nl
7
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de
afwasautomaat zacht water, d.w.z. water
met weinig kalk nodig. Anders zetten zich
witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge
hardheidsgraad moet voor gebruik in de
afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt
worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout
in de wateronthardingsinstallatie van de
afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de
hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
(zie korte handleiding)
Onthardingszout toevoegen
Werking van het zout
Tijdens het afwassen wordt het zout
automatisch uit het zoutreservoir in
de wateronthardingsinstallatie gespoeld
waar de kalk wordt opgelost.
De kalkhoudende oplossing wordt uit
de afwasautomaat gepompt. Daarna
functioneert het onthardingssysteem weer.
Het regenereren functioneert alleen als het
zout in het water is opgelost.
De schroefdop van het voorraad-
reservoir
27 eraf draaien.
Voordat u het apparaat voor het eerst
in gebruik neemt: ca. 1 liter water in het
zoutreservoir gieten.
Hierna zoveel zou bijvullen (geen
tafelzout) tot het zoutreservoir vol
is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir
met zout vult, dan wordt het water
verdrongen en loopt weg. Om corrosie
te voorkomen moet het zout altijd direct
vóór het inschakelen van de
afwasautomaat bijgevuld worden.
Hiermee bereikt u dat de overlopende
zoutoplossing onmiddellijk wordt
verdund en uitgespoeld. Gebruik
hiervoor de meegeleverde maatbeker
(niet bij alle modellen).
Verwijder vervolgens de zoutresten
rond de vulopening en schroef het
reservoir dicht zonder het deksel
er schuin op te draaien.