genoeg om tijdens het trainen de elektroden
contact te laten houden met de huid, maar niet
zo strak dat normaal ademen wordt belemmerd.
De zender geeft de hartslag automatisch door aan
de monitor die zich niet verder dan één meter van
de borstband mag bevinden. Wanneer de zender
verder van de monitor verwijderd is, wordt het
signaal te zwak om te ontvangen.Let er ook op dat
niet meerdere personen met een borstband om,
binnen een straal van één meter rond de monitor
staan, want de monitor ontvangt dan van elke
elektrode een signaal en telt deze dan bij elkaar op.
Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft,
dat bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals
polyester of polyamide) statische electriciteit
veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan. Denkt u eraan dat mobiele
telefoons, een tv of andere electronische apparaten
een electromagnetisch
MONItOR
MONItOR
tOEtSEN
RESEt: Wist beschikbare waarden.Wanneer u deze
toets langer dan twee seconden ingedrukt houdt,
kunt u alle functies gelijktijdig op “nul” zetten,
ongeacht welke werkwijze ingesteld is op het
beeldscherm.
SEt: De toets Set dient om de waarden te
verstellen. Door op deze toets te drukken wordt
de instelling in één stap gewijzigd. Wanneer u
deze toets langer dan twee seconden ingedrukt
houdt, worden de waarden sneller verhoogd.
Dan opnieuw op de settoets drukken om te
stoppen.
MODE: Met de toets Mode verandert u de
weergave.
tRAINING
De monitor gaat aan door het indrukken van een
willekeurige toets van de monitor. Er kan direct
met de training begonnen worden. De training
kan ook begonnen worden met het instellen van de
streefwarden voor de training.
1. Snelheid
Tijdens de training wordt afwisselend het aantal
toeren per minuut of de snelheid in km/h getoond.
2. Tijdmeting (optellend)
De tijd die vanaf het begin van de training
verlopen is, wordt getoond. Het dubbelpunt (:)
knippert eenmaal per seconde, wanneer de tijd
tijdens de training gemeten wordt.
3. Tijdmeting (aftellend)
De nog resterende trainingstijd wordt aangegeven.
Door op de toets Mode te drukken wordt de
functie aangeschakeld. De waarden worden
ingesteld door de toets Set te bedienen. De
instelbare tijd bedraagt maximaal 99 minuten.
Het dubbelpunt (:) knippert eenmaal per seconde,
wanneer de tijd tijdens de training gemeten wordt.
Bij “00:00” weerklinkt een geluidssignaal.
4. Afstand (km/optellend)
De afstand die tijdens de training afgelegd wordt,
wordt getoond. Waarden van 0 – 99.5 kilometer
worden gemeten per 500 meter.
5. Afstand (km/aftellend)
Deze functie toont de nog af te leggen afstand.
Door op de toets Mode x 2 te drukken wordt
de functie aangeschakeld. De waarden worden
ingesteld door de toets Set te bedienen.
6. Calorieën
Het energieverbruik tijdens de training wordt
in kcal getoond. Door op de toets Mode x 3 te
drukken wordt de functie aangeschakeld. De
waarden worden ingesteld door de toets Set te
bedienen. Voor de omrekening in Joule gebruikt u
best de formule: 1 Kcal = 4,187 kJ. Bij dit toestel
wordt het energieverbruik op basis van gemiddelde
waarden berekend. Aangezien het vermogen
om energie te produceren (het zogenaamde
rendement), bij iedereen echter verschillend is,
kan het aangegeven energieverbruik onvermijdelijk
slechts een benadering van het daadwerkelijke
verbruik zijn.
7. Polsmeting
Door de oorsensor of de borstgordel (optioneel)
wordt de polsslag berekend. Het hartsymbool
knippert synchroon met de polsslag (van 30-
240 hartslagen per minuut). Het symbool
knippert enkel wanneer er een meting gebeurt.
Gelieve er rekening mee te houden dat de