29
7.1 Maximale aanvoertemperatuur instellen
Met parameter 1 kunt u de maximale aanvoertemperatuur
van de ketel instellen. Let op deze instelling wordt
begrensd door parameter 10.
7.2 Nadraaitijd pomp instellen
Met parameter 22 kunt u de nadraaitijd van de pomp
in het ketelcircuit instellen.
Met parameter 29 kunt u de nadraaitijd van een cv-boiler-
pomp die rechtstreeks verbonden is met de ketel instellen.
7.3 Vermogensinstelling bij boilers
Met parameter 30 kan het maximale aantal actieve
modules van de ketel opgegeven worden voor het indirect
verwarmen van de boiler. Het maximale vermogen van
elke module bedraagt 40 kW. U kunt deze regeling alleen
doen wanneer de boiler verwarmd wordt via de interne
ketelbesturing en niet via een externe regeling.
7.4 Modulatiegedrag
Met parameters 24 en 31 kan de snelheid waarmee het
vermogen wordt opgevoerd bij warmteaanvraag in de
verwarmingsmode en bij het verwarmen van de boiler
worden bepaald. U kunt de wachttijd voordat de volgende
module wordt ingeschakeld tussen 0,3 en 5 minuten
instellen.
8 INSPECTIE EN ONDERHOUD
Gevaar! Door spanningvoerende delen en
aansluitingen. Schakelt u het toestel uit door
de stekker uit het stopcontact te nemen,
voordat u aan het toestel gaat werken!
Gevaar! De aansluitklemmen van het toestel
blijven onder spanning wanneer de
netschakelaar van het toestel uitgeschakeld is.
Opmerking! Gebruik geen agressieve
vloeistoffen, schuur- of reinigingsmiddel die
het toestel of onderdelen ervan kunnen
beschadigen.
Opmerking! Alleen het gebruik van originele
onderdelen garandeert de CE conformiteit van
het AWB toestel.
8.1 Garantie
AWB staat er voor in dat dit hoogwaardige kwaliteits-
product vrij van fabricagefouten is.
Daarvoor geeft AWB op de ThermoSystem HRM een
garantie van 24 maanden op fabricagefouten en onder-
delen. Uitzondering hierop vormt de warmtewisselaar
waarvoor een garantieperiode geldt van 10 jaar.
Voor het overige zijn de garantiebepalingen conform de
garantiekaart (bijgesloten in de verpakking). Reparaties en
onderhoud tijdens de garantieperiode mogen enkel uit-
gevoerd worden door een erkende installateur. Inspectie en
onderhoud dient minimaal eenmaal per twee jaar uit-
gevoerd te worden conform de geldende AMVB, bij
toestellen > 120 kW. Voor toestellen < 120 kW is het raad-
zaam om dezelfde interval aan te houden.
Periodiek onderhoud, inspectie en inbedrijfstelling dient
voor toestellen > 120 kW te gebeuren door een (SCIOS)
gecertificeerde installateur.
De garantie op het toestel vervalt indien:
- onderhoud, reparatie of wijzigingen zijn gepleegd aan
het toestel of installatie door niet erkende onderhouds-
monteurs of installateurs;
- in of aan het toestel sporen van oneigenlijk gebruik
zichtbaar zijn;
- schade ontstaan door of tijdens transport.
8.2 Aansprakelijkheid
Het toestel is ontworpen om te functioneren in een
centraal verwarmingssysteem. Voor schade of letsel welke
voortvloeit uit het oneigenlijk gebruik van het toestel kan
de fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden.
Voorts is de fabrikant niet aansprakelijk voor schade of
letsel welke het gevolg is van het niet opvolgen van de
veiligheid-, bediening-, onderhoud- en installatie-instructies
zoals aangegeven in dit installatievoorschrift.
8.3 Weergave van de bedrijfsuren
Deze mode is enkel toegankelijk via de servicecode.
De bedrijfsuren van alle modules worden weergegeven.
Het nummer van de brander en het totaal aantal bedrijfs-
uren van een bepaalde module worden knipperend op
het scherm weergegeven (in uur).
Weergave op het scherm:
x.xxx = 0 tot 9.999 uren,
xx.xx = 10.000 tot 99.990 uren
xxx.x = 100.000 tot 999.900 uren.
Enkele voorbeelden:
1.234 = 1.234 uren
12.34 = 12.340 uren