Toetsen programmeren 157
Eigenschappen en MenuCards
Voorbeeld 2 “Bescherm. 2de opr.”
Als u de “Bescherm. 2de opr.” op een functietoets heeft
geprogrammeerd, wordt de LED ingeschakeld, als de
bescherming 2de oproep voor alle gesprekstoetsen van uw
telefoon ingeschakeld is. Als u de bescherming 2de oproep voor
een afzonderlijke gesprekstoets uitschakelt, is de LED uit.
Als u nu de functietoets indrukt, krijgt u het menu waarin u de
functie in- of uitschakelt. Daarbij wordt de bescherming tweede
oproep voor de afzonderlijke toets gewist en moet indien nodig
opnieuw worden geprogrammeerd. Met
Aan
schakelt u de
bescherming 2de oproep voor alle gesprekstoetsen weer in.
Met
Uit
schakelt u de bescherming 2de oproep voor alle
toetsen uit.
Een functie op een toets programmeren
U kunt ook meerdere functies samenvatten onder één toets.
Informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Functies stapelen of
ketting vormen vanaf pagina 159.
g Druk lang op de programmeerbare toets, kies
dan …
P O
Functies
selecteren. Druk op de OK-toets.
P Z
O
Kies de gewenste functie uit de MenuCards en
voer indien nodig de variabele informatie (bv.
een telefoonnummer) in. Druk op de OK-toets.
Z O
Tekst:
voer een opschrift voor de toets in. Als u
geen tekst invoert, krijgt de toets de standaard-
beschrijving. Druk op de OK-toets.
O Het menupunt
Opslaan
is nu geselecteerd.
Bevestig de selectie door op de OK-toets te
drukken. De programmering is nu opgeslagen.