19Bediening
Steekbreedte veranderen
•
linkertoets = steek smaller
•
rechtertoets = steek breder
•
de basisinstelling van de gekozen steek is
altijd zichtbaar, deze knippert
Naaldstand veranderen
•
linkertoets = naald naar links verzetten
•
rechtertoets = naald naar rechts verzetten
Steeklengte veranderen
•
linkertoets = steeklengte kleiner
•
rechtertoets = steeklengte groter
Steek kiezen
•
steken 1–11:
op de gewenste toets druk-
ken; steeknummer en basisin-
stelling van steeklengte en
steekbreedte verschijnen op
het LCD beeldscherm
1
2
3
4
5
6
Op het LCD beeldscherm verschijnt
1 Steekbreedte, basisinstelling knippert (altijd zicht-
baar)
2 Steeklengte, basisinstelling knippert (altijd zichtbaar)
3 Naaldstand (9 mogelijkheden)
4 Naaldstop boven/onder
5 Steeknummer
6 Geeft de geschikte naaivoet voor de gekozen steek
aan
7 Kordonnaad; dichte, korte zigzagsteek
7
Tijdelijk geheugen
•
elke gewijzigde steeklengte en steek-
breedte worden automatisch opgeslagen
Voorbeeld:
•
een gewijzigde steek naaien (bijv.
zigzagsteek)
•
een andere steek kiezen (bijv. rechte
steek) en naaien
•
bij het terughalen van de individueel
veranderde zigzagsteek blijven de
wijzigingen behouden
LCD beeldscherm
Toetsen