10
UNIVERSAL-5 60 / 65 / 70 / 75 / 80 / 85
3 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
3.1 INBOUW VAN DE INZETHAARD
Bij de inbouw van een inzethaard dienen plaatselijke en/of nationale voor-
schriften op het gebied van brandveiligheid nauwgezet opgevolgd te worden.
Raadpleeg in twijfelgevallen de afdeling brandpreventie van de plaatselijke
brandweer, vooral bij plaatsing in een woning met brandbare wanden en/of
vloeren.
Het is niet toegestaan om meerdere toestellen op één rookkanaal/schoorsteen
aan te sluiten.
3.2 ROOKKANAAL
Indien nog geen rookkanaal aanwezig is, laat dit dan uitsluitend door een
erkende specialist plaatsen. Het rookkanaal dient te voldoen aan plaatselijke
verordeningen en is belangrijk omdat het bepalend is voor de goede werking
van het toestel.
Enkele basisregels:
• Een open haard kanaal is niet per defi nitie geschikt voor een afsluitbaar
toestel (een toestel met deuren dus). Doordat een afgesloten toestel veel
minder (koude) lucht opzuigt, zijn de rookgassen heter. Laat nagaan of uw
kanaal voor een afsluitbaar toestel geschikt is.
• De uitmonding van de schoorsteen dient minstens 5 meter boven de
bovenzijde van de deuropening van uw toestel uit te steken.
• De schoorsteen dient minimaal 40 cm boven de nok van een schuin dak uit
te steken en minimaal 1 meter boven een plat dak. Kortom, in een drukloze
zône uitmonden. Neem contact op met de plaatselijke schoorsteenveger voor
de exacte bepaling van de schoorsteenuitmonding.
• De inwendige diameter mag nergens (ook niet bij de eindpijp) kleiner zijn dan
die van het toestel.
• Bochten zijn in principe uit den boze. De maximale afbuiging van de
doorgaande lijn is 45°.
• Zowel de afmetingen als de bouw dient aan uitgebreide bouwkundige
normen te voldoen. De erkende specialist is hiervan op de hoogte.
•
Neem contact op met uw brandverzekeringsfi rma, zodat uw polis in orde blijft.