12
2.1 PROGRAMMEREN VAN HET AXNET
2.1.1 CONFIGURATIE VAN HET NETWERK
Om de master te leren welke lezers in het netwerk zijn opgenomen dient u deze informatie in te voeren.
Dat gaat als volgt:
- Zet de master in de programmeerstand door het lokale paswoord in te toetsen.
- Toets #90.
- Toets <de adressen van de lezers die in het netwerk zijn opgenomen>.
- Toets #. De master keert terug naar de programmeerstand.
Voorbeeld: #90 12345 # Het netwerk bestaat uit 5 lezers met de adressen 1 t/m 5.
2.1.2 INVOEREN VAN HET SYSTEEM-PASWOORD
Om vanaf de master meer dan één lezer tegelijkertijd te kunnen programmeren dient u een speciaal
paswoord te programmeren. Dat gaat als volgt:
- Zet de master in de programmeerstand door het lokale paswoord in te toetsen.
- Toets #91.
- Toets een 6-cijferige code (het systeem-paswoord).
- Toets #. De master keert terug naar de normale stand.
Let op dat het paswoord nooit een code mag bevatten welke gelijk is aan een toegangscode die geldt op
de lezers die op de master zijn aangesloten.
000000 is niet toegestaan als paswoord.
Al het centrale programmeerwerk wordt nu gedaan met behulp van het systeem-paswoord. Als u
Kaart+Code als paswoord wilt gebruiken dient u het lokale paswoord te wijzigen in kaart+Code. Dit doet
u op de volgende manier;
- Zet het systeem in de programmeerstand door het systeem-paswoord in te toetsen.
- Toets #61.
- Toets een 6-cijferige code (het lokale paswoord) en haal uw programmeerkaart door de
lezer.
- Toets #. Het beveiligings-niveau van het systeem is nu verhoogd naar Kaart+Code.
Uw oude systeem-paswoord (code) zal nu nog werken in combinatie met de aangeboden programmeer-
kaart. Als u het systeempaswoord wilt wijzigen handelt u als volgt:
<systeem paswoord> <#91> <uw nieuwe systeem paswoord>.