510571
51
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/73
Next page
Digital Projector
MS517/MX518/MW519/MS517F/MX518F
G
ebruikershandleidin
g
Inhoudsopgave2
Belangrijke
veiligheidsinstructies.... 3
Inleiding......................... 7
Eigenschappen van de projector............7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector...................9
De projector
positioneren................ 15
Een locatie kiezen ...................................15
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................16
Aansluitingen.............. 18
Een computer of beeldscherm
aansluiten ..................................................19
Videobronapparaten aansluiten ...........20
Bediening .................... 24
De projector opstarten.........................24
Het geprojecteerde beeld
aanpassen ..................................................25
De menu's gebruiken .............................28
De projector beveiligen.........................29
Schakelen tussen ingangssignalen.........32
Vergroten en details zoeken ................33
De beeldverhouding selecteren...........33
Het beeld optimaliseren ........................35
De presentatietimer instellen...............39
Externe oproepbewerkingen................40
Het beeld verbergen ..............................41
Het beeld stilzetten ................................41
Gebruik op grote hoogte......................42
Het geluid aanpassen..............................42
Lessjabloon gebruiken............................43
De menuweergave van de
projector aanpassen............................... 44
De lampspaarmodus selecteren.......... 44
De projector uitschakelen.................... 45
Menubediening ........................................ 46
Onderhoud ................. 58
Onderhoud van de projector .............. 58
Informatie over de lamp ....................... 59
Problemen
oplossen ...................... 66
Specificaties ................ 67
Afmetingen ............................................... 68
Installatie met plafondmontage............ 68
Timingtabel............................................... 69
Informatie over
garantie en
auteursrechten........... 73
Inhoudsopgave
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Belangrijke veiligheidsinstructies
Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT-
apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding
aandachtig door voordat u de
projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden
over aan een bevoegd technicus.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter is geopend of dat de
lensdop is verwijderd wanneer
de projectorlamp brandt.
5. In sommige landen is de lijnspanning
NIET stabiel. In sommige landen is de
netspanning ongelijkmatig. Hoewel
deze projector normaal werkt bij een
netspanning van 100 tot 240 V
(wisselstroom), kan het apparaat
uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van ±10 V voordoet. In gebieden
waar dit risico hoog is, is het
raadzaam de projector aan te
sluiten op een
spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. Deze voorwerpen kunnen
oververhitten of vervormen of
kunnen zelfs brand veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u
de lamp toch langer gebruikt, kan
deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de
projector uit het stopcontact is
verwijderd voordat u de lamp of
elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een
onstabiel wagentje, een onstabiele
standaard of een wankele tafel. Het
product kan dan vallen en ernstig
worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te
demonteren. De onderdelen in het
apparaat staan onder hoge spanning
die levensgevaarlijk is als u ze
aanraakt. Het enige onderdeel dat u
zelf mag vervangen, is de lamp die
een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, is
het mogelijk dat u warme lucht en
een bepaalde geur opmerkt bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel en geen defect.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten
ruimtes. Zorg dat de projector minstens
50 cm van de muur staat en zorg voor
voldoende ruimte voor de luchtstroom
rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig
wordt gehinderd, kan er door
oververhitting in de projector brand
ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik
altijd op een vlak, horizontaal
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts) of
in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
3000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Veiligheidsinstructies (vervolg)
16. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
17. Ga niet op projector staan of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt
van of op de projector. Als er vloeistof
in de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en
de projector laten controleren door
een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset
van BenQ en controleer of de
projector stevig vastzit.
Inleiding 7
Inleiding
Eigenschappen van de projector
Dit model is een van de beste projectoren die ter wereld verkrijgbaar zijn. U kunt van de
beste videokwaliteit genieten met een projectie tot 750 cm met verschillende apparaten
zoals een pc, laptop, dvd en vcr, en zelfs een documentcamera, om alle mogelijkheden tot
leven te brengen.
De projector heeft de volgende kenmerken
SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing
De SmartEco™-technologie bespaart tot 70 % op het energiegebruik van de lamp,
afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud als de SmartEco-mode is
geselecteerd.
Een langere levensduur van de lamp met de SmartEco™-technologie
De SmartEco™-technologie verlengt de levensduur van de lamp als de modus
SmartEco wordt gekozen om het energieverbruik te beperken
ECO BLANK spaart 70% van de lampenergie
Druk op de ECO BLANK-knop om het beeld direct te verbergen, waardoor 70 % van
de lampenergie wordt beperkt op hetzelfde moment dat u het beeld verbergt.
Minder dan 0,5 W in stand-by modus
Minder dan 0,5 W energieverbruik in de stand-by modus
Filtervrij
Filtervrij ontwerp voor het verminderen van de onderhouds- en gebruikskosten.
Automatisch instellen met één toets
Druk op AUTO op het toetsenbord of de afstandsbediening om de beste
beeldkwaliteit direct weer te geven.
Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Direct inschakelen
De functie Snelle afkoeling versnelt het afkoelproces bij het uitschakelen van de
projector. Met de functie Automatisch uitschakelen kan de projector automatisch
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is
gedetecteerd. Direct inschakelen schakelt de projector in zodra de voeding is
ingeschakeld.
Direct herstarten
Met de keuze Direct herstarten kunt u de projector onmiddellijk herstarten binnen
90 seconden na het uitschakelen.
3D-functie ondersteund
Door verschillende 3D-indelingen is de functie 3D flexibeler geworden. Door de
diepte van het beeld te tonen, kunt u een BenQ 3D-bril dragen om op een realistischer
manier van 3D-films, video's en sportevenementen te genieten.
De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen afhankelijk van de
omgevingsbelichting en de contrast-/helderheidsinstellingen van het geselecteerde
ingangssignaal, en is in verhouding met de projectie-afstand.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de
specificaties van de fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding8
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de
afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper
voor gedetailleerde informatie.
Optionele accessoires
Projector Voedingskabel VGA-kabel
Snelgids CD met
gebruikershandleiding
Garantiekaart*
Afstandsbediening met batterij
D
igit
al Pro
j
ector
QQ
1. Reservelampset
2. Plafondmontageset
3. Draagtas
4. 3D bril
5. Presentation Plus
Inleiding 9
Buitenkant van de projector
1. Extern bedieningspaneel (zie
"Projector" op pagina 10 voor
details.)
2. Lampafdekking
3. Zoomring
4. Focusring
5. Lensklep
6. Uitlaat (warmeluchtuitlaat)
7. IR-sensor vooraan voor
afstandsbediening
8. Projectielens
9. Snelontgrendelingsknop
10. Audio-ingang
11. S-Video-ingang
12. RGB (PC)/Component video
(YPbPr/ YCbCr) signaalingang
13. RGB-signaaluitgang
14. HDMI invoerstekker (MS517/
MX518/MW519)
15. RS-232-besturingspoort
16. USB-ingang
17. Sleuf voor Kensington-
antidiefstalslot
18. Audio-uitgang
19. Video-ingang
20. Aansluiting netsnoer
21. Gaten voor plafondmontage
22. Afstelvoet achteraan
Voorkant/bovenkant
8
7
1
2
3
4
6
9
5
Achter/onderkant
13
10
12
14
19
18
9
22
15
16
11
22
20
17
Inleiding10
Bedieningselementen en functies
Projector
7. Volume /pijltoetsen ( / links, /
rechts)
Regelt het volume.
Indien het On-Screen Display (OSD)
menu is geactiveerd, worden de toetsen
#7 en #9 gebruikt als richtingspijlen om
de gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De
menu's gebruiken" op pagina 28 voor
details.
8. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 41 voor details.
9. Keystone/pijltoetsen ( /
omhoog, / omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 27 voor
details.
10. LAMP-indicatorlichtje
Geeft de status van de lamp aan. Licht op
of knippert wanneer er een probleem is
met de lamp. Zie "Indicators" op pagina
65 voor details.
11. AUTO
Bepaalt automatisch de beste
beeldtimings voor het weergegeven
beeld. Zie "Het beeld automatisch
aanpassen" op pagina 25 voor details.
12. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 32 voor details.
13. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 35
voor details.
Activeert het geselecteerde item van het
OSD-menu. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 28 voor details.
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan. Zie "Het
beeldformaat en de helderheid fijn
afstellen" op pagina 26 voor details.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld
aan. Zie "Het beeldformaat en de
helderheid fijn afstellen" op pagina 26 voor
details.
3. TEMP (temperatuur)
waarschuwingslampje
Licht rood op als de temperatuur van de
projector te hoog wordt. Zie "Indicators"
op pagina 65 voor details.
4. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige
OSD-menu en slaat u de menu-instellingen
op.
5. Voedingsindicator (POWER)
Licht op of knippert als de projector wordt
gebruikt. Zie "Indicators" op pagina 65
voor details.
6. POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 24 en "De projector
uitschakelen" op pagina 45 voor details.
1
3
11
2
13
9
6
8
7
4
9
10
7
12
5
I
I
Inleiding 11
Plafondmontage van de projector
Wij willen u het gebruik van uw BenQ-projector zo aangenaam mogelijk maken.
Daarom vestigen wij uw aandacht op deze veiligheidskwestie om mogelijk lichamelijk
letsel of materiële schade te voorkomen.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQ-projectors te gebruiken voor een veilige en stevige
montage.
Als u een plafondmontageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat er een
veiligheidsrisico omdat de projector van het plafond kan vallen vanwege een slechte
bevestiging door het gebruik van schroeven met een verkeerde maat of lengte.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen bij de leverancier
van uw projector. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen
bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte
veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze
kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder.
Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het
geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
Inleiding12
Afstandsbediening
1. Info
De statusinformatie van de projector
weergeven.
2. Menu/Exit
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-
menu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 28
voor details.
3. Links/ Rechts
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden de toetsen #3 en
#12 gebruikt als richtingspijlen om de
gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 28 voor details.
4. Mode/Enter
Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus. Zie "Een beeldmodus
selecteren" op pagina 35 voor details.
Activeert het geselecteerde item van het
OSD-menu. Zie "De menu's gebruiken" op
pagina 28 voor details.
5. Eco Blank
Druk op de knop Eco Blank om het
beeld een bepaalde periode uit te
schakelen met een lampenergiebesparing
tot 70%. Druk opnieuw om het beeld te
herstellen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 41 voor details.
6. Smart Eco
Toont de selectiebalk voor de lampmodus
(Normaal/Economisch/SmartEco).
7. Aspect
Selecteert de beeldverhouding. Zie
"Over de beeldverhouding" op pagina 34
voor details.
8. Digital Zoom toetsen (+, -)
Hiermee vergroot of verkleint u het
geprojecteerde beeld. Zie "Vergroten en
details zoeken" op pagina 33 voor details.
9. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het
scherm activeren of weergeven op basis
van uw eigen timerinstelling. Zie "De
presentatietimer instellen" op pagina 39
voor details.
10. Timer Setup
Hiermee wordt de instelling voor de
presentatietimer direct geopend. Zie
"De presentatietimer instellen" op
pagina 39 voor details.
11. Power
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 24 en "De projector
uitschakelen" op pagina 45 voor details.
12. Keystone/pijltoetsen ( /
omhoog, / omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 27 voor
details.
13. Auto
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 25
voor details.
1
12
2
4
16
8
15
9
14
3
11
10
6
13
5
7
3
17
18
19
20
21
22
12
I
I
Inleiding 13
De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de
projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 15 graden ten opzichte
van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De
afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet)
bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
14. Source
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 32 voor details.
15. Volume +/-
Regelt het volume. Zie "Het geluid
aanpassen" op pagina 42 voor details.
16. Page Up/Down
Pijlen Pagina omhoog/omlaag wanneer
aangesloten via USB op een pc. Zie
"Externe oproepbewerkingen" op pagina
40 voor details.
17. Mute
Schakelt de audio van de projector in en
uit.
18. Freeze
Bevriest het geprojecteerde beeld. Zie
"Het beeld stilzetten" op pagina 41 voor
details.
19. CC
Geeft de beschrijving van de videoterm
weer op het scherm. Deze functie is
voorzien voor hardhorende kijkers.
20. Test
Geeft het testpatroon weer. Zie "Het
ingebouwde testpatroon gebruiken" op
pagina 26 voor details.
21. Teaching Template
Toont de selecteerbare balk voor trainers
waarin ze een sjabloon kunnen kiezen voor
een geschikte leerachtergrond. Zie
"Lessjabloon gebruiken" op pagina 43 voor
details.
22. 3D setting
Activeert het 3D item in het OSD-menu.
De projector bedienen vanaf de voorzijde
O
ng
e
v
e
e
r
15
º
Inleiding14
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Om het batterijvak te openen, draait u de afstandsbediening om, drukt u op het lipje
op het deksel en schuift u het in de richting van de pijl, zoals in de afbeelding. Het
deksel schuift eraf.
2. Verwijder waar nodig de oude batterijen en plaats twee AAA-batterijen. Let daarbij
op de polariteit zoals aangegeven op de onderkant van het batterijvak. Positief (+)
past op positief en negatief (-) past op negatief.
3. Plaats het deksel terug door het uit te lijnen op de voet en dit opnieuw omlaag te
schuiven in zijn positie. Stop als het deksel op zijn plaats klikt.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de
batterij.
De projector positioneren 15
De projector positioneren
Een locatie kiezen
De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke
voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van
een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling
en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte
opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector
ondersteboven aan het plafond en voor het scherm
installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u
het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu SYSTEEMINSTLL:
Basis > Projectorinstallatie in nadat de projector is ingeschakeld.
3. Tafel achter
Selecteer deze locatie als u de projector op de vloer en
achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
projectie achteraan vereist.
Stel Tafel achter in het menu SYSTEEMINSTLL:
Basis > Projectorinstallatie in nadat de projector is
ingeschakeld.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector ondersteboven
aan het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
projectie achter en de plafondmontageset van BenQ
vereist.
Stel
Plafond achter
in het menu
SYSTEEMINSTLL:
Basis
>
Projectorinstallatie
in nadat de projector is ingeschakeld.
De projector positioneren16
De gewenste beeldgrootte van de projectie
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien
beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het
geprojecteerde beeld bepalen.
Projectie-afmetingen
Zie "Afmetingen" op pagina 68 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat
u de geschikte positie berekent.
MS517/MX518/MS517F/MX518F
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is 4:3
Als u bijvoorbeeld een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 5040 mm
en is er een verticale verschuiving van 274 mm.
Als de gemeten projectie-afstand bijvoorbeeld 5 m (5000 mm) is, is 5040 in de kolom
"Projectie-afstand (mm)" de waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij
kijkt, ziet u dat een 120" scherm vereist is.
Maximale zoom
Minimale zoom
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Vertica le
afstand
Diagonaal
Diagonaal
B
B
H
H
Schermgrootte Projectie-afstand (mm) Ver ti ca le
verschuiving
(mm)
Diagonaal B
(mm)
H
(mm)
Min.
afstand
Gemiddel
d
Max.
afstand
Inch mm (max.
zoom)
(min.
zoom)
30 762 610 457 1200 1260 1320 69
40 1016 813 610 1600 1680 1760 91
50 1270 1016 762 2000 2100 2200 114
60 1524 1219 914 2400 2520 2640 137
80 2032 1626 1219 3200 3360 3520 183
100 2540 2032 1524 4000 4200 4400 229
120 3048 2438 1829 4800 5040 5280 274
150 3810 3048 2286 6000 6300 6600 343
200 5080 4064 3048 8000 8400 8800 457
220 5588 4470 3353 8800 9240 9680 503
250 6350 5080 3810 10000 10500 11000 572
300 7620 6096 4572 12000 12600 13200 686
De projector positioneren 17
MW519
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld is 16:10
Als u bijvoorbeeld een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 4.333 mm
en is er een verticale verschuiving van 242 mm.
Als de gemeten projectie-afstand bijvoorbeeld 5 m (5000 mm) is, is 4333 in de kolom
"Projectie-afstand (mm)" de waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij
kijkt, ziet u dat een 120" scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -
afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de
optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie
bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Schermgrootte Projectie-afstand (mm) Ver ticale
verschuiving
(mm)
Diagonaal B
(mm)
H
(mm)
Min.
afstand
Gemiddel
d
Max.
afstand
Inch mm (max.
zoom)
(min.
zoom)
30 762 646 404 963 1060 1157 50
40 1016 862 538 1284 1413 1542 67
60 1524 1292 808 1926 2119 2313 101
80 2032 1723 1077 2567 2826 3084 135
100 2540 2154 1346 3209 3532 3856 168
120 3048 2585 1615 3851 4239 4627 202
150 3810 3231 2019 4814 5299 5783 252
200 5080 4308 2692 6419 7065 7711 337
250 6350 5385 3365 8023 8831 9639 421
300 7620 6462 4039 9628 10597 11567 505
Aansluitingen18
Aansluitingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector
geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
Zie pagina's 19-23 voor details over de aansluitingsmethoden.
Zie de markeringen in de afbeelding voor de combinatie van een actieve audio in bron.
1. Audiokabel 5. Component Video-naar-VGA (D-sub)
adapterkabel
2. VGA-kabel 6. S-Video-kabel
3. VGA-naar-DVI-A-kabel 7. Videokabel
4. USB-kabel 8. HDMI kabel (MS517/MX518/MW519)
3
7
5
6
8
1
1
1
2
2
4
1
1
2
1
1
2
1
1
2
1
1
2
MS517/MX518/MW519
MS517F/MX518F
Aansluitingen 19
Een computer of beeldscherm aansluiten
Een computer aansluiten
De projector kan worden aangesloten op IBM®-compatibele en Macintosh®-computers.
Als u verbinding maakt met oudere Macintosh-computers, hebt u een Mac-adapter nodig.
De projector aansluiten op een laptop of desktopcomputer:
1. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde VGA-kabel aan op de D-Sub-uitgang van
de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de VGA-kabel aan op de COMPUTER IN-1- of
COMPUTER IN-2-signaalingang op de projector.
3. Als u de projectorluidspreker(s) in uw presentaties wilt gebruiken, neemt u een
geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang
van de computer en het andere uiteinde op de AUDIO-stekker van de projector.
Wanneer u een audio-uitgangssignaal van een computer verbindt, moet u de
volumeregelingsbalk instellen om optimale geluidseffecten te verkrijgen.
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is
aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave
doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets
met een monitorsymbool op de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen.
Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke
toetsencombinaties.
Een beeldscherm aansluiten
Als u een close-up van uw presentatie zowel op een monitor als op het scherm wilt
weergeven, kunt u de BEELDSCHERM-UIT-signaaluitgang op de projector aansluiten
op een externe monitor volgens de onderstaande instructies:
De projector op een beeldscherm aansluiten:
1. Sluit de projector aan een computer zoals beschreven in "Een computer aansluiten"
op pagina 19.
2. Neem een geschikte VGA-kabel (slechts één bijgeleverd) en sluit het ene uiteinde van
de kabel aan op de D-Sub-ingang van de videomonitor.
Als uw monitor is uitgerust met een DVI-ingang, kunt u een VGA-naar-DVI-A-kabel
nemen en het DVI-uiteinde van de kabel aansluiten op de DVI-ingang van de
videomonitor.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de BEELDSCHERM-UIT-aansluiting
op de projector.
Het uitgangssignaal voor de BEELDSCHERM-UIT-aansluiting werkt alleen wanneer het
ingangssignaal afkomstig is van de COMPUTER IN-1- of COMPUTER IN-2-aansluiting.
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, verschilt het uitgangssignaal van de
BEELDSCHERM-UIT-aansluiting afhankelijk van het ingangssignaal van de COMPUTER IN-
1- of COMPUTER IN-2-aansluiting.
Als u deze aansluitmethode wilt gebruiken als de projector in de stand-bymodus is, moet u
ervoor zorgen dat de functie Stand-by monitor-uit is ingeschakeld in het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 56 voor details.
Aansluitingen20
Videobronapparaten aansluiten
U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de
bovenstaande aansluitmethoden. Elk apparaat biedt echter een ander niveau van
videokwaliteit. De methode die u kiest zal zeer waarschijnlijk afhangen van de
beschikbaarheid van geschikte aansluitingen op de projector en het videobronapparaat
zoals hieronder beschreven:
Terminalnaam Uiterlijk terminal Referentie Beeldkwaliteit
HDMI
HDMI
"Een HDMI-
bronapparaat
aansluiten" op pagina
21
Best
Componentvideo
COMPUTER
"Een Component
video-bronapparaat
aansluiten" op pagina
22
Beter
S-Video
S-VIDEO "Een S-Video/
composiet-
bronapparaat
aansluiten" op pagina
23
Goed
Video
VIDEO
Normaal
Aansluitingen 21
Een HDMI-bronapparaat aansluiten
De projector biedt een HDMI-ingang voor het aansluiten op een HDMI-bronapparaat,
zoals een dvd-speler, een dvd-toner of een scherm.
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt niet-gecomprimeerde
videogegevensoverdracht tussen compatibele apparaten zoals dvd-tuners, dvd-spelers en
schermen via één kabel. Dit biedt een zuivere digitale weergave en luisterervaring.
Controleer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte HDMI-uitgangen
beschikbaar zijn:
Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een HDMI-bronapparaat:
1. Neem een HDMI-kabel en sluit het ene uiteinde aan op de HDMI-uitgang van het
HDMI-bronapparaat. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HDMI-
signaalingang op de projector. Zodra de kabel is aangesloten, kan de audio worden
beheerd via de OSD-menu's van de projector. Zie "Geluidsinstellingen" op pagina 55
voor details.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-aansluiting op de
projector.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het
videobronapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de
juiste manier zijn aangesloten.
In het onwaarschijnlijke geval dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI-
ingang van de projector en het geprojecteerde beeld de verkeerde kleuren toont, moet u de
kleurruimte wijzigen naar YUV. Zie "Kleurruimte wijzigen" op pagina 32 voor details.
Aansluitingen22
Een Component video-bronapparaat aansluiten
Bestudeer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte Component
video-uitgangen beschikbaar zijn:
Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een Component video-bronapparaat
aansluiten:
1. Neem een Component Video naar VGA (D-Sub)-adapterkabel en verbindt het einde
met 3 RCA-koppelingen met de Component Video-uitgangen van het
videobronapparaat. Zorg ervoor dat de kleuren van de kabels kloppen met de
aansluitingen; groen bij groen, blauw bij blauw, rood bij rood.
2. Sliut het andere uiteinde van de Component Video aan op de VGA-adapterkabel
(D-Sub) (met een D-Sub type-verbinding) op de COMPUTER IN-1- of
COMPUTER IN-2-aansluiting op de projector.
3. Als u de projectorluidspreker(s) in uw presentaties wilt gebruiken, neemt u een
geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang
van het apparaat en het andere uiteinde op de AUDIO-stekker van de projector.
Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en
de juiste video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is
ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
Aansluitingen 23
Een S-Video/composiet-bronapparaat aansluiten
Bestudeer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte S-Video/composiet-
uitgangen beschikbaar zijn:
Als het apparaat beide aansluitingen heeft, gebruikt u de S-Video-uitgang voor het
aansluiten, omdat de S-Video-uitgang een betere beeldkwaliteit biedt dan de
Video-uitgang.
Als het apparaat een van de uitgangen heeft, kunt u ook doorgaan met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een S-Video/Video-bronapparaat:
1. Neem een S-Video/Video-kabel en sluit het ene uiteinde aan op de
S-Video-/Video-uitgang van het videobronapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de S-Video/Video-kabel aan op de S-Video/Video-
aansluiting op de projector.
3. Als u de projectorluidspreker(s) in uw presentaties wilt gebruiken, neemt u een
geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang
van het apparaat en het andere uiteinde op de AUDIO-stekker van de projector.
Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en
de juiste video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is
ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
Bediening
24
Bediening
De projector opstarten
1. Sluit de voedingskabel aan op de projector en
een stopcontact. Schakel de schakelaar van het
stopcontact in (waar aangesloten) Controleer of
het Voedingsindicator (POWER) op de
projector oranje oplicht nadat de stroom is
ingeschakeld.
Gebruik de originele accessoires (bijv. voedingskabel)
alleen met het apparaat om mogelijke gevaren, zoals
elektrische schok en brand, te voorkomen.
Als de functie Direct inschakelen is geactiveerd in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Gebruiksinstellingen, wordt de projector automatisch ingeschakeld nadat de voedingskabel
is aangesloten en er stroom wordt geleverd. Zie "Direct inschakelen" op pagina 54 voor
details.
2. Verwijder de lensdop. Als deze gesloten blijft,
wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte
van de lamp.
3. Druk op POWER op de projector of
afstandsbediening om de projector te starten.
Voedingsindicator (POWER) knippert en
blijft groen wanneer de projector is
ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In
de latere fase van het opstarten wordt het
opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de
helderheid van het beeld aan te passen.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden
draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
4. Als de projector voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, selecteert u de OSD-taal volgens
de instructies op het scherm.
5. Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u
op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordfunctie
gebruiken" op pagina 29 voor details.
6. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
7. De projector start het zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande
ingangssignaal verschijnt op het scherm. Als de
projector geen geldig signaal waarneemt, blijft
I
I
Bediening 25
het bericht ‘Geen signaal’ op het scherm staan tot er een ingangssignaal wordt
gevonden.
U kunt ook op de knop Source op de projector of afstandsbediening drukken om
het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 32 voor details.
Als gedurende 3 minuten geen signaal is gedetecteerd, gaat de projector automatisch in de
modus ECO BLANK.
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
De projector heeft 1 verstelvoetje met een snelontgrendeling en 1 verstelvoetje achteraan.
Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De
projectorhoogte aanpassen:
1. Druk op de snelontgrendelingsknop en til de
voorkant van de projector op. Zodra het beeld
op de gewenste positie staat, laat u de
snelontgrendelingsknop los om de voet op zijn
positie te vergrendelen.
2. Schroef de afstelvoet achteraan om de
horizontale hoek fijn af te stemmen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector
omhoog te houden terwijl u op de
snelontgrendelingsknop drukt. Laat de projector
vervolgens langzaam zakken. Schroef het achterste
verstelvoetje in tegenovergestelde richting.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak is geplaatst of het scherm en de
projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld
trapeziumvormig. Raadpleeg "Vergroten en details zoeken" op pagina 33 voor details om
deze situatie te corrigeren.
Kijk niet in de lens wanneer de lamp is ingeschakeld. Het felle licht kan uw ogen
beschadigen.
Let op wanneer u op de afstelknop drukt, want deze bevindt zich dicht bij de uitlaat van
warme lucht.
Het beeld automatisch aanpassen
In sommige gevallen is het nodig om de
beeldkwaliteit te optimaliseren. Druk hiervoor
op AUTO op de projector of de
afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de
ingebouwde Functie Intelligente automatische
aanpassing de waarden van Frequentie en Klok
aan om de beste beeldkwaliteit te bieden.
Tijdens het gebruik van Auto is het scherm
leeg.
Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Bediening
26
Het ingebouwde testpatroon gebruiken
U kunt de vorm van het beeld en de status van
de scherpstelling aanpassen door de inhoud
van het ingangssignaal te observeren of met
behulp van het ingebouwde testpatroon van
het OSD of de afstandsbediening voor een
betere observatie van de gewijzigde vorm.
Open het OSD-menu en ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Testpatroon > Aan. Druk op MODE/
ENTER. Testpatroon wordt weergegeven.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
1. Pas het geprojecteerde beeld aan naar het
benodigde formaat met behulp van de
zoomring.
2. Stel vervolgens het beeld scherp door aan
de focusring te draaien.
Bediening 27
Keystone corrigeren
Keystone verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld aanzienlijk breder is
aan de bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht ten
opzichte van het scherm staat.
Om dit te corrigeren, moet u niet alleen de hoogte van de projector aanpassen, maar zult
u ook handmatig correcties moeten aanbrengen met één van de volgende stappen.
Met de afstandsbediening
Druk op / op de projector of de
afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina
te openen. Druk op om de keystone bovenin
het beeld te corrigeren. Druk op om de
keystone onderin het beeld te corrigeren.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op
/ tot het menu WEERGAVE wordt
gemarkeerd.
2. Druk op om Keystone te markeren en
druk op MODE/ENTER. De
correctiepagina voor Keystone wordt
weergegeven.
3. Druk op om de keystone bovenaan het
beeld te corrigeren of druk op om de
keystone onderaan het beeld aan te corrigeren.
Druk op / .
Druk op / .
Bediening
28
De menu's gebruiken
De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u verschillende aanpassingen en
instellingen kunt opgeven.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe u de OSD-taal kunt instellen.
1. Druk op de projector of de
afstandsbediening op MENU/EXIT
om het OSD-menu te activeren.
3. Druk op om Taal te
selecteren en druk op /
om een gewenste taal te kiezen.
2. Gebruik / om het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis te
markeren.
4. Druk tweemaal* op MENU/
EXIT op de projector of op de
afstandsbediening om het menu
te sluiten en de instellingen op
te slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat
u terug naar het hoofmenu en
wanneer u tweemaal drukt, wordt
het OSD-menu gesloten.
Huidig
ingangssignaal
Pictogram
hoofdmenu
Hoofdmenu
Submenu
Markeren
Druk op
MENU/EXIT
om naar de
vorige pagina te
gaan of af te
sluiten.
Status
Bediening 29
De projector beveiligen
Met een beveiligingskabelvergrendeling
De projector moet op een veilige plaats worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen.
Koop anders een slot, zoals een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. Op de
achterkant van de projector kunt u een sleuf voor het Kensington-slot vinden. Zie item 15
op pagina 9 voor details.
Een Kensington-slot met beveiligingskabel is doorgaans een combinatie van code(s) en slot.
Raadpleeg de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordfunctie gebruiken
Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik, is de projector
voorzien van een optie voor het instellen van een wachtwoordbeveiliging. U kunt het
wachtwoord instellen via het OSD-menu.
WAARSCHUWING: Indien u de voeding-aan-vergrendelingsfunctie activeert en het
wachtwoord vergeet, zal dit ongemakken veroorzaken. Druk de handleiding zo nodig af en
noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het
wachtwoord altijd terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld, kan de projector alleen worden gebruikt als het
wachtwoord bij elke start van de projector wordt ingevoerd.
1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Beveiligingsins Tellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Beveiligingsins
Tellingen wordt geopend.
2. Selecteer Inschakelblokkering en kies Aan door op / te drukken.
3. Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier
pijlknoppen ( , , , ) respectievelijk
voor vier cijfers (1, 2, 3, 4). Gebruik de
navigatietoetsen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit
opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld, keert het
OSD-menu terug naar de pagina
Beveiligingsins Tellingen.
BELANGRIJK: de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf
het door u gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze
handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
Bediening
30
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u
gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren
als u de projector inschakelt. Als u het verkeerde
wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het
wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit
blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt
het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN'. U
kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als
u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u het echt niet meer kunt
herinneren, kunt u de procedure voor het ophalen van het wachtwoord starten. Zie "De
procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina 30 voor details.
Wanneer u 5 keer achtereenvolgens een verkeerd wachtwoord invoert, wordt de
projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten
1. Druk op Auto op de projector of op de
afstandsbediening en houd de knop 3 seconden
ingedrukt. De projector zal vervolgens een
gecodeerd nummer weergeven op het scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector
uit.
3. Raadpleeg het servicecentrum van BenQ om het
nummer te decoderen. U kunt worden gevraagd
een bewijs van aankoop voor te leggen om te
controleren of u een bevoegde gebruiker van de projector bent.
Het wachtwoord wijzigen
1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op MODE/ENTER. Het bericht 'HUIDIG WACHTWOORD
INVOEREN' wordt weergegeven.
3. Voer het oude wachtwoord in.
Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht 'NIEUW
WACHTWOORD INVOEREN'.
Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht 'HUIDIG
WACHTWOORD INVOEREN' voor uw nieuwe poging. U kunt op MENU/
EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf
het door u gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze
handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren.
Bediening 31
6. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector
toegewezen. Denk eraan om het nieuwe
wachtwoord in te voeren als de projector de
volgende keer wordt gestart.
7. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT
te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen >
Inschakelblokkering nadat het OSD-menu is geopend. Kies Uit door op / te
drukken. Het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN' wordt weergegeven. Voer het
huidige wachtwoord in.
Als het wachtwoord juist is, verschijnt de pagina Beveiligingsins Tellingen en
staat 'Uit' in de rij van Inschakelblokkering. Wanneer u de projector de
volgende keer inschakelt, hoeft u geen wachtwoord meer in te voeren.
Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht
'WACHTWOORD INVOEREN' voor uw nieuwe poging. U kunt op MENU/
EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te
houden voor het geval u de wachtwoordfunctie ooit weer opnieuw moet activeren door het
oude wachtwoord in te voeren.
Bediening
32
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De
beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden
weergegeven. Wanneer u opstart, zoekt de projector automatisch de beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG op Aan staat (dit
is de standaardinstelling van deze projector) als u wilt dat de projector de signalen
automatisch zoekt.
U kunt ook handmatig door de beschikbare
ingangssignalen gaan.
1. Druk op INGANG op de projector of
afstandsbediening. Er verschijnt een
bronselectiebalk.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal
is geselecteerd en druk op MODE/
ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de
informatie over de geselecteerde bron
enkele seconden weergegeven op het
scherm. Als er meerdere apparaten op de
projector zijn aangesloten, herhaal dan
stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert overeenkomstig wanneer u schakelt
tussen de verschillende ingangssignalen. "pc"-gegevenspresentaties (grafisch) die meestal
stilstaande beelden gebruiken, zijn doorgaans helderder dan "Video"-presentaties die vooral
bewegende beelden gebruiken (films).
De beschikbare opties voor Beeldmodus zijn afhankelijk van het type ingangssignaal. Zie
"Een beeldmodus selecteren" op pagina 35 voor details.
Voor de beste beeldresultaten moet u een ingangssignaal dat bij deze resolutie
uitvoert, kiezen en gebruiken. Andere resoluties worden door de projector
aangepast, afhankelijk van de instelling ‘beeldverhouding’. Dit kan enige
beeldvervorming of verlies van beeldhelderheid veroorzaken. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina 33 voor details.
Kleurruimte wijzigen
In het onwaarschijnlijke geval dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI-
ingang van de projector en het geprojecteerde beeld de verkeerde kleuren toont, moet u
de kleurruimte wijzigen naar YUV.
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu INGANG wordt
gemarkeerd.
2. Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om een
geschikte kleurenruimte te selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de HDMI-ingang in gebruik is.
Bediening 33
Vergroten en details zoeken
Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de
pijltoetsen om het beeld te verschuiven.
Met de afstandsbediening
1. Druk op Digital Zoom +/- om de Zoombalk
te openen.
2. Druk op Digital Zoom + om het midden van
het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op
de toets tot de beeldgrootte geschikt is voor
uw behoeften.
3. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , )
op de projector of afstandsbediening om het
beeld te verschuiven.
4. Druk op AUTO om de oorspronkelijke
grootte van het beeld te herstellen. U kunt
ook op Digital Zoom - drukken. Als u opnieuw op de toets drukt, wordt het beeld
verder verkleind tot het weer het originele formaat heeft.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu WEERGAVE wordt
gemarkeerd.
2. Druk op om Digitale zoom te markeren en druk op MODE/ENTER. De
Zoombalk verschijnt.
3. Herhaal stappen 2-4 uit paragraaf "Met de afstandsbediening" hierboven. Of ga verder
met de volgende stappen als u het bedieningspaneel op de projector gebruikt.
4. Druk herhaaldelijk op op de projector om het beeld te vergroten tot de gewenste
grootte.
5. Om door het beeld te navigeren, drukt u op MODE/ENTER om te schakelen naar
de panmodus. Druk op de pijltoetsen ( , , , ) om het beeld te verschuiven.
6. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening
om het beeld te verschuiven.
7. Om het beeld te verkleinen, drukt u op MODE/ENTER om terug te keren naar de
functie voor in-/uitzoomen. Druk op AUTO om de oorspronkelijke grootte van het
beeld te herstellen. U kunt ook herhaaldelijk op drukken tot de oorspronkelijke
grootte is hersteld.
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het beeld is vergroot. U kunt het beeld verder
vergroten terwijl u details zoekt.
De beeldverhouding selecteren
De 'beeldverhouding' is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De
meeste analoge tv"s en computers hebben een beeldverhouding van 4:3 en digitale tv's en
dvd's hebben doorgaans een verhouding van 16:9 of 16:10.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen digitale weergaveapparaten zoals
deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en de beelduitvoer schalen naar een andere
verhouding dan die van het beeldingangssignaal.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de
bron):
Bediening
34
Met de afstandsbediening
1. Druk op Aspect om de huidige instelling te tonen.
2. Druk herhaaldelijk op Aspect om een beeldverhouding te selecteren die past bij het
formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu WEERGAVE
wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Beeldverhouding te markeren.
3. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van
het videosignaal en de vereisten van het scherm.
Over de beeldverhouding
In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactieve gebieden en de witte actieve
gebieden. OSD-menu’s kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
1. Auto: schaalt een beeld verhoudingsgewijs volgens de oorspronkelijke resolutie van
de projector in horizontale of verticale breedte. Deze instelling is geschikt voor een
binnenkomend beeld dat noch 4:3 noch 16:9 is en waarbij u een zo groot mogelijk
deel van het scherm wilt gebruiken zonder dat u de beeldverhouding verandert.
2. Werkelijk: Het beeld wordt geprojecteerd in de oorspronkelijke resolutie en de
grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Bij ingangssignalen met een
lagere resolutie, wordt het geprojecteerde beeld kleiner weergegeven dan op een
volledig scherm. Indien nodig kunt u de zoominstelling aanpassen of de projector
dichter bij het scherm plaatsen zodat het beeld wordt vergroot. Het is ook mogelijk
dat u opnieuw zult moeten scherpstellen nadat u deze aanpassingen hebt uitgevoerd.
3. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is vooral geschikt voor
4:3-beelden, zoals computerschermen, tv's met standaarddefinitie en dvd-films met
een 4:3-beeldverhouding, omdat de beelden in dit geval worden weergegeven zonder
dat de beeldverhouding wordt gewijzigd
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden
die al een beeldverhouding van 16:9 hebben, zoals HDTV, omdat ze worden
weergegeven zonder dat de beeldverhouding wordt gewijzigd.
5. 16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding van 16:10. Dit is vooral geschikt voor beelden
die al een beeldverhouding van 16:10 hebben, zoals HDTV, omdat ze worden
weergegeven zonder dat de beeldverhouding wordt gewijzigd.
Bediening 35
Het beeld optimaliseren
Een beeldmodus selecteren
De projector beschikt over verschillende vooraf
gedefinieerde beeldmodi zodat u de modus kunt
kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving
en het beeldtype van het ingangssignaal.
Volg een van de volgende stappen om een
gebruiksmodus te kiezen die voldoet aan uw
behoeften:
Druk herhaaldelijk op MODE/ENTERop de
afstandsbediening of projector tot de gewenste modus is geselecteerd.
Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op / om een gewenste
modus te selecteren.
De beeldmodi worden hieronder weergegeven.
1. DynamischModus: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld.
Deze modus is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist,
zoals het gebruik van de projector in een goed verlichte kamer.
2. Presentatie modus (standaard): Is ontworpen voor presentaties. In deze modus
wordt de helderheid benadrukt.
3. sRGBModus: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk
weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de
helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn
gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het
bekijken van grafische pc-toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4. BioscoopModus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere
omgeving wordt gebruikt.
5. Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2Modus: Roept de aangepaste
instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 35 voor details.
De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen
Er zijn twee door de gebruiker definieerbare modi als de momenteel beschikbare beeldmodi
niet geschikt zijn voor uw behoeften. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken
(behalve
Gebruikersmodus 1
/
Gebruikersmodus 2
) en de instellingen aanpassen.
1. Druk op MENU/EXIT om het OSD-menu te openen.
2. Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3. Druk op / om Gebruikersmodus 1 op Gebruikersmodus 2 te selecteren.
4. Druk op om Referentiemodus te markeren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 is
geselecteerd in het submenu-item Beeldmodus.
5. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
6. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas
de waarde aan met / . Zie "De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de
gebruikersmodi" hieronder voor details.
7. Wanneer alle instellingen zijn uitgevoerd, markeert u Instellingen opslaan en drukt
u op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan.
8. Het bevestigingsbericht 'Instelling opgeslagen' wordt weergegeven.
Bediening
36
Wandkleur gebruiken
Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet
wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te
corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde
beeld zoveel mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk
op / om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak
benadert. U kunt uit verschillende vooraf gekalibreerde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze,
Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.
De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de
gebruikersmodi
Afhankelijk van het gedetecteerde type signaal en geselecteerde beeldmodus zijn sommige
van de onderstaande functies mogelijk niet beschikbaar. Op basis van uw behoeften kunt u
aanpassingen maken aan deze functies door ze te markeren en op de projector of
afstandsbediening op / te drukken.
Aanpassen Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding.
Hoe lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel
deze knop zo in, dat de zwarte gedeelten van het beeld
gewoon zwart worden weergegeven en dat er nog
details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast.
Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te
stellen nadat u eerder de instelling Helderheid hebt
aangepast overeenkomstig de geselecteerde ingang en
de kijkomgeving.
Aanpassen Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te hoog is,
worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen Tint
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen Scherpte
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager de waarde, hoe zachter het
beeld.
Aanpassen Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en
systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren
natuurgetrouwer en levendiger in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de
middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en
natuuropnamen, zodat de projector de beelden realistisch en in ware kleuren weergeeft.
Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als u dat niet wilt, kies dan Uit.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Selecteren van Kleurtemperatuur
+50
+30
+70
0
+30
-30
Bediening 37
De beschikbare opties voor de instelling van de kleurtemperatuur* verschillen afhankelijk
van het geselecteerde signaaltype.
1. Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
2. Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
3. Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden
beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de
kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode
schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Een kleurtemperatuur naar wens instellen.
Zo stelt u een kleurtemperatuur naar wens in:
1. Markeer Kleurtemperatuur en selecteer Warm, Normaal of Koel door op /
te drukken op projector of afstandsbediening.
2. Druk op om Kleurtemperatuur fijn afstellen te markeren en druk op
MODE/ENTER. De pagina Kleurtemperatuur fijn afstellen verschijnt.
3. Druk op / om het item te markeren dat u wilt veranderen en pas de waarden
aan door op / te drukken.
R-versterking/G-versterking/B-versterking: Past de contrastniveaus aan van
rood, groen en blauw.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Past de helderheidsniveaus
aan van rood, groen en blauw.
4. Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
3D-kleurbeheer
In de meeste installatieomstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een
klaslokaal, vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters
daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente installaties met kunstmatige lichtniveaus, zoals directiekamers,
congreszalen of thuisbioscopen, moet kleurbeheer worden overwogen. Met kleurbeheer
kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u, als u dat wenst, de kleuren nog
waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en
reproduceerbare weergaveomstandigheden. U hebt een colorimeter (kleurlichtmeter) en
een reeks geschikte bronbeelden nodig om de kleurreproductie te meten. Deze
hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd, maar de verkoper van uw projector of
zelfs een ervaren professionele installateur zou u de nodige hulp moeten kunnen bieden.
Kleurbeheer biedt zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u
elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Als u een testschijft hebt aangeschaft met verschillende kleurtestpatronen, kunt u deze
gebruiken om de kleurpresentatie op monitors, tv's, projectors, enz. te controleren. U
kunt elk beeld van de schijf op het scherm projecteren en vervolgens het menu 3D-
kleurbeheer gebruiken om wijzigingen aan te brengen.
De instellingen aanpassen:
1. Ga naar het menu BEELD en selecteer 3D-kleurbeheer.
2. Druk op MODE/ENTER en de pagina 3D-kleurbeheer verschijnt.
Bediening
38
3. Markeer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen. U hebt de
keuze tussen Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw en Magenta.
4. Druk op om Tint te markeren en druk op / om het bereik te selecteren.
Een grotere bereik zal kleuren bevatten met meer proporties van de twee
aangrenzende kleuren.
Raadpleeg de afbeelding rechts voor de
onderlinge relatie tussen de kleuren.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik
instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het
verhogen van het bereik neemt ook rood op
dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
5. Druk op om Verzadiging te markeren
en pas de waarden naar wens aan door te
drukken op / . Het effect van elke
aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het
beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging
van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen
produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert alle kleur uit
het beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt die kleur te sterk en onrealistisch.
6. Druk op om Versterking te markeren en pas de waarden naar wens aan door
te drukken op / . Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt
beïnvloedt. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het beeld.
7. Herhaal stappen 3 tot 6 voor andere kleuraanpassingen.
8. Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt.
9. Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
De huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen
1. Ga naar het menu BEELD en selecteer Beeldinstelling herstellen.
2. Druk op MODE/ENTER en druk op / om Huidige of Alle te selecteren.
Huidige: herstelt de fabrieksinstellingen van de huidige beeldmodus.
Alle: herstelt de fabrieksinstellingen van alle instellingen, behalve
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 in het menu BEELD.
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
Bediening 39
De presentatietimer instellen
De presentatietimer kan de presentatietijd op het
scherm weergeven om u te helpen uw tijd tijdens het
geven van presentaties beter te beheren. Volg deze
stappen om deze functie te gebruiken:
1. Druk op Timer Set up op de
afstandsbediening of ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Presentatietimer en druk op MODE/
ENTER om de pagina Presentatietimer te
openen.
2. Markeer Timerinterval en bepaal de timerperiode door op / te drukken. De
tijdsduur kan worden ingesteld van 1 tot 5 minuten in stappen van 1 minuut, en van 5
tot 240 minuten in stappen van 5 minuten.
3. Druk op om Timerweergave te markeren en druk op / om te kiezen of
de timer op het scherm moet worden weergegeven.
4. Druk op om Timerpositie te markeren en stel de timerpositie in door te
drukken op / .
Linksboven Linksonder Rechtsboven Rechtsonder
5. Druk op om Aftelrichting te markeren en selecteer de gewenste telrichting
door te drukken op / .
6. Activeer de presentatietimer door te drukken op , druk op / om Aan te
selecteren en druk op MODE/ENTER.
7. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Markeer Ja en druk op MODE/
ENTER om te bevestigen. Het bericht "Timer is ingeschakeld!" wordt
weergegeven op het scherm. De timer start met tellen vanaf het moment dat de
timer wordt ingeschakeld.
Selectie Beschrijving
Altijd
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd op het
scherm weergegeven.
3 min/2 min/1 min Geeft de timer op het scherm weer tijdens de laatste 3/2/1 minu(u)t(en).
Nooit Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd verborgen.
Selectie Beschrijving
Optellen Telt op vanaf 0 tot de vooraf ingestelde tijd.
Aftellen Telt af vanaf de vooraf ingestelde tijd naar 0.
Bediening
40
Volg onderstaande stappen om de timer te annuleren.
Met de afstandsbediening.
Druk op Timer On, druk op / om Uit te markeren en druk op MODE/ENTER.
•Met het OSD-menu.
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en markeer
Uit.
Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
2. Markeer Ja en druk op MODE/ENTER om te bevestigen. Het bericht "Timer is
uitgeschakeld!" wordt weergegeven op het scherm.
De toets Timer On gebruiken.
Timer On is een multifunctionele toets.
Als de presentatietimer is uitgeschakeld en u op
deze knop drukt, verschijnt een
bevestigingsbericht. U kunt ervoor kiezen de
timer al of niet te activeren door de instructies
op het scherm te volgen.
Als de timer is ingeschakeld, drukt u op deze
toets om een bevestigingsbericht te zien. U kunt
dan bepalen of de timer opnieuw moet worden
opgestart, moet doorgaan of wordt
uitgeschakeld door de instructies op het scherm
te volgen.
Externe oproepbewerkingen
Sluit de projector aan op uw pc of notebook met
een USB-kabel voordat u de oproepfunctie gebruikt.
U kunt de weergavesoftware gebruiken (op een
aangesloten pc) die reageert op opdrachten Pagina
omhoog/omlaag (zoals Microsoft PowerPoint) door
op de afstandsbediening op Page Up/Down te
drukken.
Als de functie voor extern oproepen niet werkt,
moet u controleren of de USB-verbinding correct is
uitgevoerd en of het muisstuurprogramma op uw
computer is bijgewerkt naar de laatste versie.
Bediening 41
Het beeld verbergen
Druk op de knop Eco Blank op de projector of afstandsbediening om het beeld een
bepaalde periode uit te schakelen met een lampenergiebesparing tot 70%. Druk op een
willekeurige toets op de projector of de afstandsbediening om het beeld te herstellen.
Het woord "Eco Blank" verschijnt op het scherm
terwijl het beeld verborgen is. Wanneer deze functie
wordt geactiveerd terwijl een audio-ingang is
aangesloten, blijft de audio hoorbaar.
Eco Blank: Spaar tot 70 % van de lampenergie.
Tijd om uw aandeel te leveren in het redden van
de planeet.
Er wordt automatisch geschakeld naar de modus Eco Blank nadat de projector langer dan
drie minuten is ingeschakeld zonder weergavebron. Hierdoor wordt onnodig
energieverbruik voorkomen en wordt de levensduur van de projectorlamp verlengd.
U kunt de inactief-timer instellen in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Gebruiksinstellingen > Inactief-timer zodat de projector het beeld automatisch na
een bepaalde tijd herstelt als bij inactief beeld geen actie is ondernomen. De duur kan
worden ingesteld van 5 tot 30 minuten in stappen van 5 minuten.
Blokkeer de projectielens niet voor het projecteren, anders kan het blokkerende object
oververhit raken.
Ongeacht of Eco Blank is geactiveerd, kunt u op een toets (behalve op de toets Page Up/Down)
drukken op de projector of afstandsbediening om het beeld te herstellen.
Het beeld stilzetten
Druk op op de afstandsbediening om het beeld
stil te zetten. Het woord 'FREEZE' wordt op het
scherm weergegeven. Om de functie vrij te geven,
drukt u op een willekeurige toets op de projector of
afstandsbediening (behalve de toets Page Up/
Down).
Zelfs wanneer een beeld op het scherm is stilgezet,
blijven de beelden op de video of een ander apparaat
doorlopen. Als de aangesloten apparaten een actieve
audio-uitgang hebben, blijft u audio horen ondanks
het feit dat het beeld is stil staat op het scherm.
Bediening
42
Gebruik op grote hoogte
We raden u aan Hoogtemodus te gebruiken wanneer uw omgeving tussen 1500 meter
tot 3000 meter boven zeeniveau ligt, met een omgevingstemperatuur tussen 0 en 35°C.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500 meter is, met een
omgevingstemperatuur tussen 0 en 35°C. De projector zal dan te veel afkoelen als u de modus
inschakelt in dergelijke omstandigheden.
De Hoogtemodus activeren:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Hoogtemodus te markeren en druk op / om Aan te
selecteren. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
3. Markeer Ja en druk op MODE/ENTER.
Het gebruik onder "Hoogtemodus" kan een hoger bedrijfsgeluid van meer decibels
veroorzaken vanwege de hogere ventilatorsnelheid die nodig is om de algemene koeling en
prestaties van het systeem te verbeteren.
Als u deze projector in andere extreme omstandigheden dan de bovenstaande gebruikt,
wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector
oververhit geraakt. Selecteer in dergelijke gevallen de hoogtemodus om deze symptomen
te verhelpen. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme
omstandigheden kan worden gebruikt.
Het geluid aanpassen
De geluidsaanpassingen zoals hieronder weergegeven, hebben invloed op de luidspreker(s)
van de projector. Controleer of u een juiste aansluiting hebt gemaakt met de audio-ingang
van de projector. Zie "Aansluitingen" op pagina 18 voor uitleg over het aansluiten op de
audio-ingang.
Het geluid dempen
Het geluid tijdelijk uitschakelen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Geluidsinstellingen te markeren en druk op MODE/ENTER. De
pagina Audio-instellingen wordt weergegeven.
3. Markeer Geluid uit en druk op / om Aan te selecteren.
Het volume regelen
Om het volume te regelen, drukt u op Volume +/-
op de afstandsbediening, of:
1. Herhaal de bovenstaande stappen 1-2.
2. Druk op om Volume te markeren en
druk op / om een gewenst geluidsniveau
te selecteren.
Bediening 43
Lessjabloon gebruiken
Om het leerkrachten gemakkelijker te maken op het bord te schrijven, kunt u de
ingebouwde sjabloon gebruiken via het OSD of de afstandsbediening.
Open het OSD-menu en ga naar WEERGAVE > Lessjabloon. Selecteer Schoolbord/
Wit bord > Uit/Lettervorming/Werkblad/Coördinatenkaart. Het lessjabloon
verschijnt.
Lessjabloon Wit bord Schoolbord
Lettervorming
Werkblad
Coördinatenkaart
Bediening
44
De menuweergave van de projector
aanpassen
U kunt de OSD-menu's instellen volgens uw voorkeur. De volgende instellingen hebben
geen invloed op de projectie-instellingen, de bediening of de prestaties van de projectie.
Weergaveduur menu in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-
instellingen stelt de tijd in hoelang het OSD-menu geactiveerd blijft na de laatste
ingedrukte toets. U kunt een tijdsduur tussen 5 en 30 seconden kiezen, in stappen van
5 seconden. Gebruik / om een geschikt tijdsframe te kiezen.
Menupositie in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen stelt de
OSD-positie in op vijf locaties. Gebruik / om de positie van uw voorkeur te
kiezen.
Taal in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt de OSD-menu's in op een voor u
bekende taal. Met / selecteert u uw taal.
Herinnering in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen bepaalt
of herinneringsberichten op het scherm worden weergegeven. Met / selecteert u
de gewenste instelling.
Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt het logoscherm van
uw voorkeur in dat wordt weergegeven tijdens het opstarten van de projector. Met
/ selecteert u een venster.
De lampspaarmodus selecteren
Met de afstandsbediening.
Druk op SmartEco om Lampmodus te markeren en druk op / om Normaal/
Economisch/SmartEco te selecteren.
•Met het OSD-menu.
1. Druk op Menu/Exit en vervolgens op /
tot het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Lampmodus te markeren
en druk op Mode/Enter. De pagina
Lampinstellingen wordt geopend.
3. Markeer Lampmodus en druk op /
om Normaal/Economisch/SmartEco te selecteren. De helderheid van de lamp
verschilt afhankelijk van de lampmodus. Raadpleeg de beschrijvingen in de
onderstaande tabel.
Als de modus Economisch of SmartEco is geselecteerd, wordt de lichtuitvoer verminderd en
worden de geprojecteerde beelden donkerder.
Lampmodus Beschrijving
Normaal 100% lamphelderheid.
Economisch Spaart 20% lampenergieverbruik.
SmartEco
Bespaart tot 70 % energiegebruik door de lamp, afhankelijk van het
helderheidsniveau van de inhoud.
Bediening 45
De projector uitschakelen
1. Druk op POWER en er verschijnt een
melding die u om een bevestiging vraagt.
Wanneer u niet binnen enkele seconden
reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op POWER.
Voedingsindicator (POWER) knippert
oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De
ventilators blijven nog ongeveer 90 seconden
draaien zodat de projector kan afkoelen.
Om de lamp te beschermen, zal de projector niet
op opdrachten reageren tijdens het afkoelen.
U kunt de afkoeltijd verkorten door de functie
Snelle afkoeling te activeren. Zie "Snelle afkoeling"
op pagina 54 voor details.
3. Zodra het afkoelen is voltooid, licht Voedingsindicator (POWER) stabiel oranje
op en stoppen de ventilators.
4. Trek de stroomkabel uit het stopcontact als de projector geruime tijd niet zal
worden gebruikt.
5. Wanneer Direct herstarten is ingesteld op Aan, kunt u de projector onmiddellijk
opnieuw opstarten binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld. (De
projector zal 30% van zijn vermogen behouden gedurende 90 sec)
Wanneer Direct herstarten is ingesteld op Uit, moet u wachten tot de lamp is
afgekoeld om de projector opnieuw te starten. Wanneer Direct herstarten is
ingeschakeld, wordt het item Snelle afkoeling grijs weergegeven.
Als de projector niet correct is uitgeschakeld en u de projector probeert opnieuw op te
starten, zullen de ventilators nog enkele minuten blijven draaien om af te koelen om de
lamp te beschermen. Druk nogmaals op Power om de projector te starten nadat de
ventilators zijn gestopt en Voedingsindicator (POWER) oranje wordt.
De werkelijke levensduur van de lamp kan verschillen afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en het gebruik.
I
I
I
I
Bediening
46
Menubediening
Menusysteem
De OSD-menu's kunnen verschillen, afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
Hoofdmenu Submenu Opties
1.
WEERGAV
E
Wandkleur
Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/Blauw/
Schoolbord
Beeldverhouding Auto/Werkelijk/4:3/16:9/16:10
Keystone
Positie
Fase
Horizontale
afmeting
Digitale zoom
3D
3D-modus
Auto/Top-Bottom/Frame Sequential/
Frame packing/Side-by-side/Uit
3D sync omkeren Uitschakelen/Omkeren
Lessjabloon
Schoolbord
Uit/Lettervorming/Werkblad/
Coördinatenkaart
Wit bord
Uit/Lettervorming/Werkblad/
Coördinatenkaart
2.
BEELD
Beeldmodus
Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop/(3D)/
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2
Referentiemodus Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop/(3D)
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Brilliant Color Aan/Uit
Kleurtemperatuur Koel/Normaal/Warm
Kleurtemperatuur
fijn afstellen
R-versterking/G-versterking/
B-versterking/R-verschuiving/
G-verschuiving/B-verschuiving
3D-kleurbeheer
Primaire kleur R/G/B/C/M/Y
Tint
Verzadiging
Versterking
Beeldinstelling
herstellen
Huidige/Alle/
Annuleren
3.
INGANG
Snel automatisch zoeken Aan/Uit
Kleurruimteconversie Auto/RGB/YUV
Bediening 47
4.
SYSTEEMINSTLL:
Basis
Presentatietimer
Timerinterval 1~240 minuten
Timerweergave
Altijd/3 min/2 min/1 min/
Nooit
Timerpositie
Linksboven/Linksonder/
Rechtsboven/Rechtsonder
Aftelrichting Aftellen/Optellen
Aan/Uit Ja/Nee
Taal
Projectorinstallatie
Tafel voor/Tafel achter/
Plafond achter/Plafond voor
Menu-instellingen
Weergaveduur menu
5 sec/10 sec/20 sec/30 sec/
Altijd
Menupositie
Midden/Linksboven/
Rechtsboven/Rechtsonder/
Linksonder
Herinnering Aan/Uit
Gebruiksinstelling
en
Direct inschakelen Aan/Uit
Automatisch
uitschakelen
Uitschakelen/3 min/10
min./
15 min./20 min./25 min./30
min.
Snelle afkoeling Aan/Uit
Direct herstarten Aan/Uit
Inactief-timer
Uitschakelen/5 min./10
min./
15 min./20 min./25 min./30
min.
Slaaptimer
Uitschakelen/30 min./1
uur/2 uur/3 uur/4 uur/8
uur/12 uur
Ventilatorsnelheid Normaal/High
Paneeltoetsblokke
ring
Aan/Uit Ja/Nee
Achtergrondkleur BenQ/Zwart/Blauw/Paars
Opstartscherm BenQ/Zwart/Blauw
Bediening
48
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één geldig signaal
detecteert. Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of als er geen
signaal wordt gedetecteerd, zijn slechts beperkte menuopties beschikbaar.
5.
SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd
Hoogtemodus Aan/Uit Ja/Nee
Geluidsinstellingen
Geluid uit Aan/Uit
Volume 0~10
Lampinstellingen
Lampmodus
Normaal/Economisch/
SmartEco
Lamptimer herstellen Reset/Annuleren
Equivalent lampuren
Beveiligingsins
Tellingen
Wachtwoord wijzigen
Beveiligingsinstellingen
wijzigen
Inschakelblokkering
Baud-ratio
2400/4800/9600/14400/
19200/ 38400/57600/
115200
Testpatroon Aan/Uit
Ondertitels
Ondertitels aan Aan/Uit
Ondertitelversie CC1/CC2/CC3/CC4
Stand-by-
instellingen
Beeldscherm-uit Aan/Uit
Audio pass-through
Uit/Computer 1/
Computer 2/Video, S-
Video/HDMI
Instellingen
herstellen
Reset/Annuleren
6.
INFORMATIE
Huidige systeemstatus
Ingang
•Beeldmodus
•Resolutie
•Lampmodus
•3D-formaat
•Kleursysteem
Equivalent lampuren
•Firmware-versie
Bediening 49
Beschrijving van elk menu
De standaardwaarden die in deze handleiding zijn weergegeven, vooral op de pagina's 49-57,
zijn uitsluitend informatief bedoeld. Ze kunnen verschillen tussen de projectors vanwege de
voortdurende verbetering van de producten.
FUNCTIE BESCHRIJVING
Wandkleur
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het
projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op pagina
36 voor details.
Beeldverhoudi
ng
Er zijn vier opties voor het instellen van de beeldverhouding,
afhankelijk van de bron van het ingangssignaal. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina 33 voor details.
Keystone
Corrigeert eventuele keystone-afwijkingen van het beeld. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 27 voor details.
Positie
De pagina voor het aanpassen van de positie wordt weergegeven. U
verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. De
waarden die onder aan de pagina worden weergegeven, veranderen
telkens wanneer u op een knop drukt tot het maximum of minimum
is bereikt.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog
RGB) is geselecteerd.
Fase
Hiermee past u de klokfase aan om
vervorming van het beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar
indien een pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Horizontale
afmeting
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog
RGB) is geselecteerd.
Digitale zoom
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld. Zie
"Vergroten en details zoeken" op pagina 33 voor details.
1. Menu WEERGAVE
Bediening
50
FUNCTIE BESCHRIJVING
3D
Deze projector beschikt over een 3D-functie waarmee u 3D-films,
video's en sportevenementen op een realistischere manier kunt
bekijken door de diepte van de beelden weer te geven. U moet een
3D-bril dragen om 3D-beelden te kunnen bekijken.
3D-modus
De standaardinstelling is Auto en de projector kiest automatisch een
geschikte 3D-indeling zodra 3D-inhoud gedetecteerd wordt. Als de
projector de 3D-indeling niet herkent, druk u op / om een 3D-
modus te kiezen.
3D sync omkeren
Als u vaststelt dat de beelddiepte omgekeerd is, schakelt u deze
functie in om het probleem te verhelpen.
Lessjabloon
Biedt een aantal sjablonen als leerhulpmiddelen. Trainers kunnen die
gebruiken om les te geven. Zie "Lessjabloon gebruiken" op pagina 43
voor details.
1. Menu WEERGAVE
Bediening 51
FUNCTIE BESCHRIJVING
Beeldmodus
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 35 voor details.
Referentiemod
us
Selecteert een beeldmodus die het best overeenkomt op uw
behoeften op het vlak van beeldkwaliteit en zorgt voor het verder
fijn afstemmen van het beeld op basis van de selecties op deze
pagina. Zie "De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus
instellen" op pagina 35 voor details.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen Helderheid"
op pagina 36 voor details.
Contrast
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen Contrast" op pagina 36 voor details.
Kleur
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen Kleur" op
pagina 36 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de inputbron Video,
S-Video of Component Video geselecteerd is.
Tint
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Zie "Aanpassen Tint" op pagina 36 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een Video- of S-
Video-signaal is geselecteerd en het systeemformaat NTSC s.
Scherpte
Maakt het beeld scherper of zachter. Zie "Aanpassen Scherpte" op
pagina 36 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de inputbron Video,
S-Video of Component Video geselecteerd is.
2. Menu BEELD
Bediening
52
FUNCTIE BESCHRIJVING
Brilliant Color
Zie "Aanpassen Brilliant Color" op pagina 36 voor details.
Kleurtemperat
uur
Zie "Selecteren van Kleurtemperatuur" op pagina 36 voor details.
Kleurtemperat
uur fijn afstellen
Zie "Een kleurtemperatuur naar wens instellen." op pagina 37 voor
details.
3D-kleurbeheer
Zie "3D-kleurbeheer" op pagina 37 voor details.
Beeldinstelling
herstellen
Zie "De huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen" op pagina 38
voor details.
Als Beeldmodus onder Dynamisch is, zet kiezen voor "Huidige"
alleen de standaardwaarde terug voor Dynamisch, maar kiezen
voor "Alles" herstelt de standaardwaarden voor alle instellingen
van Beeldmodus.
Snel
automatisch
zoeken
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 32 voor details.
Kleurruimte-
conversie
Zie "Kleurruimte wijzigen" op pagina 32 voor details.
2. Menu BEELD
3. Menu INGANG
Bediening
54
FUNCTIE BESCHRIJVING
Gebruiks-
instellingen
Direct inschakelen
Selecteer Aan om de functie in te schakelen. Zie "De projector
opstarten" op pagina 24 voor details.
Automatisch uitschakelen
Hiermee kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er
na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. Zie
"Instelling Automatisch uitschakelen" op pagina 60 voor details.
Snelle afkoeling
Als u Aan kiest wordt de functie ingeschakeld en wordt de afkoeltijd
van de projector verkort naar enkele seconden.
Als u de projector direct na het snel afkoelen opnieuw probeert
op te starten, wordt deze wellicht niet goed ingeschakeld en
worden de koelventilators opnieuw gestart.
Direct herstarten
Wanneer Direct herstarten is ingeschakeld, kunt u de projector
onmiddellijk opnieuw opstarten binnen 90 seconden nadat de
projector is uitgeschakeld.
Inactief-timer
Bepaalt hoe lang een beeld blanco wordt weergegeven wanneer de
functie Blank is geactiveerd. Zodra deze tijd is verstreken wordt het
beeld opnieuw weergegeven. Zie "Het beeld verbergen" op pagina 41
voor details.
Slaaptimer
Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. De timer kan
worden ingesteld op een waarde tussen 30 minuten en 12 uur.
Ventilatorsnelheid
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer een stoffilter is
geïnstalleerd. Kies High om de functie in te schakelen.
Paneeltoets-
blokkering
Schakelt alle toetsfuncties van het paneel in of uit, behalve de
voedingsknop op de projector en de toetsen op de
afstandsbediening.
Achtergrond-
kleur
Hiermee kunt u kiezen welke achtergrondkleur wordt weergegeven
wanneer de projector geen signaal ontvangt. Er zijn vier opties
beschikbaar: BenQ-logo, Zwart, Blauw of Paars.
Opstartscher
m
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het
opstarten van de projector. U kunt kiezen uit drie opties: BenQ-logo,
Zwart scherm of Blauw scherm.
4. Menu
SYSTEEMINSTLL: Basis
Bediening 57
FUNCTIE BESCHRIJVING
Huidige
systeemstatu
s
Ingang
Toont de huidige signaalbron.
Beeldmodus
Toont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
Resolutie
Toont de native resolutie van het ingangssignaal.
Lampmodus
Toont de actuele lampmodus.
3D-formaat
Toont de actuele 3D-modus.
Kleursysteem
Toont het formaat van het ingangssysteem: NTSC, PAL, SECAM of
RGB.
Equivalent lamp
Toont het aantal uur dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie
Toont de firmwareversie.
6. Menu INFORMATIE
Onderhoud
58
Onderhoud
Onderhoud van de projector
De projector heeft weinig onderhoud nodig. U hoeft alleen de lens en behuizing regelmatig
schoon te maken.
Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact
op met uw leverancier als er andere onderdelen moeten worden vervangen.
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak opmerkt.
Verwijder stof met een fles met perslucht.
Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u
een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak
van de lens voorzichtig schoon.
Gebruik nooit schurende doekjes, alkaline-/zuurhoudende reinigingsproducten,
schuurpoeder of vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol, benzeen, thinner of
insecticiden. Wanneer u dergelijke materialen gebruikt of als het product langdurig in
contact is met rubber of vinyl materialen, kan dit schade veroorzaken aan het
projectoroppervlak en het materiaal van de behuizing.
Wrijf nooit met schurend materiaal over de lens.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit zoals beschreven in "De projector
uitschakelen" op pagina 45 en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat
u de behuizing reinigt.
Verwijder vuil of stof met een zachte, vezelvrije doek.
Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek, bevochtigd
met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische schoonmaakmiddelen.
Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen:
Controleer of de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het
aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 67 of neem
contact op met uw leverancier voor het bereik.
Schuif de verstelvoetjes in.
Haal de batterij uit de afstandsbediening.
Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het is aanbevolen de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking te
verzenden.
Onderhoud 59
Informatie over de lamp
Het aantal lampuren kennen
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de
ingebouwde timer wanneer de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur
wordt als volgt berekend:
Totale (equivalente) lamptijd = 1 uur (gebruiksduur in de modus Economisch) + 4/3 uur
(gebruiksduur in de modus Normaal)
Zie "De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of SmartEco modus" hieronder voor
meer informatie over de modus Economisch.
De gebruiksduur in de modus Economisch wordt berekend als 3/4 van die in de modus
Normaal. Als u de projector in de modus Economisch gebruikt, wordt de gebruiksduur
van de lamp dus met een 1/3 verlengd.
Informatie over het aantal lampuren verkrijgen:
1. Druk op Menu/Exit en vervolgens op / tot het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Lampinstellingen te markeren en druk op Mode/Enter. De
pagina Lampinstellingen wordt geopend.
3. U ziet informatie over Equivalent lamp in het menu.
4. Sluit het menu af door op Menu/Exit te drukken.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.
De levensduur van de lamp verlengen
De projectielamp is een verbruiksartikel. Door de volgende instellingen via het OSD-menu
of de afstandsbediening op te geven, kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of SmartEco
modus
Met de modus Economisch/SmartEco wordt het systeemgeluid en stroomverbruik
verminderd. Als de modus Economisch/SmartEco is geselecteerd, wordt de
lichtuitvoer verminderd en worden de geprojecteerde beelden donkerder. De projector
wordt beschermd voor een langere bedrijfsduur.
Ook als u de projector in de modus Economisch/SmartEco zet, wordt de gebruiksduur
van de lamp verlengd. Stel de modus Economisch/SmartEco in door naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen > Lampmodus te gaan en
op / te drukken.
De lampmodi worden gedefinieerd zoals in de onderstaande tabel.
Lampmodus Beschrijving
Normaal 100% lamphelderheid.
Economisch Spaart 20% lampenergieverbruik.
SmartEco
Bespaart tot 70 % energiegebruik door de lamp, afhankelijk van het
helderheidsniveau van de inhoud.
Onderhoud
60
Instelling Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een
ingestelde periode geen ingangsbron wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp
niet onnodig wordt verbruikt.
Om Automatisch uitschakelen in te stellen, gaat u naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Automatisch uitschakelen en drukt u op / . De
tijdsduur kan worden ingesteld van 5 tot 30 minuten, in stappen van 5 minuten. Als de
vooraf ingestelde tijdsduur niet geschikt is voor uw presentatie, selecteert u
Uitschakelen. De projector wordt niet automatisch binnen een bepaalde periode
uitgeschakeld.
Onderhoud 61
De timing van de lampvervanging
Als het LAMP-waarschuwingslampje rood oplicht of wanneer er een bericht wordt
weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, moet u een nieuwe lamp te
installeren of uw leverancier raadplegen. Een oude lamp kan storing in de projector
veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
Probeer de lamp nooit zelf te vervangen. Neem contact op met bevoegde onderhoudstechnici
voor de vervanging.
Het LAMP (waarschuwingslampje lamp) en het TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
gaan branden als de lamp te heet wordt. Zie "Indicators" op pagina 65 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u
de lamp dient te vervangen.
De onderstaande waarschuwingsberichten zijn uitsluitend informatief bedoeld. Volg de
eigenlijke instructies op het scherm om de lamp voor te bereiden en te vervangen.
"XXXX" in de bovenstaande berichten zijn nummers die verschillen afhankelijk van de
verschillende modellen.
Status Bericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale
prestaties. Als de projector gewoon wordt
gebruikt met Economisch geselecteerd ("De
Lampmodus eco functie instellen als Economisch
of SmartEco modus" op pagina 59), kunt u de
projector nog blijven gebruiken tot de volgende
lampwaarschuwing verschijnt.
U dient een nieuwe lamp te plaatsen om te
voorkomen dat de projector wordt uitgeschakeld
als de gebruiksduur van de lamp is verstreken.
Het is sterk aanbevolen de lamp nu te vervangen.
De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid
van de lamp vermindert na verloop van tijd. Dit is
normaal. U kunt de lamp vervangen als de
helderheid aanzienlijk is afgenomen.
De lamp MOET worden vervangen voordat de
projector opnieuw normaal kan functioneren.
Onderhoud
62
De lamp vervangen
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de
lokale wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt,
moet u controleren of er niemand onder de lampsok staat om het risico op letsels of
oogbeschadiging, veroorzaakt door de gebroken lamp, te voorkomen.
Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te
schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de
lamp vervangt.
Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45
minuten te laten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector
te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in
scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking
van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is
verwijderd.
Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de
toepasselijke lokale regelgeving.
Wij raden u aan een BenQ-projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de optimale
prestaties van de projector te verzekeren.
1. Schakel de voeding uit en koppel de projector los van het stopcontact. Als de lamp
heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om brandwonden te
voorkomen.
2. Maak de schroef op de lampafdekking
los.
Onderhoud
64
11. Start de projector opnieuw op.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
De lamptimer opnieuw instellen op nul
12. Open het OSD-menu nadat het startlogo is
verschenen. Ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Lampinstellingen. Druk op Mode/Enter.
De pagina Lampinstellingen wordt
geopend. Druk op om Lamptimer
herstellen te markeren en druk op Mode/Enter. Er verschijnt een
waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Markeer
Reset en druk op Mode/Enter. De lamptijd wordt opnieuw ingesteld op '0'.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet in op nul wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u
dat wel doet, kan dit schade veroorzaken.
7. Maak de schroeven waarmee de lamp is
bevestigd, vast.
Een losse schroef kan tot een slechte
verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroeven niet te vast.
8. Zorg dat de handgreep volledig vlak ligt
en stevig op zijn plaats zit.
9. Plaats de lampafdekking terug door
deze op zijn plaats te schuiven.
10. Maak de schroef waarmee de
lampafdekking is bevestigd, vast.
Een losse schroef kan tot een slechte
verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroef niet te vast.
(a)
(b)
Onderhoud 65
Indicators
Lampje Status & beschrijving
POWER TEMP LAMP
Stroomgebeurtenissen
Oranje Uit Uit
Stand-bymodus
Groen
knipperend
Uit Uit
Inschakelen
Groen Uit Uit
Normale werking
Oranje
knipperend
Uit Uit
Koelen bij normaal uitschakelen
Rood Uit Uit
Downloaden
Groen Uit Rood
CW start mislukt
Rood
knipperend
Uit Uit
Uitschakelen schaler mislukt (gegevens
afgebroken)
Rood Uit Rood
Resetten schaler mislukt (alleen videoprojector)
Groen Uit Uit
Inbranden AAN
Groen Groen Groen
Inbranden UIT
Lampgebeurtenissen
Uit Uit Rood
Lamp 1 fout bij normaal gebruik
Uit Uit
Rood
knipperend
Lamp is niet aan
Thermische gebeurtenissen
Rood Rood Uit
Fout ventilator 1 (de feitelijke ventilatorsnelheid
is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Rood
Rood
knipperend
Uit
Fout ventilator 2 (de feitelijke ventilatorsnelheid
is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Rood Groen Uit
Fout ventilator 3 (de feitelijke ventilatorsnelheid
is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Rood
knipperend
Rood
knipperend
Uit
Temperatuur 1 fout (boven temperatuurgrens)
Groen
Rood
knipperend
Uit
Fout Thermische sensor 1 open
Groen Groen Uit
Fout Thermische sensor 1 kortgesloten
Groen
Groen
knipperend
Uit
Thermische IC #1 I2C verbindingsfout
Groen
knipperend
Rood Uit
Temperatuur 2 fout (boven temperatuurgrens)
Groen
knipperend
Rood
knipperend
Uit
Fout Thermische sensor 2 open
Groen
knipperend
Groen Uit
Fout Thermische sensor 2 kortgesloten
Groen
knipperend
Groen
knipperend
Uit
Thermische IC #2 I2C verbindingsfout
Problemen oplossen
66
Problemen oplossen
U kunt de projector niet inschakelen.
Geen beeld
Onscherp beeld
De afstandsbediening werkt niet
Het wachtwoord is onjuist
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
wisselstroomingang op de projector en het andere
uiteinde in het stopcontact. Controleer of het
stopcontact is ingeschakeld (indien van
toepassing).
Poging om projector opnieuw in te
schakelen tijdens het afkoelen.
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Oorzaak Oplossing
De videobron is niet ingeschakeld of niet
correct aangesloten.
Schakel de videobron in en controleer of de
signaalkabel correct is aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten
op het apparaat van het ingangssignaal.
Controleer de aansluiting.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
Kies het juiste ingangssignaal met de knop
SOURCE op de projector of afstandsbediening.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
Pas de scherpstelling van de lens aan met de
focusring.
De projector en het scherm zijn niet
correct uitgelijnd.
Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte van de
projector aan indien nodig.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Oorzaak Oplossing
De batterij is leeg. Vervang de batterij door een nieuwe.
Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
Verwijder het voorwerp.
U bevindt zich te ver van de projector.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de
projector staan.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Zie "De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten" op pagina 30 voor details.
Specificaties 67
Specificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De levensduur van de lamp zal verschillen, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het
gebruik.
Optische specificaties
Resolutie
(MS517/MS517F)
800 x 600 SVGA
(MX518/MX518F)
1024 x 768 XGA
(MW519)
1280 x 800 WXGA
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Lens F/waarde
(MS517/MX518/MS517F/MX518F)
F = 2,51 tot 2,69,
f = 21,95 tot 24,18 mm
(MW519)
F = 2,55 tot 3,06
f = 21 tot 25,6 mm
Verschuiving
(MS517/MX518/MS517F/MX518F): 130%
(MW519): 125%
Zoomfactor
(MS517/MX518/MS517F/MX518F): 1,1X
(MW519): 1,2x
Lamp
Lamp van 190 W
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer
AC100–240V, 2,6 A,
50-60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik
265 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanische specificaties
Gewicht
2,3 Kg (5,1 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (vrouwelijk) x 1
Luidspreker
(Stereo) 2 watt x 1
Besturing
Seriële besturing via RS-232
9-pins x 1
IR-ontvanger x 1
USB-type B x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (vrouwelijk) x 2
Videosignaalingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pins poort x 1
VIDEO
RCA-stekker x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoge - Component RCA-
aansluiting x 3 (via RGB-ingang)
Digitaal-HDMI x 1 (MS517/MX518/
MW519)
Audiosignaalingang
Audio-ingang
Pc-audio-aansluiting x 2
Audio-uitgang
Pc-audio-aansluiting x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C-40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf
10%-90% (zonder condensatie)
Bedrijfshoogte
0-1499 m bij 0°C-35°C
1500-3000* m bij 0°C-30°C (met
Hoogtemodus ingeschakeld)
* Geldt voor China alleen tot een hoogte
van 2000 m
Specificaties 69
Timingtabel
Ondersteunde timing voor pc-ingang
*Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential, Top Bottom en
Side-by-Side.
** Ondersteunt timing voor non-3D- en 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
***Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Top Bottom en Side-by-Side.
De hierboven genoemde timings worden mogelijk niet ondersteund als gevolg van
beperkingen in het EDID-bestand en VGA-beelden. Het is mogelijk dat sommige timings
niet kunnen worden gekozen.
Resolutie Modus Vertic al e
frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
640 x 480 VGA_60* 59,940 31,469 25,175
VGA_72 72,809 37,861 31,500
VGA_75 75,000 37,500 31,500
VGA_85 85,008 43,269 36,000
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600 SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000
SVGA_75 75,000 46,875 49,500
SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Vermindert wit worden)
119,854 77,425 83,000
1024 x 768 XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000
XGA_75 75,029 60,023 78,750
XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120**
(Vermindert wit worden)
119,989 97,551 115,5
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108
1024 x 576 BenQ Notebook_ timing 60,0 35,820 46,966
1024 x 600 BenQ Notebook_ timing 64,995 41,467 51,419
1280 x 720 1280 x 720_60* 60 45,000 74,250
1280 x 768 1280 x 768_60* 59,87 47,776 79,5
1280 x 800 WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500
WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120**
(Vermindert wit worden)
119,909 101,563 146,25
1280 x 1024 SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960 1280 x 960_60*** 60,000 60,000 108,000
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1360 x 768 1360 x 768_60*** 60,015 47,712 85,5
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500
1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750
1600 x 1200 UXGA*** 60,000 75,000 162,000
1680 x 1050 1680 x 1050_60*** 59,954 65,29 146,25
640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75Hz MAC19 74,93 60,241 80,000
1152 x 870@75Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
Specificaties
70
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-invoer
*Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential, Top Bottom en
Side-by-Side.
** Ondersteunt timing voor non-3D- en 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
***Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Top Bottom en Side-by-Side.
Resolutie Modus Verticale
frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequen
tie (MHz)
640 x 480 VGA_60* 59,940 31,469 25,175
VGA_72 72,809 37,861 31,500
VGA_75 75,000 37,500 31,500
VGA_85 85,008 43,269 36,000
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600 SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000
SVGA_75 75,000 46,875 49,500
SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Vermindert wit
worden)
119,854 77,425 83,000
1024 x 768 XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000
XGA_75 75,029 60,023 78,750
XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120**
(Vermindert wit
worden)
119,989 97,551 115,5
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108
1280 x 768 1280 x 768_60* 59,87 47,776 79,5
1024 x 576@60Hz BenQ Notebook_
timing
60,00 35,820 46,996
1024 x 600@65Hz BenQ Notebook_
timing
64,995 41,467 51,419
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250
1280 x 768 1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5
1280 x 800 WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500
WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120**
(Vermindert wit
worden)
119,909 101,563 146,25
1280 x 1024 SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960 1280 x 960_60*** 60,000 60,000 108,000
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1360 x 768 1360 x 768_60*** 60,015 47,712 85,5
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500
1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750
1600 x 1200 UXGA*** 60,000 75,000 162,000
1680 x 1050 1680 x 1050_60*** 59,954 65,29 146,25
640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75Hz MAC19 74,93 60,241 80,000
1152 x 870@75Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
Specificaties 71
De hierboven genoemde timings worden mogelijk niet ondersteund als gevolg van
beperkingen in het EDID-bestand en VGA-beelden. Het is mogelijk dat sommige timings
niet kunnen worden gekozen.
* Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
**Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Top Bottom en Side-by-Side.
***Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Side-by-Side.
Timing Resolutie Ve rt i cal e
frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequen
tie (MHz)
Opmerkin
g
480i* 720 x 480 59,94 15,73 27 Alleen HDMI
480p 720 x 480 59,94 31,47 27 Alleen HDMI
576i 720 x 576 50 15,63 27 HDMI / DVI
576p 720 x 576 50 31,25 27 HDMI / DVI
720/50p** 1280 x 720 50 37,5 74,25 HDMI / DVI
720/60p** 1280 x 720 60 45,00 74,25 HDMI / DVI
1080/50i*** 1920 x 1080 50 28,13 74,25 HDMI / DVI
1080/60i*** 1920 x 1080 60 33,75 74,25 HDMI / DVI
1080/24P** 1920 x 1080 24 27 74,25 HDMI / DVI
1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 HDMI / DVI
1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 HDMI / DVI
1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 HDMI / DVI
1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5 HDMI / DVI
Specificaties
72
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr ingang
* Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht
trillend beeld.
Ondersteunde timing voor Video- en S-Video-ingang
* Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
Timing Resolutie Ver ti ca l e
frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequent
ie (MHz)
480i* 720 x 480 59,94 15,73 13,5
480p 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 x 576 50 15,63 13,5
576p 720 x 576 50 31,25 27
720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25
720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25
1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25
1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25
1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5
1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5
Videomodus Horizontale
frequentie (kHz)
Vertic al e
frequentie (Hz)
Frequentie
kleursubdrager
Frequentie
(MHz)
NTSC* 15,73 60 3,58
PAL 15,63 50 4,43
SECAM 15,63 50 4,25 of 4,41
PAL-M 15,73 60 3,58
PAL-N 15,63 50 3,58
PAL-60 15,73 60 4,43
NTSC4.43 15,73 60 4,43
Informatie over garantie en auteursrechten73
Informatie over garantie en
auteursrechten
Patenten voor MS517/MX518/MW519/MS517F/MX518F
Deze BenQ-projector wordt gedekt door de volgende patenten:
Amerikaanse patenten 6,837,608; 7,275,834; 7,181,318; TW-patenten 202690; 205470;
I228635; I259932; Chinese patenten ( 中国发明专利 ) ZL01143168.7; ZL03119907.0;
ZL200510051609.2
Beperkte garantie
BenQ garandeert dat dit product vrij is van defecten in vakmanschap en materialen, bij
normaal gebruik en opslag.
Wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie, zal een aankoopbewijs worden gevraagd.
Wanneer dit product binnen de garantieperiode defect raakt, is de enige verplichting van
BenQ en uw enig verhaal de vervanging van defecte onderdelen (inclusief werkuren). Om
garantieservice te verkrijgen, moet u de leverancier bij wie u het product hebt gekocht,
onmiddellijk op de hoogte brengen van eventuele defecten.
Belangrijk: Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten
het product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het
bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen
10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden
gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent u
specifieke wettelijke rechten en u kunt andere rechten hebben die verschillen afhankelijk
van het land.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2012 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze
publicatie mag worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een
retrievalsysteem of vertaald in enige taal of computertaal, en in geen enkele vorm of op
geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch,
handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ
Corporation.
Afstandsverklaring
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch
stilzwijgend, met betrekking tot de inhoud van deze publicatie en wijst specifiek alle
garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt
BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan af en
toe te wijzigen zonder de verplichting enige persoon op de hoogte te brengen van
dergelijke herzieningen of wijzigingen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments.
Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of
organisaties.
51


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for BenQ MS517F at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of BenQ MS517F in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 7,41 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of BenQ MS517F

BenQ MS517F User Manual - English - 77 pages

BenQ MS517F User Manual - German - 74 pages

BenQ MS517F User Manual - French - 74 pages

BenQ MS517F User Manual - Italian - 74 pages

BenQ MS517F User Manual - Polish - 74 pages

BenQ MS517F User Manual - Portuguese - 74 pages

BenQ MS517F User Manual - Swedish - 74 pages

BenQ MS517F User Manual - Spanish - 74 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info