Uw telefoon beschikt over
geavanceerde instelmogelijkheden
die u misschien zelden of
helemaal niet zult gebruiken.
Deze instellingen vindt u in het
menu ’Geavanceerd’ en ze
omvatten onder meer:
– oproepen doorverbinden… als
een oproep wordt
doorverbonden naar een andere
telefoon op dezelfde ISDN-
aansluiting wordt aan de oproep
een identificatienummer
toegewezen;
– het contrast van de display
instellen;
– gebruik met een telefoon-
centrale... voorkeuze voor
buitenlijn invoegen;
– Doorverbinden... ingesteld op
'Normaal' of op gebruik met
Telefooncentrale;
– versienummer uitlezen;
– alles wissen… hiermee wist u
alle namen en nummers uit het
Telefoonboek, de Nummer ID-
en Herkieslijsten en worden alle
instellingen gewist.
Oproepen identificeren alvorens
deze door te verbinden
Als u een oproep doorschakelt, wordt
automatisch een identificatienummer aan
die oproep toegewezen. Het
identificatienummer 1 is vooraf ingesteld
op uw BeoCom 3. Als u naast de BeoCom 3
nog andere ISDN-telefoons hebt die geen
gebruikmaken van identificatienummer 1
kan het nodig zijn om het nummer te
wijzigen.
Het contrast van de display
instellen
Als de tekst op de display moeilijk leesbaar
is, bijvoorbeeld door direct zonlicht, kunt u
het contrast van de display aanpassen. Er
zijn vijf verschillende mogelijkheden.
28
Menu
OK
OK
OK
OK
Druk op Menu om het
hoofdmenu te openen
Draai aan het wiel om
’Instellingen’ te zoeken en
druk op OK
Draai aan het wiel om
’Geavanceerd’ te zoeken en
druk op OK
Draai aan het wiel om
’Displaycontrast’ te zoeken en
druk op OK
Draai aan het wiel om het
contrast te kiezen
Druk op OK om de instelling
op te slaan
Geavanceerde instellingen