bediening
Achteruitnaaien
temporair:
op de knop drukken
steek achteruitnaaien zolang de knop inge-
drukt blijft (steeklengte max. 3 mm)
Gebruik:
knoopsgatlengtes programmeren
lengte van het stopprogramma programmeren
omschakelen in het rechte steek-afhechtpro-
gramma (steek nr. 5)
manueel afwerken (naadbegin/naadeinde)
permanent:
twee keer kort achter elkaar op de knop drukken
de naaimachine naait de gewenste steek
permanent achteruit
achteruitnaaien beëindigen: één keer op de
knop drukken
1/2 motorsnelheid
op de toets drukken = de naaimachine naait
op 1/2 snelheid
nogmaals op de toets drukken = de machine
naait weer op volle snelheid
Functies
Naaldstop-wijziging
Bij de basisinstelling wijst de pijl naar boven.
op de toets drukken
op het beeldscherm wijst de pijl naar beneden
= de naaimachine stopt met de naald in de stof
opnieuw op de naaldstoptoets drukken
op het beeldscherm wijst de pijl naar boven =
de naaimachine stopt met de naald omhoog
Attentie:
Toets iets langer indrukken = de naald
wordt automatisch omhoog of omlaag gezet
Motiefeinde
op de toets drukken
de naaimachine stopt aan het einde van een
afzonderlijk motief of een steekcombinatie (in
het geheugen)
Spiegelbeeld (rechts/links)*
op de toets drukken
de gekozen steek wordt in spiegelbeeld genaaid
* alleen activa 240
Een functie is ...
geactiveerd, wanneer het overeenkomstige symbool op het beeldscherm verschijnt
gedeactiveerd, wanneer het symbool niet meer op het beeldscherm verschijnt.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Bediening26
Ruittoets (#-toets)
toets voor het kiezen van steken (zie blz. 24)
clr/del-toets (clear/delete)
op de toets drukken = de basisinstelling wordt
teruggehaald
afzonderlijk geactiveerde functies worden
uitgewist
Uitzonderingen:
naaldstop onder/boven
1/2 motorsnelheid
gewijzigde basisinstelling bij het knoopsgat
met lengtemeting uitwissen = «clr/del»-toets
twee keer indrukken (niet bij activa 220)
Alfabet, cijfers en leestekens
(activa 220 alleen blokschrift)
op de alfabettoets drukken
op het beeldscherm wordt één van de letterty-
pes weergegeven
kies het gewenste lettertype = druk op de alf-
abetknop
op de rechtertoets drukken = letters/cijfers
vooruitkiezen (A B C ...)
op de linkertoets drukken = cijfers/letters
achteruitkiezen (@Ç? ...)
Alle tekens
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
ÄÖÜÅÆŒØÑÈÉÊÀÂ
01234567890_-.’&? Ç@
mem (memory = geheugen)
op de « »-toets drukken
op het beeldscherm verschijnt «mem»
de lege geheugenplaatsen (30) en de cursor
knipperen
de linker- en de rechtertoets ( ) zijn voor
het scrollen van steken, letters en cijfers
de « »-toets is voor het programmeren
Persoonlijk geheugen
elke gewijzigde steeklengte en steekbreedte
worden automatisch opgeslagen
Voorbeeld:
een gewijzigde steek naaien
(bijv. zigzagsteek)
een andere steek kiezen (bijv. rechte steek)
en naaien
bij het terughalen van de individueel
veranderde zigzagsteek blijven de wijzigingen
behouden
Basisinstelling terughalen
afzonderlijke steken kunnen manueel worden
teruggezet
door op de «clr/del»-toets te drukken of
wanneer de naaimachine wordt uitgezet,
worden alle wijzigingen bij alle steken uitgewist
Gebruik:
voor alle soorten steken
vooral handig bij twee afwisselende werkzaam-
heden
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
27Bediening
mem
0
23451
5.5
1
2
3
4
5
0
Memory
In het memory kunnen 30 steken, letters of cijfers worden samen-
gesteld en opgeslagen.
Het memory is een blijvend geheugen, d.w.z. de inhoud blijft
zolang behouden tot het door de gebruiker wordt uitgewist. Een
stroomonderbreking of uitschakeling van de naaimachine heeft
Memory-toetsen
linkertoets (<) = inhoud van
het memory terugscrollen
middelste toets ( ) =
memory openen en sluiten
rechtertoets ( ) =
memory programmeren
en inhoud van het memory
vooruitscrollen
Memory openen
op de « »-toets drukken
het memory is geopend, op
het beeldscherm verschijnt
« »
als het memory leeg is,
knippert het cijfer 30 (= aan-
tal lege geheugenplaatsen) en
de cursor links van het getal
als het memory niet leeg is,
verschijnen de opgeslagen
steeknummers, letters of
cijfers; inhoud van het memory
mem
0
23451
5.5
1
2
3
4
5
0
mem
0
23451
5.5
1
2
3
4
5
0
geen invloed op de inhoud van het geheugen. Wijzigingen m.b.t.
steeklengte of steekbreedte en naaldstand kunnen te allen tijde
worden uitgevoerd. Afzonderlijke steken, letters of cijfers kunnen
worden uitgewist of vervangen.
vooruitscrollen tot de cursor
en het cijfer voor het aantal
lege geheugenplaatsen knip-
peren.
Voorbeeld: opgeslagen steek
opgeslagen steeknummer
(hier 28) verschijnt op het
beeldscherm
Steken programmeren zie blz. 28
Voorbeeld: opgeslagen letter
opgeslagen letter (hier «E»)
verschijnt op het beeldscherm
Letters of cijfers programmeren
zie blz. 29
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Bediening28
mem
0
23451
5.5
1
2
3
4
5
0
mem
0
23451
5.5
1
2
3
4
5
0
Gebruiks- en siersteken
programmeren
memory openen (zie blz. 27)
de gewenste steek kiezen
(zie blz. 24)
het steeknummer (hier 21)
verschijnt op het beeldscherm
op de « »-toets (geheug-
entoets) drukken = de steek
is geprogrammeerd
het aantal resterende lege
geheugenplaatsen (hier 29)
en de cursor links van dit
cijfer knipperen
nieuwe steek kiezen;
programmeren met de
«
»
--toets, enz
Terugscrollen
linkertoets drukken = de
geprogrammeerde steken
lopen van achter naar voor
(«terugbladeren»)
Vooruitscrollen
« »-toets drukken = de
geprogrammeerde steken
lopen van voor naar achter
(«vooruitbladeren»)
Naaibegin
voetweerstand indrukken =
de naaimachine schakelt naar
het begin van de steekcombi-
natie
functie motiefeinde ( )
toevoegen = de naaimachine
stopt aan het einde van de
steekcombinatie
Inhoud van het memory
compleet uitwissen
eerst op de «clr/del»-toets
drukken, ingedrukt houden
en nadien op de « »-
toets drukken
beide toetsen loslaten
memory verlaten door op
de « »-toets te drukken
het memory is volledig
uitgewist Let op 220:
De onderstaande speciale
programma’s kunnen niet in
het blijvend geheugen worden
opgeslagen:
No. 5, Afhechtprogramma
No. 10-11, Knoopsgaten
No. 12, Knoop-aanzet-
programma
No. 13, Stopprogramma
No. 16, Rijgsteek
Let op 230:
De onderstaande speciale
programma’s kunnen niet in
het blijvend geheugen worden
opgeslagen:
No. 5, Afhechtprogramma
No. 10–12, Knoopsgaten
No. 13, Knoop-aanzet-
programma
No. 14, Oog
No. 15, Stopprogramma
No. 19, Rijgsteek
Let op 240:
De onderstaande speciale
programma’s kunnen niet in
het blijvend geheugen worden
opgeslagen:
No. 5, Afhechtprogramma
No. 10–14, Knoopsgaten
No. 15, Knoop-aanzet-
programma
No. 16, Oog
No. 17, Stopprogramma
No. 21, Rijgsteek
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
29Bediening
Correcties in het memory
Afzonderlijke steken, letters,
cijfers corrigeren
op de rechter- of linkertoets
drukken, doorscrollen tot de
gewenste steek op het beeld-
scherm zichtbaar is
correctie uitvoeren = gewen-
ste wijziging opnieuw kiezen:
steeknummer
letter
cijfer
steeklengte/-breedte
naaldstand
enz.
op de « »-toets drukken
= de steek is gecorrigeerd
(vervangen)
Afzonderlijke steken/letters/
cijfers uitwissen
de steek/het teken dat moet
worden uitgewist in het
memory kiezen
op de «clr/del»-toets drukken
de steek/letter/het cijfer is
uitgewist
Letters, cijfers en leestekens
programmeren
memory openen (zie blz. 27)
op de alfabettoets drukken
letter/cijfer kiezen (zie blz. 26)
op de « »-toets drukken:
letter/cijfer is geprogramm-
eerd
het aantal resterende lege
geheugenplaatsen (hier 29)
en de cursor links van dit
getal knipperen
nieuwe letter/nieuw cijfer
kiezen; programmeren met de
« »-toets, enz.
diverse woorden
programmeren
tussen twee woorden het
spatieteken (_) kiezen en
eveneens programmeren
Let op:
Wanneer de instelling (steek-
lengte of steekbreedte) bij
letters of cijfers wordt
gewijzigd, heeft dit invloed
op het gehele alfabet.
Wanneer afzonderlijke tekens
moeten worden veranderd,
moet de wijziging bij elk
afzonderlijk teken worden
gemaakt.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Bediening30
0
23451
5.5
1
2
3
4
5
0
Memory verlaten
op de « »-toets drukken
= de complete inhoud van het
geheugen is opgeslagen
het memory is gesloten
Het « »-teken op het beeld-
scherm verdwijnt.
De inhoud van het memory
blijft behouden, ook wanneer
de naaimachine wordt uit-
geschakeld en de netstekker
uit het stopcontact wordt
getrokken. De inhoud van
het geheugen kan steeds weer
worden opgeroepen.
De inhoud van het geheugen
wordt uitgewist, wanneer de
naaicomputer wordt uitge-
schakeld zonder het memory
van te voren m.b.v. de
« »-toets te verlaten.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
31Bediening
Balans
Let op:
Zet de balans, indien deze
werd gewijzigd, na beëindi-
ging van het naaiwerk altijd
weer in de normale stand!
De naaimachine wordt voordat
deze de fabriek verlaat,
grondig getest en optimaal
ingesteld. Getest wordt met 2
lagen Cretonne-stof en Metro-
senegaren 100/2 van de firma
Arova Mettler, Zwitserland.
M.b.v. de balans kunnen
dergelijke afwijkingen worden
gecorrigeerd, zodat de steken
optimaal aan het gekozen
materiaal kunnen worden
aangepast.
Gebruik:
Gebruikssteken, bijv. wafel-
steek in jersey, siersteken,
knoopsgaten, enz.
Normale stand De steken worden naar elkaar
toegeschoven
(steeklengte verminderen)
De steken worden uit elkaar
geschoven
(steeklengte vergroten)
Verschillende soorten stof,
garen en verstevigingsmateriaal
kunnen de geprogrammeerde
steken in de naaimachine
dusdanig beïnvloeden, dat deze
niet meer mooi op elkaar
aansluiten of over elkaar vallen
(d.w.z. dat de steken te ver uit
elkaar of te dicht op elkaar
liggen).
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Steken32
Steekoverzicht*
Gebruiks- en siersteken
1 Rechte steek
2 Zigzagsteek
3Vari-overlock
4 Boognaad
5 Afhechtprogramma
6 Drievoudige rechte en zig-
zagsteek
7 Blindzoom
8 Dubbele overlock
9 Super-stretchsteek
10 Standaard knoopsgat
activa 220 / 230 / 240
11 Oogknoopsgat
12 Knoop-aanzetprogramma
13 Stopprogramma
14 Rimpelsteek
15 Stretch-overlock
16 Rijgsteek
17 Universele steek
18 Lycrasteek
19 Wafelsteek
20-25, 29-50 Decoratieve steken
26-28 Quiltsteken
activa 220
*Activa 230 PE siehe Anhang A1
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
33Steken
11 Oogknoopsgat
12 Stiksteekknoopsgat
13 Knoop-aanzetprogramma
14 Oog
15 Stopprogramma
16 Rimpelsteek
17 Stretch-overlock
18 Tricotsteek
19 Rijgsteek
20 Universele steek
21 Lycrasteek
22 Wafelsteek
23-31, 42-70 Decoratieve steken
32-41 Quiltsteken
11 Standaardknoopsgat smal
12 Stretchknoopsgat
13 Oogknoopsgat
14 Stiksteekknoopsgat
15 Knoop-aanzetprogramma
16 Oog
17 Stopprogramma
18 Rimpelsteek
19 Stretch-overlock
20 Tricotsteek
21 Rijgsteek
22 Wafelsteek
23 Universele steek
24 Gestikte zigzag
25 Lycrasteek
26 Stretchsteek
27-38, 49-99 Decoratieve steken
39-48 Quiltsteken
activa 230
activa 240
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Steken34
Een keuze uit het stekenprogramma*
voor niet-elastische stoffen; alle werkzaamheden met rechte
steken
alle werkzaamheden met zigzag, zoals afwerken, elastiek en kant
aannaaien
voor dunne jersey; elastische overlocknaad en rekbare zoom
voor de meeste soorten stof; stoppen met boognaad, verstellen,
randen verstevigen, enz.
voor alle soorten stof; voor het afhechten van naadbegin
en -einde bij naden met rechte steken
voor duurzame naden in stevige materialen
voor de meeste soorten stof; blindzoom, schelpzoom in zachte
jersey en fijne stoffen; siernaad
voor alle soorten gebreide stoffen; overlocknaad = naaien en
afwerken in één handeling
voor zeer elastisch materiaal; zeer rekbare open naad voor alle
soorten kleding
1
3
2
4
6
5
7
1 Rechte steek
2 Zigzagsteek
3 Vari-overlock
4 Boognaad
5 Afhechtprogramma
6 Drievoudige rechte en
zigzagsteek
7 Blindzoom
8 Dubbele overlock
9 Super-stretchsteek
8
*Activa 230 PE siehe Anhang A
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
35Steken
17
13
10
22
automatisch stoppen in dun tot middelzwaar materiaal
voor alle soorten tricot en gladde stoffen; zichtbare naad voor
kleding, lingerie, tafellakens, enz.
met de hand gemaakt-effect: een steek (onderdraad) is zichtbaar,
de andere steek (bovendraad = quiltgaren [monofil]) is onzicht-
baar; bovendraadspanning afhankelijk van de stof verhogen (6–9)
voor fijne tot middelzware stoffen; blouses, jurken, broeken,
huishoudtextiel
voor lichte tot middelzware materialen; blouses, jurken, kinder- en
babykleding, knutselwerk
voor alle zeer elastische tricotstoffen van katoen, wol, zijde en synthe-
tische vezels
voor stevige materialen (niet elastisch); jassen, mantels, broeken,
vrijetijdskleding
programma voor het voorstikken van knoopsgaten, het afwerken
van knoopsgaten met een bandje (naaivoet nr. 3A) of zakopenin-
gen (naaivoet nr. 3, speciaal toebehoren)
17 Stopprogramma
22 Wafelsteek
40 Quiltsteek/doorpitsteek
10 Standaard knoopsgat
11 Standaardknoopsgat smal
12 Stretchknoopsgat
13 Oogknoopsgat
14 Knoopsgat met rechte
steken
40
12
14
11
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naaivoeten36
2
Overlockvoet
Overlocknaad, overlockzoom,
randen afwerken
2
Naaivoet-assortiment
1
5
1
Terugtransportvoet
Gebruiks- en siersteken
4
Ritsvoet
Rits inzetten
3A
3A
Knoopsgat-sledevoet
Knoopsgaten in plat materiaal,
stopprogramma’s
5
Blindzoomvoet
Blindzoom, randen door-
stikken
activa 220 = Zoolhouder en 5 zolen (1, 2, 3, 4, 5)
activa 230 = 7 vot (1, 2, 3A, 4, 5, 9, 20)
activa 230 PE = 7 vot (1, 3A, 4, 5, 9, 20, 57)
activa 240 = 7 voet (1, 2, 3A, 4, 5, 9, 37)
37
Patchworkvoet 1/4 inch
(ca. 6 mm)
Patchwork met een naad van
1/4 inch of 1/8 inch (ca. 6 of
3 mm)
37
9
9
Stopvoet
Quilten uit de vrije hand op
dunne tot middelzware quilts;
stoppen
20
Open borduurvoet
borduren,
appliqueren, motieven met
satijnsteek, monogrammen
20
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
37Gebruikssteken: rechte steek met afhechtprogramma
Afhechtprogramma
voor alle soorten stof
afhechten van naadbegin en -einde
steken achteruit liggen exact op de naad
Naadbegin
de naaimachine naait bij naadbegin automatisch een paar
afhechtsteken (5 steken vooruit, 5 steken achteruit)
de naaimachine naait verder vooruit met een rechte steek
Naadeinde
even op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken =
de naaimachine naait automatisch een paar afhechtsteken
(5 steken achteruit, 5 steken vooruit)
de naaimachine stopt automatisch aan het einde van het
afhechtprogramma
afhechtprogramma nr. 5*
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Afhechtprogramma
*Activa 230 PE siehe Anhang A2
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Gebruikssteken: zigzagsteek38
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
A zigzagsteek met gewijzigde
steekbreedte
B zigzagsteek met gewijzigde
steeklengte
C randafwerking met zigzag-
steek
A B C
zigzagsteek nr. 2
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
Zigzagsteek
geschikt voor alle soorten stof
voor het afwerken van randen, als siersteek voor dekoratief
naaiwerk
Satijnsteek
dichte (korte) zigzagsteek (steeklengte 0,5–0,7 mm)
wordt gebruikt voor applikaties, borduurwerk, enz.
Randen afwerken
exakte randafwerking voor de meeste soorten stof
de rand van de stof onder het midden van de naaivoet geleiden
de naald steekt aan één kant in de stof en aan de andere kant
over de stof
stel de zigzag niet te breed en de steeklengte niet te lang in
de rand moet plat liggen en niet oprollen
gebruik voor dun materiaal stopgaren
Zigzagsteek
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
39Gebruikssteken: rijgsteek
Rijgsteek
TIP
rijgsteek nr. 21 (activa 230 nr. 19, activa 220 nr. 16)
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omlaag (stoppositie)
stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire voor activa 220)
Rijgsteek
voor alle werkzaamheden, waarbij een zeer grote steeklengte
gewenst of noodzakelijk is
voor het rijgen van naden, zomen, quilts, enz.
gemakkelijk los te tornen
Voorbereiding
stoflagen met kopspelden dwars t.o.v. de rijgrichting op elkaar
spelden (dit verhindert, dat de lagen stof verschuiven)
Rijgen
transporteur naar beneden zetten
stof onder de naaivoet leggen en een steek naaien; draden bij
rijgbegin vasthouden
naaiwerk op de gewenste steeklengte naar achteren trekken
een steek naaien, handeling herhalen
Afhechten/draden fixeren
bij begin en einde een paar kleine rijgsteken naaien
Rijgen
gebruik bij het rijgen fijn stopgaren; dit kan later gemakkelijker
worden losgetornd
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
40 Gebruikssteken: blindzoom
blindzoom nr. 7
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
blindzoomvoet nr. 5
blindsteekzool nr. 5 (activa 220)
Blindzoom
voor «onzichtbare» zomen in middelzware tot zware stoffen van
katoen, wol of gemengde vezels
Voorbereiding
rand van de zoom afwerken
zoom omvouwen en spelden of rijgen
het naaiwerk terugvouwen over de goede kant van de stof,
zodat de afgewerkte rand rechts zichtbaar is (zie afbeelding)
leg de stof onder de naaivoet, zodat de geleider tegen de terug-
gevouwen rand van de stof ligt
Blindzoom
5
voorkant van de stof
Fijnafstelling van de steek-
breedte
Stofvouw gelijkmatig langs de
geleider van de naaivoet laten
lopen = de steken liggen altijd
even diep
Naaien
de naald mag maar net in
de rand van de stof steken
(net als bij het naaien met
de hand)
steekbreedte evt. aanpassen
(afhankelijk van de stof)
na ong. 10 cm de blindzoom
aan beide kanten van de stof
controleren, steekbreedte evt.
nogmaals aanpassen
achterkant
van de stof
achterkant
van de stof
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
4141Gebruikssteken: stoppen
stopprogramma nr. 17 (activa 230 nr. 15, activa 220 nr. 13)
oort en dikte afhankelijk van de stof
stopgaren
omhoog (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
knoopsgat-sledevoet nr. 3A
Stoppen – snelle methode
snel stoppen van versleten plekken of scheuren
«vervangen» van beschadigde draden
Stoppen met de terugtransportvoet nr. 1 (stekenteller-automaat)
naald links boven de beschadigde plek in de stof zetten
eerste lengte naaien en naaimachine stopzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken: de lengte is
geprogrammeerd
stopprogramma verder naaien; de naaimachine stopt automatisch
programmering uitschakelen m.b.v. de «clr/del»-toets
Bij een grote oppervlakte:
de oppervlakte kan door het verschuiven van de stof
in de lengte en breedte worden vergroot
Stoppen met de knoopsgat-sledevoet nr. 3A (activa 230, 240)
alleen bij kleine scheurtjes en beschadigde plekken, met
een stoplengte van max. 3 cm
werkwijze net als met naaivoet nr. 1
Stopprogramma
Versteviging bij scheuren
een fijne stof of dunne
plakvlieseline onder de scheur
leggen
Voorbereiding
dunne stoffen in een
stopring* spannen, zodat de
stof nergens trekt
*De stopring is als speciaal toebe-
horen tegen meerprijs verkrijgbaar
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
42 Gebruikssteken: rits inzetten
4
rechte steek nr. 1
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
ritsvoet nr. 4
ritszool nr. 4 (activa 220)
uiterst rechts of uiterst links
Voorbereiding
rits inrijgen
randen van de stof liggen in het midden van de rits tegen elkaar
Naaien
rits aan beide kanten van beneden naar boven vastnaaien,
parallel t.o.v. de rand van de stof
naaldstand één keer uiterst rechts, één keer uiterst links instellen
de naaivoet loopt langs de tandjes van de rits
de naald moet net langs de tandjes van de rits in de stof steken
Rits inzetten
Er kan niet over het lipje van
de rits worden genaaid
rits sluiten, tot ong. 5 cm
voor het lipje naaien
naald in de stof zetten,
naaivoet omhoogzetten, rits
openmaken, naaivoet laten
zakken, verder naaien
Transport bij naaibegin
draden bij naaibegin goed
vasthouden en de stof even-
tueel m.b.v. de draden iets
naar achteren trekken (maar
een paar steken)
Ritsband is van stevig materi-
aal of de stof is stevig en hard
gebruik naald nr. 90–100 =
de steek wordt regelmatiger
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaldstand:
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
4343Gebruikssteken: knoopsgaten
Belangrijke en praktische informatie over het knoopsgat
Manuele knoopsgaten
markeren
knoopsgatlengtes op de
gewenste plaats aangeven
knoopsgatvoet nr. 3 (speciaal
toebehoren tegen meerprijs)
gebruiken
Automatische knoopsgaten
markeren
de gehele lengte van één
enkel knoopsgat aangeven
nadat het eerste knoopsgat
werd genaaid, is de lengte
geprogrammeerd
voor alle andere knoopsgaten
alleen het beginpunt aan-
geven
knoopsgat-sledevoet nr. 3A
gebruiken
Oogknoopsgaten markeren
alleen de lengte van het kor-
don aangeven
de lengte van het oog wordt
extra genaaid
Draadspanning bij knoopsgaten
de onderdraad in de vinger van de spoelhuls rijgen = hogere draadspanning onder
hierdoor lijkt het alsof het knoopsgatkordon aan de bovenkant iets gewelfd is
het knoopsgat zier er perfect uit
een vuldraad verstevigt het knoopsgat en geeft het een mooie vorm (zie blz. 45, 46)
Knoopsgaten zijn praktische
sluitingen, maar kunnen ook
als versiering worden aange-
bracht.
Gewenst knoopsgat kiezen; op
het beeldscherm verschijnt:
1 knoopsgatnummer
2 knoopsgatsymbool (knip-
pert)
3 naaivoetinformatie
1
2
3
4
0
5
0
23451
5.5
1
2
3
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
44 Gebruikssteken: knoopsgaten
Proeflapje
naai het knoopsgat altijd op een proeflapje met de originele stof
gebruik hetzelfde verstevigingsmateriaal als bij het uiteindelijke
knoopsgat (bijv. vlieseline)
kies hetzelfde soort knoopsgat
naai het knoopsgat in dezelfde richting (in de lengte of dwars)
snijd het knoopsgat open
schuif de knoop door het knoopsgat
corrigeer de lengte van het knoopsgat indien nodig
Correcties
Kordonbreedte veranderen:
steekbreedte veranderen
de gewijzigde steekbreedte kan met «clr/del» worden uitgewist
Steeklengte veranderen:
een verandering van de steeklengte heeft invloed op beide
kordons (de steken liggen dichter op of verder uit elkaar)
de gewijzigde steeklengte kan met «clr/del» worden uitgewist
Balans bij automatische en manuele knoopsgaten
Bij het manuele 6-fase knoopsgat en het knoopsgat met lengte-
meting heeft de balans gelijktijdig invloed op beide kordons,
omdat beide kordons in dezelfde richting worden genaaid.
Wanneer een knoopsgat dwars
t.o.v. de rand van het naaiwerk
moet worden genaaid, raden
wij aan een speciaal nivelleer-
plaatje te gebruiken.
Dit is als speciaal toebehoren
tegen meerprijs verkrijgbaar.
Het nivelleerplaatje van
achteren tussen de stof en de
naaivoetzool schuiven tot het
tegen het dikkere gedeelte van
het naaiwerk ligt, nivelleer-
plaatje naar voren schuiven.
TIP
Let op:
Zet de balans na beëindiging
van de knoopsgaten weer
terug naar de normale stand!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
4545Gebruikssteken: knoopsgaten
vuldraad links onder de naai-
voet naar voren trekken
uiteinden van de vuldraad in
de klemgleuven trekken
knoopsgat naaien
Naaien
knoopsgat zoals gewoonlijk
naaien, de vuldraad niet
vasthouden
de knoopsgatkordons vallen
over de vuldraad
Knoopsgat met vuldraad
Vuldraad
een vuldraad verstevigt het
knoopsgat en geeft het een
mooie vorm
de lus van de vuldraad moet
aan de kant van het knoops-
gat liggen, die de meeste
druk van de knoop moet
uithouden (plaats waar de
knoop wordt aangenaaid =
lus van de
vuldraad)
stof overeenkomstig onder de
naaivoet leggen
een vuldraad is alleen bij
standaard knoopsgaten aan
te bevelen
Vuldraad in naaivoet nr. 3
of knoopsgatzool nr. 3
(activa 220)
naald bij knoopsgatbegin in
de stof zetten
naaivoet staat omhoog
vuldraad over het middelste
haakje aan de voorkant van
de naaivoet hangen
3A
Vuldraad in de knoopsgat-
sledevoet nr. 3A hangen
naald bij knoopsgatbegin in
de stof zetten
naaivoet staat omhoog
vuldraad rechts onder de
knoopsgatvoet leggen
vuldraad over het pinnetje
achter op de naaivoet leggen
Ideaal materiaal voor vuldra-
den
parelgaren nr. 8
stevig handnaaigaren
dun haakgaren
3A
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
46 Gebruikssteken: knoopsgaten
Knoopsgatbijtel (speciaal
toebehoren tegen meerprijs)
knoopsgat op een stukje hout
leggen
knoopsgatbijtel in het midden
van het knoopsgat zetten
knoopsgatbijtel met de hand
of met een hamer naar bene-
den drukken
Vuldraad vastzetten
vuldraad aantrekken tot de
lus in de trens verdwijnt
uiteinden van het garen naar
de achterkant van de stof
trekken (handnaald gebruiken)
uiteinden aan elkaar knopen
of afhechten
Knoopsgat opensnijden
de stof met de achterkant
van het tornmesje een beetje
inkerven
het knoopsgat met het torn-
mesje vanaf de uiteinden naar
het midden toe opensnijden
beide uiteinden van het garen
onder de naaivoet naar
achteren trekken (één draad
in elke gleuf van de naaivoet)
naaivoet laten zakken
Naaien
knoopsgat zoals gewoonlijk
naaien, vuldraad niet
vasthouden
de knoopsgatkordons vallen
over de vuldraad
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
4747Gebruikssteken: knoopsgaten
Automatisch standaard knoopsgat met lengtemeting (activa 230/240)
Beide knoopsgatkordons worden in dezelfde richting genaaid.
Let op:
De sledevoet moet plat op het materiaal liggen!
Als de sledevoet op een naad ligt, kan de lengte niet exact
worden gemeten.
standaard knoopsgat nr. 10
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
automatische knoopsgat-sledevoet nr. 3A
Automatisch standaard knoopsgat
onderdraad in de vinger van de spoelhuls rijgen (blz. 43)
met de knoopsgat-sledevoet nr. 3A wordt de lengte van het
knoopsgat via de lens op de naaivoet gemeten = het knoopsgat
wordt exact gedupliceerd en automatische omschakeling bij
maximale lengte
op het beeldscherm wordt de geactiveerde fase van de knoops-
gatvolgorde d.m.v. knipperen aangegeven
Let op:
Elk automatisch knoopsgat geeft bij begin naaivoet nr. 3 aan.
3A
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
48 Gebruikssteken: knoopsgaten
5432
1
Standaard knoopsgat programmeren
1 eerste kordon vooruit naaien, naaimachine stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
«auto» en naaivoet nr. 3A verschijnen op het beeldscherm =
de knoopsgatlengte is geprogrammeerd
De naaimachine naait automatisch:
2 rechte steken achteruit
3 de 1e trens
4 het 2e kordon vooruit
5 de 2e trens en de afhechtsteken
de naaimachine stopt en schakelt automatisch terug naar
knoopsgatbegin
Knoopsgatautomaat
alle volgende knoopsgaten worden nu automatisch op dezelfde
lengte genaaid (zonder op de achteruitnaaiknop te drukken)
programmering uitwissen m.b.v. de «clr/del»-toets
geprogrammeerde knoopsgaten in het blijvend geheugen opslaan
(aanwijzingen op blz. 53)
Correcties (zie blz. 44)
Balans
bij de knoopsgaten met lengtemeting heeft de balans gelijktijdig
invloed op beide kordons, omdat beide kordons in dezelfde rich-
ting worden genaaid
Markeringen
bij de geprogrammeerde
knoopsgaten hoeft u er maar
één te markeren, bij alle
volgende knoopsgaten moet
alleen nog maar het begin-
punt worden aangegeven =
een echte tijdbesparing
Naaisnelheid
u krijgt het beste resultaat
wanneer u met een gemid-
delde snelheid naait
de steekdichtheid is mooi
gelijkmatig wanneer alle
knoopsgaten op dezelfde
snelheid worden genaaid
Nivelleerplaatje voor knoops-
gaten (speciaal toebehoren
tegen meerprijs)
Wanneer een knoopsgat dwars
t.o.v. de rand van de stof moet
worden genaaid, is het raad-
zaam een nivelleerplaatje te
gebruiken. M.b.v. dit toebeho-
ren ligt de sledevoet mooi plat
op het materiaal. Het resultaat
is een mooi en perfect knoops-
gat (zie Tip op blz. 44).
TIP
Let op:
Zet de balans na beëindiging
van de knoopsgaten weer
terug op de normale stand!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
4949Gebruikssteken: knoopsgaten
Beide knoopsgatkordons worden in dezelfde richting genaaid.
oogknoopsgat nr. 13 (activa 230 nr. 11)
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
automatische knoopsgat-sledevoet nr. 3A
Automatisch oogknoopsgat
onderdraad in de vinger van de spoelhuls rijgen (zie blz. 43)
bij het gebruik van de knoopsgat-sledevoet nr. 3A wordt de
lengte van het knoopsgat automatisch via de lens op de naaivoet
gemeten = het knoopsgat wordt exact gedupliceerd en automa-
tische omschakeling bij maximale lengte
Oogknoopsgaten markeren
u hoeft alleen de kordonlengte aan te geven, het oog wordt
extra genaaid
op het beeldscherm wordt de geactiveerde fase van de knoops-
gatvolgorde d.m.v. knipperen aangegeven
3A
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Automatisch oogknoopsgat met lengtemeting (activa 230/240)
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
50 Gebruikssteken: knoopsgaten
Exacte duplicaties
geprogrammeerde
knoopsgaten worden allemaal
even lang en even mooi
Markeringen
bij de geprogrammeerde
knoopsgaten hoeft u er maar
één te markeren, bij alle
volgende knoopsgaten moet
alleen nog het beginpunt
worden aangegeven = een
echte tijdbesparing!
Oogknoopsgaten dubbel
genaaid
in dikke stoffen kunnen
oogknoopsgaten dubbel
worden genaaid, hierbij
wordt het eerste knoopsgat
met een grotere steeklengte
genaaid
na het naaien van het eerste
knoopsgat de stof niet
verschuiven
steeklengte terugzetten
en nogmaals op de voet-
weerstand drukken
Oogknoopsgat programmeren
1 rechte steken vooruit naaien, de naaimachine stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
op het beeldscherm verschijnt «auto» en naaivoet nr.
3A = de knoopsgatlengte is geprogrammeerd
De naaimachine naait automatisch:
2 het oog
3 het 1e kordon achteruit
4 rechte steken vooruit
5 het 2e kordon achteruit
6 de trens en de afhechtsteken
de naaimachine stopt en schakelt automatisch terug naar
knoopsgatbegin
Knoopsgatautomaat
alle volgende knoopsgaten worden nu automatisch op
dezelfde lengte genaaid (zonder op de achteruitnaaiknop
te drukken)
programmering uitwissen m.b.v. de «clr/del»-toets
geprogrammeerde knoopsgaten in het blijvend geheugen
opslaan (zie blz. 53)
Correcties (zie blz. 44)
Balans
bij de manuele knoopsgaten en knoopsgaten met lengte-
meting heeft de balans gelijktijdig invloed op beide kor-
dons, omdat beide kordons in dezelfde richting worden
genaaid
bij het oogknoopsgat kan het oog, als dit trekt, m.b.v. de
balans worden gecorrigeerd
54
3
2
1
6
TIP
Let op:
Zet de balans na beëindiging
van de knoopsgaten weer
terug op de normale stand!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
5151Gebruikssteken: knoopsgaten
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
alle knoopsgatsoorten
soort en dikte afhankelijk van het materiaal
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
knoopsgatzool nr. 3 (activa 220)
knoopsgatvoet nr. 3 (speciaal toebehoren activa 230/240)
Voorbereiding
gewenst knoopsgat kiezen
op het beeldscherm verschijnt:
het gekozen knoopsgatnummer
de aanbevolen naaivoet nr. 3
het knoopsgatsymbool (de eerste fase knippert)
onderdraad in de vinger van de spoelhuls rijgen
Maak altijd een proefknoopsgat
gebruik hiervoor de originele stof en het originele
verstevigingsmateriaal
knoopsgat in dezelfde richting als het uiteindelijke
knoopsgat op de stof naaien (in de lengte of dwars)
Let op: Correcties (zie blz. 44)
Manuele knoopsgaten (alle soorten)
Manuele knoopsgaten zijn geschikt voor eenmalig gebruik of voor het
verstellen van bestaande knoopsgaten.
Het aantal stappen is afhankelijk van het soort knoopsgat.
Een manueel knoopsgat kan niet in het geheugen worden opgeslagen.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
52 Gebruikssteken: knoopsgaten
Manueel standaard knoopsgat naaien
Beide knoopsgatkordons worden in dezelfde richting genaaid.
Op het beeldscherm wordt de knoopsgatvolgorde d.m.v. knipperen aangegeven.
1 Kordon tot aan de lengtemarkering vooruitnaaien;
de naaimachine stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
2 Rechte steken achteruitnaaien, de naaimachine op de hoogte van
de eerste steek (knoopsgatbegin) stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
3 Trens boven en tweede kordon naaien, de naaimachine stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
4 Trens onder en afhechtsteken naaien
4
3
1
2
Manueel oogknoopsgat naaien
Beide knoopsgatkordons met dezelfde snelheid naaien.
Op het beeldscherm wordt de knoopsgatvolgorde d.m.v. knipperen aangegeven.
1 Rechte steken vooruitnaaien, de naaimachine stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
2 Oog en 1e kordon achteruitnaaien, de naaimachine op de hoogte van de
eerste steek (knoopsgatbegin) stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
3 Rechte steken vooruitnaaien, de naaimachine op de hoogte van het oog
stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
4 2e kordon achteruitnaaien, de naaimachine op de hoogte van de eerste steek
(knoopsgatbegin) stilzetten
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken
5 Trens en afhechtsteken naaien
345
21
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
535353Gebruikssteken: knoopsgaten
Geprogrammeerde knoopsgaten in het blijvend geheugen opslaan
na het programmeren op de « »-toets drukken
het knoopsgat is in het blijvend geheugen opgeslagen
Geprogrammeerde knoopsgaten uit het blijvend geheugen halen
Geprogrammeerde knoopsgaten kunnen te allen tijde worden opgeroepen, ook wanneer de
naaimachine werd uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact werd getrokken.
het gewenste knoopsgat kiezen
op de « »-toets drukken
het geprogrammeerde knoopsgat naaien
per knoopsgatsoort kan maar één knoopsgatlengte worden opgeslagen;
als een nieuwe lengte met de « »-toets wordt ingevoerd, wordt de
vooraf opgeslagen lengte uitgewist
Geprogrammeerde knoopsgaten (activa 230/240)
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Gebruikssteken: quiltsteek/doorpitsteek54
Perfekte hoeken
funktie naaldstop onder
inschakelen, naaiwerk draaien
let er bij het draaien op, dat
de stof nergens trekt
Quiltgaren (monofil) breekt
naaisnelheid verminderen
bovendraadspanning iets
verminderen
TIP
Quiltsteek/doorpitsteek
quiltsteek nr. 40 (activa 230 nr. 33, activa 220 nr. 27)
oort en dikte afhankelijk van de stof
quiltgaren (monofil)
borduurgaren
omhoog (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1 of
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
Quiltsteek/doorpitsteek
voor alle soorten stof en naaiwerk, die er «met de hand
gemaakt» moeten uitzien
Proeflapje
onderdraad moet worden omhooggehaald
1steek is zichtbaar (onderdraad),
1steek is onzichtbaar quiltgaren (monofil) = “met de hand
genaaid”-effekt
Bovendraadspanning
afhankelijk van de stof = bovendraadspanning verhogen (6–9)
Balans
steek evt. met behulp van de balans aanpassen
Naaien
de quiltsteek kan bij elke naaldstand worden genaaid
Steekkeuze:
Naald:
Bovendraad:
Onderdraad:
Transporteur:
Naaivoet:
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
55Gebruikssteken: knoopaanzetprogramma 55
knoopaanzetprogramma nr. 15 (activa 230 nr. 13,
activa 220 nr. 12)
afhankelijk van de afstand tussen de gaatjes van de knoop
soort en dikte afhankelijk van het materiaal
katoen/polyester
omlaag (stoppositie)
stopvoet nr. 9 (speciaal accessoire voor activa 220)
knoopaanzetvoet nr. 18 (speciaal toebehoren)
Knopen aanzetten
voor het aannaaien van knopen met 2 en 4 gaatjes
knopen, die alleen als decoratie dienen, worden zonder «steel»
aangenaaid
de afstand («steel») tussen de knoop en de stof kan m.b.v. naai-
voet nr. 18 naar wens worden ingesteld
Knoop aanzetten met naaivoet nr. 9
knoopaanzetprogramma kiezen
afstand tussen de gaatjes m.b.v. het handwiel controleren en
indien nodig, steekbreedte veranderen
de eerste afhechtsteken naaien; draden bij naaibegin vasthouden
programma naaien
de naaimachine stopt automatisch wanneer het programma is
beëindigd en staat meteen weer op het begin van het pro-
gramma
Begin- en einddraden
de draden zijn reeds afgehecht en kunnen worden afgeknipt
Knoopaanzetprogramma
Steekkeuze:
Steekbreedte:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Voor meer duurzaamheid
na beëindiging van het naai-
werk de bovendraden naar de
achterkant halen en aan
elkaar knopen
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Gebruikssteken: knoopaanzetprogramma56
Knoop met 4 gaatjes
eerst over de voorste gaatjes
naaien
de knoop zorgvuldig naar
voren schuiven
het programma opnieuw over
de achterste gaatjes naaien
de diagonale verbindingsdrad
afknippen
Knoop aanzetten met naaivoet nr. 18
gewenste «steelhoogte» m.b.v. de schroef op de naaivoet
instellen
knoopaanzetprogramma kiezen en zoals bij naaivoet nr. 9
(blz. 55) te werk gaan
Begin- en einddraden
de draden zijn reeds afgehecht en kunnen worden afgeknipt
Voor meer duurzaamheid
na beëindiging van het naaiwerk de bovendraden naar de
achterkant trekken en aan elkaar knopen of
met de uiteinden van de bovendraad een «steel» met de hand
naaien
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
57Gebruikssteken: overlocknaad 57
2
Rekbare stoffen
gebruik een nieuwe naald,
zodat de stof niet wordt
beschadigd
Naaien van elastische stoffen
indien nodig, stretchnaald
(130/705 H-S) gebruiken = de
naald «glijdt» a.h.w. langs de
vezels van de stof
Vari-overlocknaad
vari-overlocksteek nr. 3
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
overlockvoet nr. 2, overlockzool nr. 2 (activa 220)
terugtransportvoet nr. 1
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
De overlockvoet nr. 2 werd speciaal voor overlocksteken
ontwikkeld. De steek wordt over het staafje van de naaivoet
gevormd. Hierdoor wordt er voldoende garen in de steek
verwerkt, zodat de naad goed elastisch is.
Gesloten naad
elastische naad in dunne, zachte rekbare stoffen zoals zijden
jersey, tricot
Naaien
de rand van de stof langs het staafje van de overlockvoet
geleiden
de steek wordt over het staafje van de naaivoet gevormd en
ligt langs de rand van de stof
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Gebruikssteken: overlocknaad58
2
dubbele overlocksteek nr. 8
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
overlockvoet nr. 2, overlockzool nr. 2 (activa 220)
terugtransportvoet nr. 1
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
De overlockvoet nr. 2 werd speciaal voor overlocksteken
ontwikkeld. De steek wordt over het staafje van de naaivoet
gevormd. Hierdoor wordt er voldoende garen in de steek
verwerkt, zodat de naad goed elastisch is.
Gesloten naad
overlocknaad in losse, rekbare stoffen en dwarsnaad in gebreide
stoffen
Naaien
geleid de rand van de stof langs het staafje van de overlockvoet
Dubbele overlocknaad
Rekbare stoffen
gebruik een nieuwe naald,
zodat de stof niet wordt
beschadigd
Naaien van elastische stoffen
indien nodig een stretchnaald
(130/705 H-S) gebruiken = de
naald «glijdt» a.h.w. langs de
vezels van de stof
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
59Gebruikssteken: overlocknaad 59
Naaldstop onder
heel handig voor het draaien
van het naaiwerk bij ron-
dingen (halsopening/armsgat)
2
vari-overlocksteek nr. 3
soort en dikte afhankelijk van de stof
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
overlockvoet nr. 2, overlockzool nr. 2 (activa 220)
terugtransportvoet nr. 1
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
De overlockvoet nr. 2 werd speciaal voor overlocksteken
ontwikkeld. De steek wordt over het staafje van de naaivoet
gevormd. Hierdoor wordt er voldoende garen in de steek
verwerkt, zodat de naad goed elastisch is.
Boord met overlocknaad
voor alle dunne soorten jersey (katoen, synthetische of gemeng-
de vezels)
Voorbereiding
strook voor de boord op de helft vouwen en strijken
rand van de boord op de halsopening spelden, goede kant van
de stof naar buiten
Naaien
vari-overlocksteek over de rand naaien
rand van de stof langs het staafje van de overlockvoet
laten lopen
de steek valt over het staafje van de naaivoet en ligt langs
de rand
Boord met overlocknaad
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
TIP
Achterkant
Voorkant
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Gebruikssteken: wafelsteek60
wafelsteek nr. 22 (activa 230 nr. 22, activa 220 nr. 19)
universeel, ballpoint of stretch
katoen/polyester
omhoog (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1
terugtransportzool nr. 1 (activa 220)
Afwerking met wafelsteek
voor stevige, rekbare stoffen (vooral katoenen, wollen,
synthetische tricot of tricot van gemengde vezels)
Voorbereiding
rand 1 cm naar links omvouwen en strijken, evt. rijgen
Naaien
wafelsteek aan de goede kant van de stof naaien (naaivoet-
breedte aanhouden)
overtollige stof aan de achterkant afknippen
Balans/correctie
steken naar elkaar toeschuiven
Randafwerking met wafelsteek
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaldstop onder
heel handig voor het draaien
bij rondingen (halsopening of
armsgat)
steken uit elkaar schuiven
Let op:
Zet de balans na het naaien
weer op de normale stand!
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
61Naald, garen
Naald 70 80 90 100 110–120
Stopgaren
••
Borduurgaren
Naaigaren
••
katoen gemerc.
Naaigaren
••
synthetisch
Naaigaren grof
katoen gemerc.
••
synthetisch
Knoopsgatgaren
voor siernaden
••
(cordonnet)
Belangrijke informatie over de naaimachinenaald
Naaimachine, naald en garen
Uw BERNINA naaimachine heeft het naaldsysteem 130/705H.
Naald en garen
Normale naalden hebben gebruikelijk een dikte variërend van
nr. 70 tot nr. 120. Hoe dunner de naald, des te lager het nummer.
Welke naald bij welk garen past, kunt u uit de tabel opmaken.
Naald en garen passen
Tijdens het naaien ligt de draad
in de lange gleuf van de naald.
Naald en garen passen niet
Als de naald te dun is, past de
draad niet goed in de gleuf.
Hierdoor ontstaan steekfouten.
Naald en naaiwerk
Toestand van de naald
De naald moet altijd in
onberispelijke staat zijn.
Problemen ontstaan wanneer
de naald beschadigd is.
een kromme naald
een botte naald
een naaldpunt met
haakjes
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naalden62
Speciaal materiaal kan gemakkelijker worden verwerkt, wanneer ook een speciale naald wordt
gebruikt. Deze verschillende speciale naaimachinenaalden zijn bij uw BERNINA dealer verkrijgbaar.
Naald
Standaard
naald
Speciale
naalden
Tweelingnaald
Drielingnaald
Zwaardnaald
Naaldsysteem
130/705 H
130/705 H-SES
130/705 H-SUK
130/705 H-S
130/705 H-J
130/705
H-LR + H-LL
130/705 H- ZWI
130/705 H-DRI
130/705 HO
Naaldpunt
normale, iets
ronde punt
fijne, ronde
punt
middelgrote
ronde punt
middelgrote
ronde punt
zeer slanke
punt
snijpunt
naaldafstand:
1,6 / 2,0 / 2,5
3,0 / 4,0
naaldafstand:
2,5 / 3,0
brede naald
Gebruik
universele naald voor dunne synthetische stoffen,
fijn linnen, chiffon, batist, organdie, wollen
stoffen, fluweel, siernaden, borduurwerk
dunne, gebreide stoffen, vooral ook voor
synthetische stoffen
grove gebreide stoffen, effectstoffen, interlock, enz.
speciale stretchnaald, zeer geschikt voor moeilijk
verwerkbare, rekbare stoffen
beroepskleding, zwaar linnen, spijkerstof, dun
zeildoek; zeer geschikt voor dicht geweven stoffen
alle soorten leer, kunstleer, plastic, folie, zeildoek
zichtbare zoom in rekbare stoffen, biezen, decora-
tief naaiwerk
decoratief naaiwerk
ajourzoom in dun materiaal
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
63Naald, garen, stoftransport
Transporteur en stoftransport
Naaiwerk gelijkmatig laten
glijden!
Het trekken aan, duwen tegen of tegenhouden van de stof ver-
oorzaakt onregelmatige steken
Transporteur en steeklengte
Bij elke steek verschuift de transporteur één stap. De lengte van
zo’n stap hangt van de gekozen steeklengte af. Bij een korte
steeklengte zijn de stappen ook heel klein. De stof glijdt heel
langzaam onder de naaivoet door, ook bij maximale naaisnelheid.
Knoopsgaten en kordonnaden worden bijvoorbeeld met zo’n
kleine steeklengte genaaid.
Belangrijk
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Naald, garen, stoftransport64
Transporteur en stoftransport met nivelleerplaatjes
1
1
Dik materiaal: transporteur en het naaien van hoeken
De transporteur kan alleen
goed functioneren wanneer de
naaivoet horizontaal op de
stof ligt.
Als de naaivoet «schuin» staat,
bijv. bij een hele dikke naad,
kan de transporteur de stof
niet goed geleiden. De stof
wordt samengedrukt.
Naadhoogte compenseren
Om het verschil in hoogte te
compenseren, moeten één of
verschillende nivelleerplaatjes
achter de naald onder de naai-
voet worden gelegd of aan de
Wanneer één of meer
plaatjes aan de rechterkant van
de naaivoet en zo dicht moge-
lijk tegen de stofkant worden
gelegd, wordt de stof gelijkma-
tig getransporteerd.
Bij het naaien van hoeken
wordt de stof niet goed
getransporteerd, omdat maar
een klein gedeelte van de stof
daadwerkelijk op de transpor-
teur ligt.
rechterkant van de naaivoet
dicht bij de naald worden
gelegd. Verder naaien tot de
naaivoet helemaal over het
dikke gedeelte is gelopen,
plaatjes wegnemen.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
65Reinigen en onderhoud
Beeldscherm en naaimachine rei-
nigen
met een zachte, vochtige doek
schoonmaken
Reinigen
Wanneer de naaimachine in een koude ruimte staat, moet ze
ongeveer 1 uur voor gebruik in een warme ruimte worden gezet.
Reinigen
Draadresten onder de steekplaat en rond de grijper regelmatig
verwijderen.
hoofdschakelaar op «0» zetten en stekker uit het stopcontact
trekken
naaivoet en naald verwijderen
spoelhuisdeksel aan de vrije arm openen
druk het steekplaat rechtsachter naar beneden en verwijder
deze
machine met het kwastje reinigen
steekplaat weer bevestigen
Grijper reinigen
hoofdschakelaar op «0» zetten en stekker uit het stopcontact
trekken
spoelhuls verwijderen
ontgrendelingshevel naar links drukken
afsluitbeugel met de zwarte grijperbaanring naar beneden
klappen
grijper wegnemen en grijperbaan reinigen; gebruik geen spit-
se voorwerpen
grijper bevestigen, indien nodig aan het handwiel draaien,
tot de grijperdrijver links staat
grijperbaanring en afsluitbeugel sluiten, ontgrendelingshevel
moet vastzitten
ter controle aan het handwiel draaien
spoelhuls inzetten
Let op:
Gebruik voor het schoonmaken
nooit alcohol, benzine, verdun-
ningsmiddel of bijtende vloei-
stoffen!
Oliën
enkele druppels olie in de grij-
perbaan aanbrengen (2–3 drup-
pels)
de naaimachine even zonder
garen (niet ingeregen) laten
lopen
op deze manier wordt verme-
den, dat de stof vies wordt
Let a.u.b. op de veilig-
heidsvoorschriften!
WAARSCHUWING
Trek voor het reini-
gen of onderhoud
de netstekker
uit het stopcontact
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Reinigen en onderhoud
66
Naailicht
Gloeilamp verwisselen
hoofdschakelaar op «0»
zetten en netstekker uit het
stopcontact trekken
schroef op het naaimachine-
frame losdraaien
Let op:
Laat de gloeilamp voordat
u deze verwisselt goed
afkoelen!
Gloeilampentype:
Glasfittinglamp 12 V 5 W met
fittingmaat W 2.1 x 9.5 d
gloeilamp naar beneden
trekken
nieuwe gloeilamp inzetten
voorkap bevestigen en vast-
schroeven Let a.u.b. op de veilig-
heidsvoorschriften!
voorkap verwijderen;
iets draaien en naar boven
wegnemen
WAARSCHUWING
Trek voor het reini-
gen of onderhoud
de netstekker
uit het stopcontact
**Speciaal accessoire voor activa 220, 230
CFL-naailicht**
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften!
De belangrijkste kenmerken
van het CFL-naailicht zijn, dat
het, in tegenstelling tot norma-
le gloeilampjes, een betere ver-
lichting van het werkoppervlak
geeft en een zeer lange levens-
duur heeft.
Let op:
Een defekt CFL-naailicht mag
alleen door een bevoegde
persoon worden vervangen.
Breng uw naaimachine a.u.b.
naar uw BERNINA dealer!
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
67Storingen
Vermijden en verhelpen van storingen
Bovendraad breekt
bovendraadspanning te strak
naald van slechte kwaliteit
(naalden koopt u het beste bij
uw BERNINA dealer)
naald bot of krom
garen van slechte kwaliteit
(garen met knoopjes, oud of
uitgedroogd garen)
verkeerde garengeleidings-
schijf gebruikt, passende
schijf kiezen
steekgat of grijperpunt
beschadigd, naaimachine naar
uw BERNINA dealer brengen
Onderdraad breekt
onderdraadspanning te strak
onderdraad klemt in de spoel-
huls, spoeltje controleren en
evt. vervangen
steekgat door de naald
beschadigd (moet door uw
BERNINA dealer worden
gepolijst)
naald bot of krom
Steekfouten
verkeerde naald; gebruik
alleen naaldsysteem
130/705H
naald bot of krom; verkeerd
ingezet (bij het inzetten de
naald helemaal naar boven
drukken)
naald van slechte kwaliteit of
slecht gepolijst
vorm van de naaldpunt past
niet bij het materiaal (indien
nodig, ronde punt voor
gebreide stoffen en snijpunt
voor hard leer gebruiken)
Naald breekt
naaldhouderschroef niet goed
vastgeschroefd
stof werd naar voren, in plaats
van naar achteren onder de
naaivoet weggetrokken
bij het naaien over dikke
gedeeltes werd de stof
geschoven terwijl de naald
in de stof stak (jeansvoet
gebruiken)
garen van slechte kwaliteit;
slecht getwijnd garen of garen
met knoopjes
voor informatie over naalden
zie blz. 61, 62
Als de naaimachine niet storingvrij naait, kunt u de oorzaak
meestal herkennen wanneer u de volgende punten doorneemt.
Controleer of:
boven- en onderdraad goed ingeregen zijn
de naald juist is ingezet
de naalddikte juist is (zie naald-/draadtabel blz. 61)
de naaimachine schoon is (draadresten verwijderen)
de grijperbaan gereinigd is
tussen de draadspanningsschijven geen draadresten vastzitten
de spoel in de spoelhuls goed loopt en er geen draadresten
vastzitten
Naad niet mooi
draadresten tussen de draad-
spanningsschijven
draadresten onder de veer van
de spoelhuls
onderdraad is nog in de vinger
van de spoelhuls geregen
verkeerd ingeregen; boven- en
onderdraad controleren
passende garengeleidingsschijf
gebruiken
Naaimachine loopt niet of te
langzaam
stekker niet goed aangesloten
hoofdschakelaar op «0»
naaimachine komt direct uit
een koude ruimte
spoelmechanisme nog inge-
schakeld
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Trefwoordenregister68
A
Aanschuiftafel 12
Afhechtprogramma 37
B
Balans 31, 44, 48, 50, 60
Bediening 23
Beeldscherm 23
Blindzoom 40
Boord met overlocknaad 59
Bovendraad inrijgen 18
C
CFL 8, 66
D
Details van de naaimachine 4–7
Doorpitsteek A5
Draadafsnijder 13, 20
Draadafsnijder boven de naald 20
Draadspanning 22
Drielingnaald 62
Dubbele overlocknaad 58
F
Festonsteek A3
Functies, functietoetsen 25
1/2 motorsnelheid 25
achteruitnaaien 25
alfabet, cijfers en leestekens 26
clr/del (clear/delete) 26
mem (memory) 26
motiefeinde 25
naaldstop veranderen 25
ruit-toets (#-toets) 26
spiegelbeeld horizontaal 25
G
Garen, naald, stoftransport 63, 64
Garenkloshouder 17
Gloeilamp verwisselen 66
H
Hoofdschakelaar 10
I
Inrijgen, bovendraad 18
K
Kabelaansluiting 10
Kantliniaal 12
Kniehevel 12
Knoopaanzetprogramma 55
Knoopsgaten 4353
automatisch oogknoopsgat met
lengtemeting 49
automatisch standaard knoopsgat met
lengtemeting 47
geprogrammeerde knoopsgaten 53
knoopsgat met vuldraad 45
knoopsgatcorrecties 44
knoopsgaten markeren 43
manuele knoopsgaten 51
standaard knoopsgat 47, 48
L
Loepenset 8
M
Memory 27
correcties in het memory 29
memory openen 27
memory-toetsen 27
memory verlaten 30
Trefwoordenregister
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
69Trefwoordenregister
programmeren van gebruiks- en
siersteken 28
programmeren van letters, cijfers
en leestekens 29
scrollen 28
N
Naailicht 8, 66
Naaimachinenaald 61, 62
Naaivoet verwisselen 16, 17
Naaivoeten 36
Naald verwisselen 15
Naalden 61, 62
Naald, garen, stoftransport 63, 64
Naaldinrijger 19
Naaldstand veranderen 24
Naaldsysteem 62
Netkabel 10
Nivelleerplaatjes 64
O
Onderdraad 13, 20
omhooghalen 20
opspoelen 13
Onderdraadafsnijder 14
Onderhoud 65, 66
Oogknoopsgat 49
Overlocknaad 59
Q
Quilters afhechtprogramma A2
Quiltsteek A5
R
Randafwerking met wafelsteek 60
Reinigen 65, 66
Rekbare stoffen 57, 58
Rijgsteek 39
Ritsvoet 42
S
Spoel inzetten 15
Spoelhuls 14
Standaard toebehoren 8
Steekbreedte veranderen 24
Steeklengte veranderen 24
Steekplaat 21
Steekoverzicht 32, 33
Steken 3235
Steken kiezen 24
Stipplingsteek A4
Stofhoes 8
Stoftransport, naald, garen 63, 64
Stoppen 41
Stopprogramma 41
Storingen, vermijden en verhelpen 67
T
Tekens, overzicht 26
Toebehoren 8
Toebehorenbox 7, 9
Transporteur 21, 63, 64
Tweelingnaald 62
V
Vari-overlocknaad 57
Veersteek A6
Veiligheidsvoorschriften 2, 3
Vermijden en verhelpen van storingen 67
Voetweerstand 11
W
Wafelsteek 60
Z
Zwaardnaald 62
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Inhoud70
2 Belangrijke veiligheidsvoorschriften
4 Details van de naaimachine
10 Naaimachine voorbereiden
23 Bediening
32 Steken
36 Naaivoeten
Gekozen gebruikssteken:
37 afhechtprogramma
38 Zigzagsteek
39 rijgsteek
40 blindzoom
41 stopprogramma
42 ritssluiting
43 •knoopsgaten
54 Quiltsteek/doorpitsteek
55 knoopaanzetprogramma
57 overlocksteken
60 wafelsteek
61 Naald, garen, stoftransport
65 Reinigen, onderhoud, storingen
68 Trefwoordenregister
A1-A6 Anhang
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
71
BERNINA voelt zich verplicht een bijdrage aan het milieubeheer te leveren. Wij streven ernaar de
invloed van onze producten op het milieu tot een minimum te beperken. Derhalve verbeteren
wij de vormgeving en productiemethode van onze producten voortdurend.
Indien u het product niet meer nodig heeft, verzoeken wij u om dit, rekening houdend met de
milieueisen en overeenkomstig de geldende richtlijnen, weg te doen. Gooi dit product niet met het
normale huishoudafval weg. Neem in geval van twijfel met uw dealer contact op.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
72
06/08 NL 031 611 73 05
Impressum
Typesetting, Layout, DTP: Silvia Bartholdi
Graphics: Müller-Melzer ID, Kreuzlingen
Copyright
2008 BERNINA International AG, Steckborn
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
#
c
l
r
del
1
4
7
2
5
8
0
3
6
9
A1activa 230 Patchwork Edition: Steken
Steekoverzicht
Nuttige steken
1 Rechte steek
2 Zigzagsteek
3Vari-overlock
4 Boognaad
5 Quilters afhechtprogramma
6 Drievoudige rechte steek en zigzagsteek
7 Blindzoom
8 Dubbele overlock
9 Super-stretchsteek
10 Standaardknoopsgat
11 Oogknoopsgat
12 Stiksteekknoopsgat
13 Knoop-aanzetprogramma
14 Oog
15 Stopprogramma
16 Rimpelsteek
17 Stretch-overlock
18 Tricotsteek
19 Rijgsteek
20 Universele steek
21 Lycrasteek
22 Wafelsteek
23-32 Quiltsteken
33-70 Decoratieve steken
activa 230 PE
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
activa 230 Patchwork Edition: Rechte steek met afhechtprogrammaA2
Afhechtprogramma
voor alle materialen
afhechten van het begin en einde van de naad
Naadbegin
de naaicomputer hecht automatisch af (6 kleine steken vooruit)
naait met een rechte steek vooruit verder
Naadeinde
druk op de afhechtknop = de naaicomputer hecht automatisch
af (6 kleine steken vooruit)
automatische stop aan het einde van het afhechtprogramma
quilters afhechtprogramma nr. 5
80 Quilting, Jeans of Microtex Sharp
bovendraad: katoen / polyester oder monofilgaren
onderdraad: katoen of polyester
boven (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1 of boventransportvoet nr. 50
(speciaal accessoire)
Steek:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Quilters afhechtprogramma
tijdens het quilten kan het quil-
ters afhechtprogramma bijv.
met de quiltsteek / doorpitsteek
nr. 32 worden gecombineerd
gebruik voor werkstukken, die
veel worden gedragen of
gewassen, de rechte steek nr. 1
om af te hechten
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
A3activa 230 Patchwork Edition: Festonsteek
Steek:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaipositie:
Festonsteek
eenvoudige festonsteek nr. 25 of tweevoudige
festonsteek nr. 26
80
naaimachinegaren
boven (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1 of
open borduurvoet nr. 20
midden
Voorbereiding
knip de gewenste applicatievorm uit
rijg of plak deze op de basisstof
Naaien
leg de stof onder de naald en let erop, dat het zijwaartse gedeelte
van de steek op de applicatie en het verticale gedeelte van de steek
net naast de applicatie op de basisstof wordt genaaid
naai langs de hele applicatie
‘handgemaakt’ effect: verhoog
de steeklengte en steekbreedte,
wanneer dikke stoffen zoals vilt,
flanel en Ultra Suede
®
worden
geappliqueerd (afhankelijk van
het materiaal)
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Bild PE 140
Nähanleitung S. 24
oben rechts
activa 230 Patchwork Edition: StipplingsteekA4
stipplingsteek nr. 23
80
naaimachinegaren
boven (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1
midden
Voorbereiding
bereid een «quiltsandwich» voor: leg het volumevlies tussen de
voor- en achterkant van de quilt (goede kant naar boven)
speld of rijg de lagen op elkaar
Naaien
leg de «quiltsandwich» onder de naald en naai de stippling-
steek zoals gewoonlijk over de stof.
Steek:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaldstand:
Stipplingsteek
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
A5activa 230 Patchwork Edition: Quiltsteek / Doorpitsteek
Steek:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaldstand:
Draadspanning:
Balans:
Quiltsteek / Doorpitsteek
quiltsteek nr. 24
80 Quilting, Jeans of Microtex Sharp
bovendraad: 0.044 monofilgaren
onderdraad: katoen 40 of 30
boven (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1 of
boventransportvoet nr. 50 (speciaal accessoire)
naar wens op
6-9 verhogen
indien nodig aanpassen
Voorbereiding
bereid een «quiltsandwich» voor: leg het volumevlies tussen de
voor- en achterkant van de quilt (goede kant naar boven)
speld of rijg de lagen op elkaar
Naaien
leg de «quiltsandwich» onder de naald en naai de quiltsteek /
doorpitsteek zoals gewoonlijk op de stof
de onderdraad moet naar de bovenkant van de stof worden
getrokken en er als een met de hand genaaide boognaad uitzien
met een matige snelheid
krijgt u het beste resultaat
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
activa 230 Patchwork Edition: VeersteekA6
Steek:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
Naaldstand:
Veersteek
veersteek nr. 28
80
naaimachinegaren
boven (naaipositie)
terugtransportvoet nr. 1 of
open borduurvoet nr. 20
midden
Gebruik deze fijne borduursteek om de stof te versieren of om
over patchworknaden te naaien.
Voorbereiding
voeg de patchworkdelen naar wens samen
Naaien
leg de stof onder de naald en let erop, dat het verticale gedeelte
van de steek direct tussen de naden wordt genaaid
begin met naaien en versier de naden naar wens
als variatie kan de lengte en
breedte van de voorgeprogram-
meerde veersteken worden ver-
groot of verkleind
TIP
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
77


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Bernina Activa 230 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Bernina Activa 230 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,85 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Bernina Activa 230

Bernina Activa 230 User Manual - English - 198 pages

Bernina Activa 230 User Manual - German - 78 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info