3
AARDINGSINSTRUCTIES
Dit apparaat moet worden geaard. In geval van elektrische kortsluiting verkleint de aarding het risico van
elektrische schok door een ontsnappingsdraad voor de elektrische stroom te bieden. Dit apparaat is
voorzien van een kabel met een aardingsdraad en aardingsstekker. De stekker moet in een juist
geïnstalleerd en geaard stopcontact worden gestoken.
WAARSCHUWING : Onjuist gebruik van de aardingsstekker kan tot elektrische schok leiden. Raadpleeg
een bekwame elektromonteur of vakman als u de aardingsinstructies niet volledig
begrijpt of als er twijfel bestaat of het apparaat juist is geaard. Als gebruik van een
verlengkabel noodzakelijk is, gebruik alleen een 3-dradige verlengkabel die een 3-
bladige aardingsstekker heeft en een contactdoos met 3 geulen waar de stekker van
het apparaat in past. Het aangegeven maximumvermogen van de verlengkabel moet
gelijk zijn aan of groter dan dat van het apparaat.
INSTALLATIE
1. Ventilatie
Blokkeer de ventilatiesleuven niet. Als ze tijdens
de bediening worden geblokkeerd, kan de
magnetron oververhit raken en uiteindelijk een
storing veroorzaken. Voor een goede ventilatie
laat meer dan 7,62 cm ruimte vrij tussen de
kanten en de achterzijde van de magnetron. De
minimale vrije ruimte boven het ovenoppervlak
is 100mm.
2. Vaste en gelijke ondergrond
Deze magnetron moet op een vaste, gelijke
ondergrond worden geplaatst. Deze
magnetronoven is niet bestemd om ingebouwd
te worden.
3. Laat ruimte aan de kanten en achterzijde vrij
Alle ventilatiesleuven moeten vrij blijven. Als alle
sleuven tijdens de bediening afgedekt raken,
kan de magnetron oververhit worden en
uiteindelijk zal het een storing veroorzaken.
4. Uit de buurt van radio en televisie
Slechte televisieontvangst en radiostoringen
kunnen optreden als de magnetron dicht bij
televisie, radioantenne, voedingskabel enz.
staat. Plaats de magnetron er zo ver mogelijk
van.
5. Uit de buurt van verwarmingstoestellen en
waterkranen
Houd de magnetron uit de buurt van hete lucht,
stoom of spatten wanneer u de plaats ervoor
kiest. Anders kan het isolatiemateriaal worden
aangetast en treden er storingen op.
6. Stroomtoevoer
• Controleer uw lokale stroombron. Deze
magnetronoven werkt op een stroom van
ongeveer 11 ampère, 230V 50Hz.
• De stroomtoevoerkabel is ongeveer 0.8 meter
lang.
• De gebruikte voltage moet overeenkomen met
die aangegeven op deze magnetron. Het
gebruik van hogere voltage kan tot een brand
of ander ongeval leiden waardoor de
magnetron beschadigd raakt. Het gebruik van
lagere voltage verhoogt de kooktijd. Wij stellen
ons niet verantwoordelijk voor schade die uit
het gebruik van deze oven met een andere
voltage of ampèrezekering dan de
aangegeven voortvloeit.
• Indien de toevoerkabel is beschadigd moet die
worden vervangen door de producent of zijn
serviestechnicus of een gelijk bekwame
vakman om een gevaar te voorkomen.
7. Nadat u de magnetronoven hebt uitgepakt,
controleer die op beschadigingen zoals:
Een misgerichte deur, Gebroken deur, Een
deuk in de binnenruimte. Als u iets van het
bovengenoemde ziet, INSTALLEER DE OVEN
NIET en breng het verkooppunt onmiddellijk op
de hoogte.
8. Neem de magnetron niet in gebruik als die
kouder is dan de kamertemperatuur.
(Dit kan in geval van levering bij koud weer
voorkomen.) Laat de magnetron de
kamertemperatuur bereiken alvorens die te
bedienen.