21
ALGEMENE RICHTLIJNEN
Omdat het koken in een magnetron enigszins van het traditionele
koken verschilt, moeten de volgende algemene richtlijnen in acht
worden genomen wanneer u uw magnetronoven gebruikt.
Als het gerecht nog niet gaar is
Controleer of:
• U het correcte vermogensniveau hebt geselecteerd.
• De geselecteerde tijd voldoende is – de tijden worden in de
recepten bij benadering vermeld. Ze hangen van de
begintemperatuur, het gewicht en de dichtheid van het voedsel
enz. af.
• De vorm geschikt is.
Als het voedsel te lang is gekookt, d.w.z. uitgedroogd of
aangebrand
Voordat u weer gaat koken, overweeg of:
• Het vermogensniveau te hoog was.
• De ingestelde tijd te lang was – de tijden worden in de recepten bij
benadering vermeld.
Ze hangen van de begintemperatuur, het gewicht en de dichtheid
van het voedsel enz. af.
Punten om bij het ontdooien aan de denken
• De vorm van de verpakking beïnvloedt de ontdooiingtijd. Platte
rechthoekige pakketten ontdooien sneller dan een dik stuk. Scheid
stukjes van elkaar af als ze beginnen te ontdooien; losse sneden
ontdooien sneller.
• Bescherm voedselgedeeltes met kleine stukjes folie wanneer ze
warm beginnen te worden.
• Bij ontdooiing is het beter de levensmiddelen niet volledig te
ontdooien en het proces tijdens de rusttijd te laten aflopen.
De hoeveelheid levensmiddelen
Hoe meer levensmiddelen u wilt bereiden, des te langer duurt het.
De vuistregel is dat dubbele hoeveelheid levensmiddelen bijna twee
keer zoveel tijd nodig hebben. Als er voor één aardappel vier
minuten kooktijd nodig is, zijn ongeveer zeven minuten nodig om
twee aardappelen te koken.
Begintemperatuur van levensmiddelen
Hoe lager de temperatuur van de in de magnetron te koken
levensmiddelen is, des te langer worden ze gaar. Levensmiddelen
op kamertemperatuur worden sneller verwarmd dan levensmiddelen
uit de koelkast.
Samenstelling van het voedsel
Voedsel met een hoog gehalte van vet en suiker wordt sneller
verwarmd dan voedsel met een hoog watergehalte. Vet en suiker
zullen tijdens het kookproces dan ook een hogere temperatuur
bereiken dan water.
Hoe dichter het voedsel is hoe langer het zal verwarmen. "Heel
dichte” levensmiddelen zoals vlees worden langzamer verwarmd
dan lichter, poreuzer voedsel zoals lichte cakes.
Grootte en vorm
Kleinere stukjes koken sneller dan grotere; gelijkvormige stukjes
koken gelijkmatiger dan stukjes van onregelmatige vorm.
Bij voedsel met onregelmatige vorm, worden dunnere gedeeltes
sneller gaar dan de dikkere. Plaats de dunnere kippenvleugels en
–poten in het midden van de schaal.
Voedsel roeren en keren
Voedsel roeren en keren zijn technieken die zowel bij de traditionele
manier als bij het koken in een magnetron worden geprikt om de
hitte snel naar het midden van de schaal te verspreiden en te
voorkomen dat de buitenranden overgaar raken.
Het bedekken van voedsel helpt:
• Om spatten te verminderen
• Om kooktijden korter te maken
• Om vocht in het voedsel te bewaren
Alle bedekkingen die microgolven doorlaten, zijn geschikt – Zie
"Welke vormen zijn geschikt voor het gebruik in de oven?”
hierboven.
Druk in het voedsel vrijlaten
Sommige levensmiddelen zijn strak bedekt met een vel of vlies.
Zulke levensmiddelen moeten met een vork of cocktailprikker
worden geprikt om de druk vrij te laten en barsen te voorkomen,
omdat er tijdens het koken stoom binnen wordt geaccumuleerd. Dit
geldt voor aardappelen, kiplevers, worstjes, eierdooiers en sommige
soorten fruit.
Rusttijd
Laat het voedsel altijd een poosje rusten nadat het uit de oven is
gehaald. Rusttijd na het ontdooien, koken of verwarmen verbetert
altijd het resultaat omdat de temperatuur gelijkmatig door het
voedsel wordt verspreid.
Bij het koken in een magnetron, gaat het kookproces door zelfs
nadat de microgolfenergie uit is. Het voedsel wordt dan niet meer
door microgolven gekookt, maar door de conductie van de hoge
overblijvende hitte naar het midden van het voedsel.
De lengte van de rusttijd hangt van de hoeveelheid en dichtheid van
het voedsel af. Soms kan die zo kort zijn als de tijd die u nodig hebt
om het voedsel uit de oven te halen en op te dienen.
Maar bij grotere, dichtere levensmiddelen kan de rusttijd tot 10
minuten oplopen. Tijdens de rusttijd neemt de binnentemperatuur
van het voedsel met maar liefst 8°C toe, en het kookproces wordt
dan voltooid.
Voedsel verdelen
Dit wordt op meerdere manieren bij het koken in een magnetron
gedaan om een gelijkmatiger resultaat te bereiken.
Als u meerdere stukjes dezelfde levensmiddelen kookt, zoals
aardappelen in de schil, plaats ze in een ringpatroon
opdat ze gelijkmatig gaar worden. Bij het koken
van levensmiddelen met onregelmatige vormen of
dikte, plaats het kleinere of dunnere gedeelte naar
het midden van de schaal toe waar het laatst wordt
verhit.
Ongelijkvormige levensmiddelen zoals vis moeten met de staarten
naar het midden toe worden geplaatst.
Als u een gerecht in de koelkast gaat bewaren of
op te warmen voedsel op een bord legt, plaats
de dikkere, dichtere levensmiddelen naar de
buitenkant van het bord toe en de dunnere of
lichtere levensmiddelen in het midden.
Plaats dunne sneden vlees bovenaan elkaar of
vermeng ze. Dikkere stukken zoals gehaktbrood
en worstjes moeten dicht bij elkaar liggen. Jus of
saus moeten in een aparte vorm worden verwarmd.
Geef voorkeur aan een hoge smalle vorm i.p.v. een
lage brede vorm. Wanneer u jus, saus of soep
verwarmt, vul de schaal niet meer dan op 2/3.
Wanneer u een hele vis kookt of verwarmt, kerf het
vel in: dit voorkomt uitbarsten.
Bedek de staart en het hoofd met kleine stukjes
folie om te voorkomen dat ze overgaar raken.
Controleer dat de folie de ovenwanden niet
aanraakt.