32
• Installeer de kamerthermostaat niet boven
een fornuis dat het zou kunnen beschadigen
(bijv. boven een fornuis waar stoom of hitte
vanaf komt) of in een ruimte waar aggres-
sieve stoffen kunnen voorkomen.
• De kamerthermostaat moet geïnstalleerd
worden in een ruimte waar geen vorst kan
optreden. Neem de noodzakelijke voorzorgs-
maatregelen.
• Installeer de kamerthermostaat op zodanige
wijze dat een optimale meting van de om-
gevingstemperatuur gegarandeerd is.
Plaats het:
- op de binnenwand van de woonkamer van
het huis
- ongeveer 1,5 meter boven de grond
3 LOCATIE VAN DE KAMERTHERMOSTAAT
Plaats de kamerthermostaat niet:
- bij warmtebron zoals radiatoren, TV’s,
in het zonlicht etc.
- op koude muren
- tussen meubels, achter gordijnen of
andere objecten die de meting van de
omgevingstemperatuur in de kamer
kunnen belemmeren
- dicht bij plekken waar tocht van ramen of
deuren aanwezig is.
Geef de huiseigenaar uitleg over deze eisen.