5.6 ALGEMENE STOOKTIPS
• Stook uitsluitend droog hout. Niet alleen brandt nat hout slecht, het veroorzaakt meer
vervuiling van het toestel (ruiten), het rookkanaal, uw kamer (bij het openen van
de deur van het toestel bijvoorbeeld) en van het milieu. Hout is pas droog als het
minimaal 2 jaar onder een afdak opgeslagen is geweest. Niet afdekken met plastic.
Gebruik nooit geverfd, of geïmpregneerd hout. De verbrandingsgassen hiervan zijn
agressief en tasten uw toestel, het milieu en uw gezondheid aan.
• Zorg voor een goed brandend vuur. De rook is dan kleurloos of wit en de ruiten
blijven goed schoon.
Het is af te raden, om tijdens het stoken de haard langdurig te “knijpen” (alle
luchtopeningen gesloten houden). Er treedt dan een onvolledige verbranding
op waardoor, buiten milieuvervuiling, ook afzetting van teer en roetdelen in het
rookkanaal ontstaat (bij veel afzetting neemt het risico op schoorsteenbrand toe).
• Stook met gesloten deur. Het rendement wordt hierdoor 8 tot 10 keer beter, wat ten
goede komt aan het milieu en de warmte in huis (minder vaak bijvullen). Tevens
voorkomt u brandschade door mogelijk uitspattende deeltjes (met name naaldhout).
Bij brandbare vloeren is een extra vloerplaat vereist.
• Vermijd stoken bij mist of windstil weer. Bij windstil weer is er nauwelijks trek in een
koude schoorsteen. Omdat rook zwaarder is dan lucht bestaat de kans dat rook
de kamer in stroomt. Bij mist zal de rook uit de schoorsteen (buiten) snel afkoelen,
omlaag zakken en daarmee overlast voor uw omgeving veroorzaken.
• Doof het vuur niet met water, maar laat het opbranden.
Het gedeelte van de binnenmantel dat in direct contact komt met het vuur is bekleed
met vuurbestendige materialen. Deze kunnen vervormen of scheuren bij grote
plotselinge temperatuurverschillen.
• Schoorsteenbrand.
Ontstaat er ondanks alle voorzorgsmaatregelen tóch een schoorsteenbrand (dat
merkt u meestal aan een loeiend lawaai in de schoorsteen), doe dan het volgende:
• Sluit direct de schoorsteenklep (indien aanwezig).
• Sluit direct de luchttoevoer van de haard.
• Waarschuw de brandweer ( 112).
• Doof snel het vuur in de haard met zand of soda om rook in uw huis te
voorkomen.
• Gebruik nooit water om het vuur te doven.
• Ventileer.
• Zorg dat de schoorsteen na een brand eerst wordt geveegd en geïnspecteerd
op beschadiging en lekkage.