4
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
13. De inhoud van flessen en potjes met
babyvoeding moet goed worden
geroerd of geschud en de temperatuur
moet vóór het gebruik worden
gecontroleerd om verbranding te
voorkomen.
14. Controleer altijd de temperatuur van
eten en drank dat/die in een magnetron
is verwarmd voor ze aan iemand te
geven, vooral aan kinderen of
bejaarden. Het is belangrijk want eten
en dranken die in een magnetron zijn
verwarmd, blijven warmer worden, ook
al worden ze in de magnetron niet
meer verwarmd.
15. Eieren in de schil en hele hardgekookte
eieren moeten in magnetrons niet
worden verwarmd want ze kunnen
exploderen, zelfs nadat de verwarming
in de magnetron ten einde is.
16. Het golfgeleiderdeksel altijd
schoonhouden. Veeg de binnenruimte
van de magnetron met een zacht
vochtig doekje schoon na elk gebruik.
Als u smeer of vet op het oppervlak laat
zitten kan die de volgende keer dat u
de oven gebruikt, oververhit raken, rook
afgeven of zelfs vlam vatten.
17. Nooit olie of vet voor de frituur
verwarmen omdat u de temperatuur
niet kunt controleren. Het kan
oververhitting en brand veroorzaken.
18. Vloeistoffen zoals water, koffie of thee
kunnen buiten het kookpunt oververhit
raken zonder dat ze lijken te koken
vanwege oppervlaktespanning van de
vloeistof. Als het glas of de kop uit de
magnetron is verwijderd, kunt u de
vloeistof niet altijd zien bobbelen of
koken. DIT KAN ERTOE LEIDEN DAT
HEEL HETE VLOEISTOFFEN
PLOTSELING GAAN OVERKOKEN
WANNEER EEN LEPEL OF ANDER
KEUKENGEREI IN DE VLOEISTOF
DOET.
Om het letselrisico te verlagen:
a) Laat de vloeistof niet oververhit
raken.
b) Roer de vloeistof vóór en in het
midden van het verwarmen
c) Gebruik geen rechtkantige flessen
met smalle halzen.
d) Na het verwarmen laat de vloeistof
een korte tijd in de magnetron staan
voordat u die verwijdert.
e) Wees uiterst voorzichtig bij het zetten
van een lepel of ander keukengerei
in de vloeistof.
19. Dit apparaat is niet bestemd voor
gebruik door mensen (inclusief
kinderen) met verminderd fysiek,
zintuiglijk of geestelijk vermogen of met
gebrek aan ervaring en kennis tenzij ze
onder toezicht staan of hun omtrent het
gebruik van het apparaat instructies zijn
gegeven door een persoon die voor
hun veiligheid verantwoordelijk is.
20. Kinderen moeten onder toezicht staan
zodat ze met het apparaat niet gaan
spelen.