toestel aan de binnenkant van de klok die gemonteerd is op de paal met de brander (zie tekening
fig. A2).
1 – Plaats "de voetplaat + de structuur" op de grond en verwijder de klokvormige gasflesbescher-
ming (2: Fig.3A) om de verdere montage gemakkelijker te laten verlopen.
2 – Bevestig het bovenste, "verstelbare" deel van de A-vormige structuur (1: Fig.6A en 6B) aan de
"vaste" structuur op de voetplaat. Bepaal hiervoor de gewenste hoogte ("lage" gasfles, A: Fig.6 of
"hoge" gasfles, B: Fig.6 en Fig. 13). Gebruik hiervoor de 4 moeren + de meegeleverde bouten (2:
Fig.6A en 6B).
3 – Plaats de gasfles op de voetplaat en zet ze vast door de riem (meegeleverd) eerst door de gaten in de
A-vormige structuur te steken en vervolgens rond de handvaten van de gasfles zelf te wikkelen (Fig.7).
4 – Monteer de drukregelaar (NIET meegeleverd, 2: Fig.8A en 6: Fig.5) op de gasfles conform de
plaatjes TECHNISCHE GEGEVENS en GASSOORT op het toestel.
5 – Koop een aansluitstuk en een rubberen aansluitslang die qua type en materiaal voldoen aan de
normen van het land van installatie (indien de meegeleverde exemplaren niet voldoen).
Op het eindstuk met schroefdraad van de snelkoppeling kan u:
IN GEVAL A (B1: Fig.8): (1/4” gas linksdraaiend, 5: Fig.8) de rubberen slang (2) voorzien van het
juiste aansluitstuk met schroefdraad (4) (NIET MEEGELEVERD) monteren (deze oplossing is toegela-
ten in de volgende landen: DUITSLAND, OOSTENRIJK EN LUXEMBURG).
IN GEVAL B (B2: Fig.8): (1/4” gas rechtsdraaiend, 5: Fig 8) het aangekochte slangaansluitstuk (4)
(indien het meegeleverde aansluitstuk niet voldoet) direct op het eindstuk met schroefdraad van de
snelkoppeling schroeven en daarna de rubberen slang (2) bevestigen met behulp van een daartoe
geschikte beugel (3) (maximumlengte = 1,5 m).
BELANGRIJK! Zorg ervoor dat het aansluitstuk en de rubberen slang die u apart gekocht hebt, vol-
doen aan de geldende normen van het land van installatie.
6 – Bevestig het onderste gedeelte van de aansluitslang met de drukregelaar aan de gasfles (3:
Fig.8A). Verbind het andere einde van de aansluitslang op het aansluitstuk van de snelkoppeling (4:
fig. 8B) (reeds gemonteerd op de A-vormige structuur) (NIET meegeleverd, B1 en B2: Fig.8).
7 – Controleer, voor u de aansluiting tot stand brengt, aan de hand van Tabel 1 of het noodzakelijk
is een gasdiafragma (meegeleverd) (1: Fig.8b) te plaatsen op de toevoeropening van de “snelkop-
peling” (enkel nodig voor OOSTENRIJK en DUITSLAND).
8 – Neem de "paal + brander" en steek ze, door ze lichtjes naar beneden te drukken (1: Fig.9A), in
het bovenste deel van de snelkoppeling op de voet tot u de klik van de blokkering hoort.
NOTA: Om de paal te demonteren, moet u de paal van de brander draaien tot de ontstekingsk-
nop (1: Fig.10A-1) samenvalt met de ontkoppelingsknop (2: Fig.10A-1) van de snelkoppeling van
de voet. Druk vervolgens op de ronde knop. Hierdoor ontkoppelt u de paal. Hef nu de paal met
beide handen op.
9 - Hel het toestel lichtjes over naar de kant met de wielen. Plaats de paraboolkap (2: Fig.11) op de
brander (3: Fig.11) en zet ze onmiddellijk vast met de meegeleverde ronde knop (1: Fig.11). Zet
tenslotte het toestel weer rechtop.
BELANGRIJK! Het volume van de ruimte waarin de warmtegenerator zal worden gebruikt, moet
minstens 20 m
3
per kW nominaal vermogen bedragen en moet voldoende verlucht worden. Indien u
de INFRÂ op maximaal vermogen wil gebruiken, moet u dus beschikken over een volume van 150
m
3
voor een INFRÂ Classic model, over een volume van 300 m
3
voor een INFRÂ Performant model.
BELANGRIJK! Plaats NOOIT het uiteinde van de snelkoppeling van de "paal + brander" op de
41
Barbecook INFRÂ