Bijzondere gesprekken 31
Telefoneren met systeem
Nadat u de toestel-ID hebt ingevoerd, kan u een intercom-oproep
aan een afzonderlijk systeemtoestel starten. Op het opgebelde
toestel wordt de microfoon ingeschakeld en uw gesprekspartner
kan meteen antwoord geven op uw intercom-oproep. De functie
“bidirectionele intercom” kan niet worden gebruikt voor intercom-
oproepen aan een groep toestellen.
Opmerking: als een opgeroepen deelnemer de bidirectionele
intercomblokkering heeft ingeschakeld, wordt de functie niet
uitgevoerd.
Kiezen voor een ander toestel
H*51* Z (toestel-ID)
*Z(bestemmingsoproepnummer) #
U kan een kiesvoorbereiding voor een ander toestel uitvoeren.
Voer het toestel-ID van het toestel in, waarvoor u het kiezen wilt
uitvoeren. Voer vervolgens het oproepnummer in dat gebeld moet
worden. De volgende keer dat de deelnemer, wiens toestel-ID u
hebt ingevoerd, de hoorn opneemt (of, bij gebruik van een head-
set, de spreektoets van de headset indrukt), wordt het opgesla-
gen bestemmingsnummer automatisch gekozen. De programme-
ring blijft 30 seconden opgeslagen. Daarna wordt de
kiesvoorbereiding automatisch weer uitgeschakeld.
Terugbellen bij bezet
Als het (interne of externe) telefoonnummer van een deelnemer
die u opbelt, bezet is, kunt u een terugbelverzoek achterlaten.
(Dit geldt niet, als de bestemming een groepsnummer is). Zodra
de deelnemer zijn gesprek heeft beëindigd, gaat uw telefoon over.
Als u de hoorn opneemt, wordt de deelnemer opgebeld.
Deze eigenschap kan niet met een SIP-toestel worden gebruikt.
Terugbelverzoek achterlaten
G*37#
als alternatief:
G6h