6113
13
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/30
Next page
INDeX 9.1
Handleiding 2010
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Page 2 - Contents
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Inleiding .......................................................................3
Functies van het 2010 toestel .....................................4
Bellen...........................................................................6
Speeddial nummers ....................................................8
Pincode en kostenplaatsen .........................................9
Bezet of geen antwoord ............................................10
Mogelijkheden tijdens een gesprek...........................12
Oproepen beantwoorden ..........................................14
Gesprekken doorverbinden, parkeren & in de
wachtstand zetten .....................................................17
Oproepen omleiden...................................................19
Belfuncties .................................................................21
Toestelinstellingen.....................................................23
Voice Manager ..........................................................25
Goed telefoongebruik ................................................27
Verklarende woordenlijst...........................................28
Index..........................................................................29
Inhoud
Inleiding – Page 3
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Inleiding
Hoe deze handleiding te gebruiken
Deze handleiding is bedoeld voor het INDeX 2010 toestel welke onderdeel uitmaakt
van uw
INDeX
-telefoon systeem dat met
SOFTWARE VERSIE 9.1
werkt. Uw
systeembeheerder kan u vertellen met welke softwareversie uw systeem werkt. Op
het label aan de onderkant van het toestel kunt u zien om welk type toestel het
gaat.
Deze handleiding behandelt de meeste functies die door het INDeX 2010 toestel
worden ondersteund, het is mogelijk, dat u met uw toestel niet alle beschikbare
functies kunt gebruiken. Neem contact op met uw systeembeheerder als u niet
weet welke functies u kunt gebruiken.
Netwerkfuncties:
Uw telefoonsysteem kan deel uitmaken van een netwerk met meerdere locaties.
Wellicht behandelt uw systeem een netwerkgesprek als intern gesprek en biedt
dezelfde functies. Dit is echter afhankelijk van het type netwerkverbinding en het
systeem type aan de andere kant van de verbinding. Sommige verbindingen
kunnen naar andere systemen leiden dan een INDeX telefoonsysteem.
Meer hulp
Zoek in alle gevallen eerst ondersteuning bij uw systeembeheerder. Indien nodig
zal de hulp van een technicus worden ingeroepen.
Systeembeheerder:
op toestelnummer:
Deze handleiding is ook in verschillende computerformaten beschikbaar. Neem
voor kopieën contact op met uw systeembeheerder of download ze van de internet
site http://www.sdxplc.com
Page 4 - Functies van het 2010 toestel
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Functies van het 2010 toestel
Inleiding tot het 2010 toestel
De onderstaande figuur toont de belangrijkste functies van een INDeX 2010 toestel.
Het systeem ondersteunt een aantal overige toesteltypen voor verschillende
toepassingen en gebruiksmogelijkheden (zie Verklarende woordenlijst
op pagina 28).
Handsfree (Speaker) & Answer Release
Alle INDeX toestellen hebben de mogelijk te kiezen en de oproep te beluisteren
zonder gebruik te maken van de hoorn (bekend als "on-hook dialling").
Indien beantwoord, kunt u het gesprek voortzetten zonder de hoorn te gebruiken,
d.w.z. handsfree. Tijdens een gesprek kunt u kiezen tussen handsfree of middels
gebruik te maken van de hoorn.
Het indrukken van
ANSWER RELEASE
heeft hetzelfde effect als het opnemen of
terugleggen van de hoorn
Toestelfunctie wachtwoord
Een aantal functies van het 2010 toestel zijn beveiligd middels een wachtwoord. Dit
is te herkennen aan een dubbele toon. De systeembeheerder kan deze verplichting
uitschakelen. Als dit het geval is, kunnen met uitzondering van functies voor voice-
mail, instructies voor het invoeren van een wachtwoord worden genegeerd.
Functies van het 2010 toestel – Page 5
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Toesteltonen & belsignalen
De INDeX 2010 gebruikt verschillende tonen en belsignalen om onderscheid te
kunnen maken tussen oproepen en overige gebeurtenissen. Hierna volgt een
voorbeeld. U kunt het belvolume en geluid wijzigen, in- en uitschakelen, etc. (zie
pagina 21).
Inkomende gesprekken:
Herhaald enkel belsignaal:
Intern gesprek.
Herhaald dubbel belsignaal:
Extern gesprek.
Herhaald drievoudig belsignaal:
Systeemalarm.
Enkele toon:
Intercomoproep (zie pagina 14).
Tijdens gesprekken:
Drie tonen:
Voer een PIN- of kostenplaatscode in (zie pagina 9).
Herhaalde dubbele toon:
U hebt de wachtstand ingesteld (zie pagina 11).
Herhaalde enkele toon:
Een ander toestelnummer wil inbreken of heeft in uw
gesprek ingebroken.
Uitgaande gesprekken:
Kiestoon:
Kies een nummer.
Onderbroken kiestoon:
Toestel staat op omleiden of niet storen (zie pagina
19).
Herhaalde toon:
Nummer bezet.
Drievoudige toon:
Oproep wordt omgeleid naar extern nummer.
Aanhoudende toon:
Opgeroepen nummer is onbereikbaar of op 'niet storen'
ingesteld. Toestel is vergrendeld of geblokkeerd.
Toestellampje
De INDeX 2010 gebruikt het lampje (net boven de
SPEAKER
-toets) om oproepen
en berichten te melden.
Snel knipperend lampje:
Gesprek in wachtstand, zie pagina .
Lampje aan:
Bericht, zie pagina .
Herhaald dubbel knipperend:
Extern gesprek.
Herhaald enkel knipperend:
Intern gesprek.
Page 6 - Bellen
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Bellen
Opmerkingen over bellen
Met uw INDeX 2010 kunt u heel eenvoudig en snel nummers kiezen. Om het
kiezen te vereenvoudigen, kan het systeem voor alle toestelnummers enkele
honderden speeddials opslaan (zie pagina 8). U kunt ook uw eigen veelgebruikte
nummers opslaan als speeddial nummers.
Oproepblokkering
Het systeem kan u beperken in het kiezen van bepaalde nummers of type
nummers, bijv. nationaal of internationaal. Wanneer het systeem in de nachtstand
staat zullen er over het algemeen andere blokkeringregels van toepassing zijn.
De oproepblokkering kan ook afhankelijk zijn van tijd, datum en dag van de week.
Omdat de instellingen van de oproepblokkering voor elke locatie verschillen, kan
deze handleiding niet gedetailleerd op de gevolgen ingaan.
Extern bellen
Het systeem kan de oproepblokkering op sommige of alle externe nummers
toepassen. U kunt uw INDeX 2010 ook zelf vergrendelen (zie pagina23) of
blokkeren door een verkeerd wachtwoord in te voeren.
Een extern nummer kiezen:
1. Kies
0
(uw systeembeheerder informeert u als u een ander nummer nodig hebt).
2. Als de 2010 drie tonen geeft, is er een pincode of kostenplaats nodig voordat
het gesprek wordt toegestaan.
3. Kies het externe telefoonnummer.
4. Als er wordt beantwoord, pakt u de hoorn op of gaat handsfree verder.
5. Tijdens het bellen kunt u:
6. Het gesprek parkeren, in de wachtstand zetten of doorverbinden (zie pagina 17).
7. Diverse andere acties ondernemen.
8. Om te beëindigen, drukt u op
ANSWER RELEASE
of legt de hoorn terug.
Het laatste gebruikte externe nummer opnieuw kiezen:
1. Druk op
REDIAL
om het laatst gebruikte nummer te kiezen (inclusief speeddial
nummers).
Bellen – Page 7
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Intern bellen
Onderstaande methode gaat uit van normaal kiezen voor interne oproepen.
Een intern nummer kiezen:
1. Kies het toestelnummer. Een drievoudige toon betekent, dat het opgeroepen
toestelnummer oproepen naar een extern nummer omleidt.
2. Indien onbeantwoord, biedt de 2010 de opties te wachten of een bericht achter
te laten (zie pagina 10).
3. Als wordt geantwoord, pakt u de hoorn op of gaat handsfree verder. Tijdens het
gesprek ondersteunt de 2010 vele andere acties (zie pagina 12 ).
4. Om te beëindigen, drukt u op
ANSWER RELEASE
of legt de hoorn terug.
Via de intercom bellen
U kunt elk INDeX-toestel of groep van toestellen via de intercom bellen. Zonder iets
te doen, kunnen ze de oproep horen, maar u kunt hen niet horen. Eventueel kan de
intercomoproep in een normaal gesprek worden omgezet (zie pagina 14). Als het
via de intercom gebelde toestel wordt omgeleid, wordt de intercomoproep ook
omgeleid (niet voor groepsintercom-oproepen).
Een toestel of groep via de intercom bellen:
1. Druk op
FEATURE, 4.
2. Pak de hoorn op of ga handsfree verder.
3. Kies het toestelnummer of groepsnummer.
4. Als het toestelnummer bezet is of op 'niet storen' is ingesteld, kunt u wachten of
een bericht achterlaten.
5. Voer het gesprek en beëindig met
ANSWER RELEASE
of leg de hoorn op.
Page 8 - Speeddial nummers
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Speeddial nummers
Speeddial nummers gebruiken
Het systeem kan zowel telefoonnummers als speeddial nummers opslaan. U kunt
deze nummers dan bellen door het speeddial nummer te kiezen.
Speeddial nummers:
Alle toestelnummers kunnen hiervan gebruikmaken,
echter kan deze gedeeltelijk afgeschermd zijn. Vraag uw systeembeheerder om
een lijst.
Persoonlijke speeddial nummers:
U kunt max. 10 speeddial nummers voor
eigen gebruik opslaan (zie hierna).
Een speeddial nummer gebruiken:
1. Druk op
SPEED DIAL
en vervolgens op het speeddial nummer (00 tot 09 voor
persoonlijke speeddial nummers en 100-899 en 9000- 9999 voor
systeemspeeddial nummers).
2. Als de 2010 drie tonen geeft, is een er pincode of kostenplaats nodig voordat
het gesprek wordt toegestaan.
3. Ga door als bij een normale externe oproep.
Persoonlijke speeddial nummers opslaan
Om een extern nummer op te slaan als speeddial toetst u dan eerst een
0
, dit is het
normale nummer om een buitenlijn te kiezen. Uw systeembeheerder zal u
informeren als u een ander nummer aan externe nummers vooraf moet laten gaan.
Een persoonlijk speeddial nummer opslaan:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Druk op
SPEED DIAL
.
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. Kies
om opnieuw in te voeren als u
een fout maakte.
4.
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd. Geef het wachtwoord
opnieuw of druk op
FEATURE
om te stoppen.
5.
Enkel belsignaal:
Wachtwoord geaccepteerd. Kies het nummer van het
opgeslagen, persoonlijke speeddial nummer (0 tot 9).
6.
Dubbel belsignaal:
De 2010 heeft een nummer ingesteld. Kies
om dit te
annuleren of kies een nieuw nummer (voorafgegaan door een
0
indien extern)
gevolgd door
#
.
7.
Enkel belsignaal:
De 2010 heeft geen nummer ingesteld. Kies een nieuw
nummer (voorafgegaan door een
0
indien extern) gevolgd door
#
of druk op
FEATURE
om te stoppen.
8.
Laag dubbel belsignaal:
Ingevoerd nummer ongeldig. Herhaal bovenstaande
stap of druk op
FEATURE
om te stoppen.
9.
Korte pieptoon:
Kies een functie of druk op
FEATURE
om te voltooien.
Pincode en kostenplaatsen – Page 9
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Pincode en kostenplaatsen
Verplichte invoer kostenplaatscode
Als u tijdens een externe oproep drie tonen hoort, moet u een pincode of
kostenplaats invoeren (zie hierna) om door te kunnen gaan. Het INDeX systeem
controleert elke code voordat een gesprek wordt toegestaan. U kunt ook op elk
moment tijdens het telefoneren een kostenplaatscode invoeren.
Het systeem kan max. 400 12-cijferige codes opslaan. Vraag uw
systeembeheerder om een lijst met geldige codes.
Een verplichte kostenplaatscode invoeren:
1. Kies een kostenplaatscode. Als u een fout maakt, drukt u op
FEATURE, 6, 4
om
opnieuw te beginnen.
2. Als u de volledige code hebt ingevoerd, drukt u op
FEATURE,
#
.
3. Als u hoort, dat de drie tonen worden herhaald, heeft het systeem de
kostenplaatscode niet herkend. Herhaal bovenstaande stappen of druk op
ANSWER RELEASE
om de oproep te beëindigen.
4. Als de tonen niet meer worden herhaald, kunt u doorgaan met telefoneren.
Verplichte invoer Pincode
Als u tijdens een externe oproep drie tonen hoort, moet u een Pincode of
kostenplaats invoeren (zie hierboven) om door te kunnen gaan. Informeer bij uw
systeembeheerder. Het INDeX systeem controleert elke code aan de hand van de
codelijst voordat een gesprek wordt toegestaan. De Pincode die u gebruikt, is
bepalend voor de eventuele oproepblokkering en de toestelstatus voor dat gesprek.
Het systeem slaat max. 400 pincodes met max. 6 cijfers op. Vraag uw
systeembeheerder om een lijst met geldige pincodes.
Een Pincode invoeren:
1. Kies uw pincode. Als u denkt een fout te hebben gemaakt, kiest u om het
laatst ingevoerde cijfer te wissen.
2. Als u uw pincode hebt ingevoerd, kiest u
#
.
3. Als u een aanhoudende toon hoort, heeft het systeem de code niet herkend.
Druk op
ANSWER RELEASE
om de oproep te beëindigen.
4. Als de drie tonen niet meer worden herhaald, kunt u het telefoneren als
gebruikelijk voortzetten.
Roaming Pin’s
U kunt pincodes gebruiken om de ingestelde oproepblokkering voor het toestel
waarmee u belt op te heffen. Als de pincode juist is ingevoerd, kunt u het externe
nummer direct draaien zonder de buitenlijn toegangscode.
Een roaming Pin gebruiken:
1. Kies
#
. De 2010 geeft drie tonen. Voer uw Pin op dezelfde wijze in als de Pin
voor verplichte invoer
Page 10 - Bezet of geen antwoord
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Bezet of geen antwoord
Indien bezet of geen antwoord
Uw 2010-toestel kent diverse manieren om verbinding te maken met een nummer
dat bezet is, niet beantwoordt of op 'niet storen' is ingesteld. Deze opties gelden
voor een normale en omgeleide oproep en een intercomoproep.
Een bericht achterlaten:
(Zie pagina 11)
Activeert het lampje van het opgeroepen toestel. Het slaat ook uw nummer op
als een bericht om te antwoorden.
Terugbellen:
(Zie hierna)
Uw toestel gaat over als het opgeroepen toestel vrijkomt of gebruikt is.
Aankloppen:
(Zie pagina 11)
Activeert het lampje van het toestel om te waarschuwen dat u wacht. Tevens
worden andere oproepen beëindigd die u onderbreken.
Inbreken:
(Zie pagina 11)
Forceert een conferentie tussen u en het bestaande gesprek is.
Terugbelactie instellen
Als het aangeroepen toestel belt of bezet is, kunt u terug bellen activeren. Als dat
toestel vrijkomt of gebruikt is, gaat uw toestel over. Als u opneemt, gaat bij de
andere gebruiker het toestel over. Na het instellen van deze terugbelactie kunt u
andere gesprekken voeren, u wordt echter niet teruggebeld als u in gesprek bent. U
kunt per keer slechts één toestelnummer terug laten bellen.
De bel time-out bepaalt hoe lang uw toestel wordt teruggebeld voordat wordt
geannuleerd (zie pagina 21). Het systeem annuleert ook elke terugbelactie die niet
binnen een bepaalde periode heeft plaatsgevonden (standaard 2 uur).
Terugbelactie instellen: (toestel is bezet of antwoordt niet)
1. Druk op
FEATURE, 2.
2. Het systeem beëindigt uw oproep (tenzij u al een terugbelactie hebt ingesteld).
3. Terwijl u wacht, kunt u bellen en gebeld worden.
Terugbelactie annuleren:
1. Druk weer op
FEATURE, 2
Bezet of geen antwoord – Page 11
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Een bericht achterlaten:
Als het toestelnummer dat u belt een berichtlampje heeft, kunt u een bericht
achterlaten (zie hierna). Hierdoor wordt het toestellampje geactiveerd en uw
nummer opgeslagen om terug te bellen. Als uw oproep wordt omgeleid, gaat het
bericht naar het toestel dat u het eerst belde.
Een bericht achterlaten:
1. Druk op
FEATURE, 1.
2. Uw oproep wordt beëindigt, tenzij het toestel dat u belt de limiet van vijf
opgeslagen berichten al heeft bereikt.
Aankloppen en wachten
Als het toestel dat u belt bezet is, kunt u 'aankloppen' en wachten. Hierbij knippert
het lampje op het toestel dat bezet is. Als het toestel dat bezet is een geschikt
toestel met display heeft, kan het uw naam, nummer aflezen. Als u het aankloppen
heeft geactiveerd, kunt u niet bellen of gebeld worden. Uw 2010-toestel geeft
regelmatig tonen om u eraan te herinneren dat u aanklopt.
Aankloppen bij een bezet toestel:
1. Druk op
FEATURE, 3.
2. Druk eerst op
SPEAKER
om de hoorn terug te leggen zonder het aankloppen te
annuleren.
3. Druk op
ANSWER RELEASE
om het aankloppen te beëindigen.
Inbreken
Sommige toestellen in het systeem kunnen bij gesprekken inbreken. Na het
inbreken geeft het systeem regelmatige, waarschuwende tonen. Uw
systeembeheerder bepaalt, welke toestellen kunnen inbreken en bij welke
toestellen kan worden ingebroken.
In een gesprek inbreken:
1. Druk op
FEATURE, 6,0.
2. Tijdens een korte pauze horen u en de overige partijen diverse korte pieptonen.
3. Na het inbreken geeft het systeem regelmatige pieptonen.
Page 12 - Mogelijkheden tijdens een gesprek
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Mogelijkheden tijdens een gesprek
Algemeen
Het systeem voorziet in een aantal acties die u tijdens een gesprek kunt
ondernemen. Deze zijn aanvullend op de functies doorverbinden, in de wachtstand
zetten en parkeren.
Gespreksvolume wijzigen
Tijdens het gesprek kunt u het geluidsvolume wijzigen. De 2010 heeft afzonderlijke
volumes voor de speaker en de hoorn
Gespreksvolume wijzigen:
1. Druk tijdens het gesprek op
FEATURE,
7,
0
(als u geen gesprek voert, drukt u
eerst op
ANSWER RELEASE
).
2. Kies
1
(laag),
2
(gemiddeld-laag),
3
(gemiddeld-hoog) of
4
(hoog).
3. Herhaal deze procedure om het volume weer te wijzigen.
Op handsfree schakelen
U kunt tussen handsfree (speaker) en de hoorn schakelen zonder het gesprek te
onderbreken.
Van de hoorn naar de speaker overschakelen:
1. Druk op
SPEAKER
.
2. U kunt de hoorn terugleggen zonder het gesprek te beëindigen.
Vrijwillige kostenplaatsen invoeren
Tijdens elk extern gesprek kunt u een kostenplaatscode invoeren. Als het systeem
het gesprek in een logbestand registreert zal de kostenplaatscode hierbij
verschijnen. Het systeem controleert de code aan de hand van de opgeslagen
codes. Vraag uw systeembeheerder om een lijst met geldige codes.
Een vrijwillige kostenplaats code invoeren:
1. Druk tijdens het gesprek op
FEATURE, 6, 3.
2. Kies de kostenplaatscode. Als u een fout maakt, drukt u op
FEATURE, 6, 3
om
een nieuwe invoer te starten.
3. Als u de volledige kostenplaatscode heeft ingevoerd, drukt u op
FEATURE,
#
.
De 2010 geeft niet aan of de kostenplaatscode werd geaccepteerd of
geweigerd.
Mogelijkheden tijdens een gesprek – Page 13
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Terugbellen
Uw telefoonsysteem kan via een vaste lijn (huurlijn) met een ander telefoonsysteem
zijn verbonden. Als dit het geval is, kunt u soms opnieuw moeten bellen (uw
systeembeheerder kan u adviseren).
Kies voor terugbellen (recall):
1.
FEATURE,
6,
.
Telefonisch vergaderen
Tijdens een gesprek kunt u bellers toevoegen om telefonisch te vergaderen (max.
64 gesprekken!). Als uw telefooncentrale digitale lijnen gebruikt, kunt u meerdere
lijnen voor een vergadering bijeenbrengen. Als uw telefooncentrale echter andere
lijnen gebruikt, kunt u slechts één lijn voor een vergadering betrekken. Informeer bij
uw systeembeheerder.
Telefonische vergadering starten of eraan toevoegen:
1. Druk op
HOLD
om uw huidige gesprek (of vergadering) in de wachtstand te
zetten.
2. Kies het nummer van de persoon die u aan het gesprek wilt laten deelnemen.
3. Indien beantwoord, vraagt u of men aan de vergadering wil deelnemen.
Indien "ja", drukt u op
FEATURE,5.
Indien "nee", drukt u op
HOLD
.
4. Indien onbeantwoord, drukt u op
HOLD
om terug te keren naar het eerste
gesprek.
De telefonische vergadering verlaten:
1. Druk op
ANSWER RELEASE
. Als slechts twee bellers overblijven, wordt de
conferentie een normaal gesprek.
Alle telefonisch vergaderende partijen parkeren:
(zie pagina 17)
1. Druk op
FEATURE,
7,
.
Een drie-partijen vergadering delen:
1. Druk op
FEATURE 6,1
om een beller in de wachtstand te zetten en met de
andere partij het gesprek voort te zetten.
2. Druk op
HOLD
om tussen de partijen te schakelen.
Page 14 - Oproepen beantwoorden
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Oproepen beantwoorden
Normale oproepen beantwoorden
Als oproepen binnenkomen, geeft het toestellampje een periodiek dubbel
lichtsignaal.Voor externe oproepen een periodiek enkel lichtsignaal voor interne
oproepen. Indien ingeschakeld, geeft de bel met een herhaald enkel of dubbel
belsignaal ook het type oproep aan.
De oproep beantwoorden:
1. Druk op
ANSWER RELEASE
of pak de hoorn op.
2. Tijdens het telefoneren kunt u vele acties ondernemen (zie pagina 12 ).
3. Om te beëindigen, druk op
ANSWER RELEASE
of leg de hoorn terug.
Een intercomoproep beantwoorden
Als iemand uw 2010 of een groep waartoe deze behoort (uw 2010 hoeft niet tot een
groep te behoren) via de intercom oproept, volgt de intercomoproep na een attentie
toon. U kunt de intercomoproep horen, maar men kan u niet horen. Als u een
intercomoproep beantwoordt, wordt dit een normaal gesprek.
Intercomoproep beantwoorden:
1. Druk op
ANSWER RELEASE
.
2. Pak de hoorn op of voer het gesprek handsfree.
Deze functie kan voor het gehele systeem worden uitgeschakeld.
Een wachtende oproep beantwoorden
Een snel knipperend lampje tijdens een telefoongesprek betekent, dat iemand bij
uw 2010 'aanklopt' (zie pagina ).
Een wachtende oproep beantwoorden:
1. Parkeer (druk op
FEATURE 7
, ) of beëindig (druk op
ANSWER RELEASE
)
uw huidige gesprek.
2. De wachtende oproep laat de bel van uw 2010 overgaan. Druk op
ANSWER
RELEASE
en ga door als bij een normaal gesprek.
Oproepen beantwoorden – Page 15
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Een bericht beantwoorden
Andere toestellen kunnen hun nummer op uw 2010 achterlaten (zie pagina 11 ).
Uw 2010 kan vijf van dergelijke berichten opslaan. Als u een bericht hebt, gaat het
lampje op de 2010 aan. Als uw systeem over een Voice Manager beschikt, gaat het
lampje op de 2010 aan als u nieuw voicemail bericht heeft (zie pagina 25)
Een bericht beantwoorden:
1. Druk op
FEATURE, 0,
zonder de hoorn op te nemen.
Een bericht annuleren:
1. Druk op
FEATURE 6,4,
zonder de hoorn op te nemen.
Een terugbelactie beantwoorden
U kunt uzelf terug laten bellen door een bezet of niet antwoordend toestel (zie
pagina 10 ). Als het terugbellen plaatsvindt, gaat uw 2010 over. Als u opneemt,
gaat het andere toestel over. Als u niet opneemt, wordt na enige tijd het terugbellen
geannuleerd.
Terugbelactie annuleren:
1. Druk op elk moment op
FEATURE,
2
om de terugbelactie te annuleren.
Alarmen - drievoudig belsignaal, muziek of
opgenomen bericht
De systeembeheerder kan systeemalarmen instellen om een groep op te roepen
waartoe uw toestel behoort. Om een groepsalarm te ontvangen, hoeft uw toestel
niet tot een groep te behoren. Het alarm kan bestaan uit een drievoudig periodiek
belsignaal, muziek of een opgenomen bericht.
Een alarmoproep beantwoorden:
1. Druk op
ANSWER RELEASE
.
Page 16 - Oproepen beantwoorden
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Andere toestellen beantwoorden - oproep oppakken
U kunt een binnenkomende
externe
oproep voor elk toestel oppakken. Bovendien
kan uw INDeX 2010 een groeps-oppaknummer (call pick-up) opslaan (zie hierna).
U kunt dan
externe
oproepen voor elk toestel in de groep oppakken.
Elk rinkelend toestel oppakken:
1. Druk op
ANSWER RELEASE
, druk op
FEATURE, 9
en kies het nummer van
het rinkelende toestel.
2. Pak de hoorn op of ga handsfree verder.
Elk rinkelend toestel in een groep oppakken:
1. Druk zonder de hoorn op te nemen op
FEATURE 9
en
ANSWER RELEASE
om
het toestel dat het langst overgaat, op te pakken.
2. Pak de hoorn op of ga handsfree verder.
De 2010 instellen voor oppakgroep:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
4, 2
(oppakgroep).
3.
Dubbele toon:
Geef uw wachtwoord op (kies
om opnieuw in te voeren als u
een fout maakte). U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet herkend.
Geef het wachtwoord opnieuw of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Dubbel belsignaal:
De 2010 heeft een nummer voor oppakken ingesteld.
Kies
om te annuleren of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Enkel belsignaal:
De 2010 heeft geen nummer voor oppakken ingesteld.
Druk op
FEATURE
om te stoppen of kies een nieuw groepsnummer en druk
vervolgens op
#
.
U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Ingevoerd nummer ongeldig.
Druk op
FEATURE
om te stoppen of kies een nieuw nummer en druk
vervolgens op
#
.
Korte pieptoon:
Nummer ingesteld.
Kies een andere functie of druk op
FEATURE
om de programmering te
beëindigen.
Gesprekken doorverbinden, parkeren & in de wachtstand zetten – Page 17
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Gesprekken doorverbinden,
parkeren & in de wachtstand zetten
Het gebruik van doorverbinden, parkeren & in de
wachtstand zetten
Nadat u een oproep heeft beantwoordt, kunt u deze in de wachtstand zetten of
doorverbinden. U kunt ook ruggespraak houden en vervolgens tussen gesprekken
schakelen. U kunt een gesprek in de wachtstand zetten (dat u alleen vanaf uw
toestel kunt terughalen) of parkeren (dat andere toestellen van de locatie kunnen
ophalen). Bedenk, dat gesprekken die naar een toestel zijn doorverbonden dat
omgeleid is, deze omleiding net als bij normale oproepen volgen.
Gesprekken doorverbinden
U kunt een gesprek doorverbinden naar een toestel waarvan de bel overgaat of dat
een bezettoon geeft. Als het gesprek te lang onbeantwoord blijft, kan het gesprek
op uw toestel terugkomen.
Een gesprek doorverbinden met hold:
1. Druk op
HOLD
om uw huidige gesprek in de wachtstand te zetten (druk niet op
ANSWER RELEASE
of leg de hoorn niet terug, omdat hiermee het gesprek
wordt geparkeerd, om het gesprek daarna te halen, drukt u op
FEATURE,
7,
#
).
2. Kies het toestelnummer waarnaar u het gesprek wilt doorverbinden.
3. Voor een
aangekondigde doorverbinding
wacht u tot de oproep wordt
beantwoord.
Als u toestemming krijgt om het gesprek door te verbinden, drukt u op
ANSWER RELEASE.
Indien onbeantwoord of als u geen toestemming krijgt om het gesprek door
te verbinden, drukt u op
HOLD
om het eerste gesprek terug te halen.
4. Voor een onaangekondigde doorverbinding drukt u op
ANSWER RELEASE
.
Gesprekken parkeren
U kunt geparkeerde gesprekken met elk toestel in het systeem ophalen. U kunt
meerdere gesprekken tegelijk parkeren. Gesprekken kunnen terugkomen op uw
toestel als deze na enige tijd niet worden opgehaald.
Een extern gesprek parkeren:
1. Druk tijdens het gesprek op
FEATURE,
7,
.
2. U kunt ook een gesprek parkeren door
HOLD
in te drukken en vervolgens de
hoorn terug te leggen of
ANSWER RELEASE
in te drukken.
Geparkeerde gesprekken op uw toestel terugpakken:
1. Druk op
FEATURE, 7, #.
Page 18 - Gesprekken doorverbinden, parkeren & in de wachtstand zetten
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Gesprekken in de wachtstand zetten
Alleen een toestel dat een gesprek in de wachtstand houdt, kan dit terughalen,
tenzij het gesprek is doorverbonden. Als u een gesprek in de wachtstand houdt,
kan de beller muziek horen (indien geïnstalleerd op uw systeem). U kunt per keer
slechts één gesprek in de wachtstand zetten.
Gesprek in de wachtstand zetten:
1. Druk op
HOLD
.
2. Als u nu op
ANSWER RELEASE
drukt of de hoorn teruglegt, parkeert het
systeem het gesprek.
3. Haal het gesprek terug door
HOLD
weer in te drukken of houd ruggespraak ,
terwijl u het gesprek in de wachtstand houdt en:
schakel tussen gesprekken door
HOLD
in te drukken.
Om het gesprek in de wachtstand door te verbinden, drukt u op
ANSWER
RELEASE
.
Om de gesprekken te combineren, drukt u op
FEATURE
,
5
(zie pagina 13).
Een gesprek doorverbinden met hold:
1. Druk op
HOLD
om uw huidige gesprek in de wachtstand te zetten (druk niet op
ANSWER RELEASE
of leg de hoorn niet terug, omdat hiermee het gesprek
wordt geparkeerd, om het gesprek daarna op te halen, drukt u op
FEATURE,
7,
#
).
2. Kies het toestelnummer waar u het gesprek naar wilt doorverbinden.
3. Voor een aangekondigde doorverbinding wacht u tot het gesprek wordt
beantwoord.
Als u toestemming krijgt om het gesprek door te verbinden, drukt u op
ANSWER RELEASE.
Indien onbeantwoord of als u geen toestemming krijgt om het gesprek door
te verbinden, drukt u op
HOLD
om het eerste gesprek terug te halen.
4. Voor een onaangekondigde doorverbinding drukt u onmiddellijk op
ANSWER
RELEASE
(zelfs als u de bel hoort overgaan of de bezettoon hoort).
Oproepen omleiden – Page 19
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Oproepen omleiden
Omleidingen gebruiken
Uw toestel kan omleidingen voor diverse situaties opslaan, d.w.z. voor alle
oproepen, indien bezet of als niet wordt beantwoord. U kunt omleiden naar een
toestelnummer of een speeddial nummer.
Omleiden indien bezet:
Oproepen omleiden als uw 2010 in gesprek is. Indien
ingesteld, kunnen bellers de functie terugbellen of aankloppen voor uw toestel
niet activeren.
Omleiden indien geen antwoord:
Nadat de bel van uw 2010 een bepaalde
periode is overgegaan, worden oproepen omgeleid (zie hierna).
Alles omleiden:
Alle oproepen voor uw 2010 worden omgeleid. Alleen het
toestel waar u oproepen naar omleidt, kan u bellen.
Niet storen:
Door 'niet storen' in te schakelen, wordt geen enkele oproep
doorgelaten. Bellers horen een ononderbroken toon of worden met het nummer
voor
Alles omleiden
verbonden als dit is ingesteld.
Op afstand doorschakelen:
Deze functie vereist toestemming van de
systeembeheerder. Stelt u in staat op afstand het nummer voor alle
doorgeschakelde oproepen te wijzigen en in en uit te schakelen.
Een omleiding instellen
Een omleiding wordt ingesteld door een omleidingnummer op te geven. Deze wordt
gedeactiveerd door dat nummer te annuleren. Als 'alles omleiden' is ingesteld,
hoort u een onderbroken kiestoon als u de hoorn opneemt of op
ANSWER
RELEASE
drukt, maar u kunt nog steeds telefoneren. Als 'alles omleiden' is
ingesteld, wordt de 2010 buiten de groep geplaatst en is 'niet storen' opgeheven.
Met een speeddial nummer uit het systeem voor 'alles omleiden', kunt u uw
oproepen naar een extern nummer omleiden. Als u dit doet, horen interne bellers
een drievoudige toon om ze voor de externe omleiding te waarschuwen.
Een omleidingnummer instellen:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
10
(alles omleiden)of
11
(omleiden indien bezet) of
12
(omleiden indien onbeantwoord).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. Kies
om opnieuw in te voeren als u
een fout maakte. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Dubbel belsignaal:
Voor deze functie is al een omleidingnummer ingesteld.
Druk op
FEATURE
om te stoppen. Druk op
.om het opgeslagen
omleidingnummer te wissen.
Enkel belsignaal:
Voor het toestel is geen omleidingnummer ingesteld.
Druk op
FEATURE
om te stoppen of kies een nieuw omleidingnummer gevolgd
door
#
. Om alles om te leiden, kunt u ook op
SPEED DIAL
drukken en een
systeem speeddial nummer invoeren voor een externe omleiding, gevolgd door
#
. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Ingevoerd nummer ongeldig.
Herhaal bovenstaande stap of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte pieptoon:
Ingevoerd nummer in orde, druk op
FEATURE
om te
beëindigen.
Page 20 - Oproepen omleiden
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Een omleiding uitschakelen
Een omleiding wordt uitgeschakeld door het opgeslagen omleidingnummer te
annuleren. Volg de procedure voor het instellen van een omleiding (zie pagina 19)
tot stap 3 en druk achtereenvolgens
en
FEATURE
in.
Niet storen in- en uitschakelen
Als u 'niet storen' instelt, nadat u het nummer voor alles omleiden hebt ingesteld,
worden alle bellers omgeleid en kan zelfs het omleidingtoestel u niet bellen. Als u
dit inschakelt zonder een nummer voor 'alles omleiden' in te stellen, horen alle
bellers een ononderbroken toon.
Als 'niet storen' is ingeschakeld, hoort u een onderbroken kiestoon als u de hoorn
opneemt of op
ANSWER RELEASE
drukt, maar u kunt nog steeds telefoneren.
Door 'niet storen' in te schakelen, wordt het toestel buiten een groep geplaatst.
Opmerking: Uw systeembeheerder kan het gebruik van de functie 'niet storen'
beïnvloeden.
Niet storen in- en uitschakelen:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
60
(niet storen aan) of
61
(niet storen uit).
3.
Korte pieptoon:
Functie ingesteld, druk op
FEATURE
om te beëindigen.
Gesprekken doorschakelen
U hebt de mogelijkheid oproepen op afstand om te leiden. Standaard blokkeert het
systeem het op afstand doorschakelen van een toestel. Neem contact op met uw
systeembeheerder om deze functie te activeren.
Doorschakelen instellen:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
20
(op afstand doorschakelen).
3.
Enkel belsignaal:
Kies het nummer van het toestel waarnaar u wilt
doorschakelen en druk vervolgens op
#
. U hoort vervolgens:
4.
Dubbele toon:
Voer het wachtwoord voor
dat
toestel in (
niet
het wachtwoord
van het toestel dat u gebruikt). Kies
om opnieuw in te voeren als u een fout
maakte. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Dubbel belsignaal:
Voor het toestel is al een nummer voor alles omleiden
ingesteld. Kies
om te annuleren of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Enkel belsignaal:
Voor het toestel is geen nummer voor alles omleiden
ingesteld.
Kies een nummer gevolgd door
#
of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Laag dubbel belsignaal:
Nummer ongeldig.
Herhaal bovenstaande stap of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte pieptoon:
Ingevoerd nummer in orde, druk op
FEATURE
om te
beëindigen.
Op afstand doorschakelen annuleren:
1. Volg bovenstaande procedure en als u een dubbel belsignaal hoort, kiest u
en drukt daarna op
FEATURE
om te beëindigen.
Belfuncties – Page 21
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Belfuncties
Belvolume wijzigen
Als u het geluidsvolume wijzigt, rinkelt het toestel.
Belvolume wijzigen:
1. Druk op
FEATURE
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
30
(belvolume).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. Kies
om opnieuw in te voeren als u
een fout maakte. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Herhaald belsignaal:
Wachtwoord geaccepteerd.
Kies
voor het volgende geluidsniveau. Herhaal dit, tot u het gewenste
geluidsniveau hoort en kies
#
.
Korte pieptoon:
Druk op
FEATURE
om te voltooien.
Bel time-out instellen
De bel time-out wordt gebruikt bij diverse acties:
Terugbellen:
Hoe lang wordt teruggebeld, voordat wordt geannuleerd.
In groep zoeken:
Hoe lang de bel over gaat binnen een groep waartoe uw 2010
behoort.
Omleiden indien onbeantwoord:
Hoe lang uw toestel rinkelt voordat het
systeem 'omleiden indien onbeantwoord' activeert als dit is ingesteld.
Bel time-out instellen:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
13
(bel time-out).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. Kies
om opnieuw in te voeren als u
een fout maakte. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Dubbel belsignaal:
Bel time-out al ingesteld.
Kies
om te annuleren of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Enkel belsignaal:
Bel time-out niet ingesteld.
Kies een bel time-out (0 tot 999 seconden waarbij 10 seconden 3
belsignalen zijn) of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte pieptoon:
Druk op
FEATURE
om te voltooien.
Page 22 - Belfuncties
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Beltoon wijzigen
De 2010 voorziet in een aantal verschillende beltonen. Als u een toon kiest, gaat
het toestel over.
Beltoon wijzigen:
1. Druk op
FEATURE
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
31
(beltoon).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Herhaald belsignaal:
Wachtwoord geaccepteerd.
Kies
tot u het gewenste beltoon hoort en druk op
#
.
Korte pieptoon:
Druk op
FEATURE
om te voltooien.
Bel in- en uitschakelen
Voor interne en/of externe gesprekken kunt u het belsignaal in- of uitschakelen. Het
lampje van de 2010 geeft nog steeds aan of er nieuwe oproepen zijn.
De interne of externe bel in- en uitschakelen:
1. Druk op
FEATURE
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte pieptoon:
Kies
35
(externe bel aan),
36
(externe bel uit),
37
(interne bel
aan) of
38
(interne bel uit).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte toon:
Wachtwoord geaccepteerd.
Kies een andere functie of druk op
FEATURE
om te voltooien.
Belstap instellen
Als de bel niet wordt beantwoord, kan de 2010 het geluidsniveau van het belsignaal
stapsgewijs verhogen tot het maximum wordt bereikt. U kunt verschillende
stapgrootten selecteren. Deze functie wordt aangeduid met
Overtuigend bellen
.
Stapgrootte voor het belvolume instellen:
1. Druk op
FEATURE
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte toon:
Kies
32
(geen stap),
33
(kleine stap) of
34
(grote stap).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte pieptoon:
Wachtwoord geaccepteerd. Druk op
FEATURE
om te
voltooien.
Toestelinstellingen – Page 23
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Toestelinstellingen
Het wachtwoord van het toestel
Als het toestel een lage dubbele toon geeft, is een wachtwoord vereist. Een
verkeerd wachtwoord kan blokkeren van het toestel tot gevolg hebben.
Geblokkeerde toestellen geven geen toegang tot functies waarvoor een
wachtwoord vereist is. Ze kunnen externe gesprekken voeren, maar alleen met
speciale nummers, bijv. alarmnummers.
Het verplicht invoeren van een wachtwoord kan worden uitgeschakeld, zie
Het toestel wachtwoord wijzigen:
1. Druk op
FEATURE
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte toon:
Kies
70
(wachtwoord).
3.
Dubbele toon:
Voer het wachtwoord van het toestel. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte toon:
Wachtwoord geaccepteerd. Druk op
FEATURE
om te
voltooien.
Achtergrondmuziek
Als voor uw systeem externe muziek tijdens wachtstand is geïnstalleerd, kunt u die
afspelen als de 2010 niet in gebruik is. De toestelspeaker volumeinstelling regelt
het geluidsvolume van de achtergrondmuziek.
Achtergrondmuziek in- en uitschakelen:
1. Druk op
FEATURE
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte toon:
Kies
50
(muziek aan) of
51
(muziek uit).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. Kies
om opnieuw in te voeren als u
een fout maakte. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte toon:
Wachtwoord geaccepteerd.
4. Druk op
FEATURE
om te voltooien.
Hotline
Met de functie Hotline kiest het toestel automatisch een nummer of speeddial als
de hoorn gedurende een bepaalde tijd niet werd opgelegd.
Page 24 - Toestelinstellingen
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Het toestel vergrendelen / ontgrendelen
U kunt uw toestel vergrendelen. Hierdoor kan men deze niet voor externe
gesprekken gebruiken (u hoort een onderbroken toon). Vergrendelde toestellen
kunnen wel externe gesprekken met sommige speciale nummers maken, bijv.
alarmnummers.
Vergrendelen / ontgrendelen van een toestel:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte toon:
Kies
63
(vergrendelen) of
62
(ontgrendelen).
3.
Dubbele toon:
Voer uw wachtwoord in. Kies
om opnieuw in te voeren als u
een fout maakte. U hoort vervolgens:
Laag dubbel belsignaal:
Wachtwoord niet geaccepteerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in of druk op
FEATURE
om te stoppen.
Korte toon:
Wachtwoord geaccepteerd. Druk op
FEATURE
om te voltooien.
Groep
Uw systeembeheerder kan uw toestel in een groep plaatsen (of zelfs in
verschillende groepen). Binnen de groep kunt u oproepen ontvangen voor het
groepsnummer. Het groepstype bepaalt de volgorde waarin groepsleden worden
gebeld als een oproep voor de groep binnenkomt. Deze typen zijn roterend,
collectief, geschakeld en langst wachtende. woordenlijst
In een groep, waarin elk lid om de beurt wordt gebeld, rinkelt uw toestel gedurende
de ingestelde bel time-out. Opname in een groep schakelt 'alles omleiden' en 'niet
storen' uit.
In en uit groep halen:
1. Druk op
FEATURE,
zonder de hoorn op te nemen.
2.
Korte toon:
Kies
40
(in groep) of
41
(uit groep).
3.
Korte toon:
Druk op
FEATURE
om te voltooien.
Nachtstand
Het systeem plaatst verschillende zones automatisch in de nachtstand. Dit gebeurt
volgens tijdschema's die door de systeembeheerder zijn opgesteld. De gevolgen
van de nachtstand zijn verschillend, maar kenmerkend is:
Lijnen:
Het systeem leidt oproepen om naar een nacht, receptienummer of
antwoordapparaat.
Toestellen:
De soorten gesprekken die u kunt voeren, worden beperkt, bijv.
geen internationale of interlokale.
Voice Manager – Page 25
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Voice Manager
Voice Manager gebruiken
Het INDeX-systeem kan met Voice Manager zijn uitgerust die berichten voor u in
uw eigen mailbox opneemt. U kunt dit realiseren door het nummer van de Voice
Manager als omleiding in te stellen (zie pagina 19).
Voice Manager-functies:
De INDeX ondersteunt een aantal verschillende Voice Managers, zodat het
aantal beschikbare opties voor u kan verschillen.
Mailbox aanpassen
U kunt uw mailbox op vele manieren aanpassen. We dringen er op aan een
wachtwoord in te stellen om uw mailbox privé te houden.
Mailbox aanpassen:
1. Kies het nummer van de Voice Manager (________).
2. Indien beantwoord, kies
#
voor berichten.
3. Kies uw ID (_____) en uw wachtwoord, indien vereist.
4. U moet nu de normale begroeting van de Voice Manager horen, die u vertelt
welke berichten u hebt. Kies
7
en selecteer een van de volgende
mogelijkheden.
Tijdelijke begroeting
Kies
0
.
Dit vervangt uw permanente begroeting tot deze gedurende een ingestelde
tijd automatisch wordt verwijderd (___:___ am/pm).
Opname naam:
Kies
1
.
Instellen wachtwoord:
Kies
2
.
Voer geen voor de hand liggend wachtwoord als 1234, 0000 of uw
toestelnummer in. Vervang uw wachtwoord regelmatig.
Waarschuwingsnummer dagstand:
Kies
3
.
Tijdens de dagstand belt de Voice Manager dit nummer als u nieuwe
berichten hebt. Dit wordt niet gebruikt als een nummer voor het
berichtenlampje is ingesteld.
Permanente begroeting:
Kies
4
.
De Voice Manager speelt deze voor bellers af die naar uw mailbox zijn
omgeleid.
Overige opties:
Kies
.
Page 26 - Voice Manager
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Uitluisteren van voicemail berichten
Controleer uw berichten regelmatig. Na een bepaalde tijd verwijdert het systeem
berichten. U kunt uw mailbox met een extern toestel controleren. Het moet over
toontoetsen (MF) met
en
#
beschikken.
Nadat u uw mailbox opgegeven, vertelt de Voice Manager welke berichten u hebt.
Voicemail berichten uitluisteren:
1. Kies het nummer van de Voice Manager (________).
2. Indien beantwoord, kies
#
voor berichten.
3. Kies uw ID (_____) en uw wachtwoord, indien vereist.
4. De Voice Manager zal u vertellen welke berichten u heeft.
5. Gebruik onderstaande opties om berichten weer te geven of te beheren.
Berichten afspelen
Als een bericht wordt afgespeeld, beschikt u over de volgende functies.
Berichten weergeven:
Het volgende bericht beluisteren:
Kies
3
.
Het vorige bericht beluisteren:
Kies
1
.
Bericht terugspoelen:
Kies
4
.
Bericht snel vooruit spoelen:
Kies
6
.
Berichtdetails beluisteren (datum & tijd):
Kies
5
.
Berichten beheren
Tijdens het afspelen van een bericht kunt u het bericht op verschillende manieren
beheren:
Bericht beheren:
Kies
0
en selecteer een van de volgende mogelijkheden.
Bericht verwijderen:
Kies
#
.
Bericht naar een andere mailbox kopiëren:
Kies
0
.
Bericht naar een andere mailbox doorsturen:
Kies
1
.
Een antwoord in de mailbox van de afzender plaatsen:
Kies
2
.
De afzender bellen:
Kies
3
.
Beheren van het bericht beëindigen:
Kies
.
Goed telefoongebruik – Page 27
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Goed telefoongebruik
Algemeen telefoongebruik
De telefoon voorziet in een snelle manier van communicatie. Maar denk goed na
over hoe u de telefoon gebruikt. Uw telefoongedrag is in belangrijke mate bepalend
voor het imago van uw bedrijf en van u als persoon. Omdat de telefoon glimlachen,
schouders ophalen, knikken etc. niet kan overbrengen, is de manier van spreken
bijzonder belangrijk.
Spreek duidelijk en op vriendelijke toon.
Wees precies en voorkom verwarring.
Plaats het toestel binnen handbereik.
Leg pen en papier naast het toestel en gebruik deze.
Houd een lijst met telefoonnummers van het bedrijf en externe nummers bij de
hand.
Als u tijdens een gesprek met iemand anders in het kantoor wilt spreken,
informeert u de beller en gebruikt u vervolgens
HOLD
.
Vermijd onnodig werk voor de telefonist(e).
Laat de telefonist(e) geen gesprekken doorverbinden, maar doe dit zelf.
Houd de systeembeheerder op de hoogte van veranderingen op uw afdeling,
zodat groepen voor oppakken, telefoonboeken, etc. kunnen worden bijgewerkt.
Oproepen beantwoorden
Beantwoord de oproep direct en zeg uw naam.
Kom hulpvaardig en vriendelijk over.
Vraag de naam van de beller en gebruik deze.
Reageer niet ongemanierd op het kiezen van een verkeerd nummer en
accepteer altijd verontschuldigingen. Probeer indien mogelijk altijd het gesprek
naar het juiste toestel door te verbinden.
Luister naar de beller en laat merken dat u luistert.
Bij het achterlaten van berichten uw naam, de naam van de beller, datum, tijd
en onderwerp opgeven.
Als de verbinding plotseling wordt verbroken, wacht u tot de oorspronkelijke
beller terugbelt.
Bellen
Weet wat u wilt zeggen en vermijd verwarring. Schrijf, indien nodig, voor het
gesprek belangrijke punten op.
Verontschuldig u altijd als u een verkeerd persoon aan de lijn krijgt, het is niet
de fout van de ander.
Bel zo snel mogelijk terug als de verbinding wordt verbroken.
Als het toestel naar voicemail wordt omgeleid, laat u een bericht achter. Alleen
in belangrijke gevallen de telefonist(e) inschakelen.
Verklarende woordenlijst – Page 28
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
ACA
(Automatic Call Announcer) Apparaat dat
berichten afspeelt voor bellers die op antwoord
wachten.
Kostenplaatsen
Een code van max. 12 cijfers die het systeem
samen met andere gespreksdetails in een
logbestand voor gesprekken opslaat. Ingevoerde
codes worden met max. 400 codes van het
systeem gecontroleerd, voordat ze worden
geaccepteerd.
Zone
Elk toestel en lijn in het systeem behoort tot max.
250 zones. Ze volgen het tijdschema van de
nachtstand die aan die zone is gekoppeld.
Gesprekkenlogbestand
Het systeem kan gesprekken registreren die aan
ingestelde criteria voldoen, bijv. lengte, richting,
lijn, toestel. Het logbestand omvat details als
nummer, kostenplaatscodes, tijd, etc.
Aankloppen
Een functie waarbij uw toestel wordt ingesteld om
een bezet toestel of lijn te bellen zodra deze
vrijkomt en gedurende welke tijd u geen oproepen
kunt ontvangen.
Collectieve groep
Een groep waarvan alle vrije deelnemers
tegelijkertijd door het systeem worden gebeld.
INDeX 2030
Identiek aan 2050 maar zonder de functie BLF
statuslampjes.
INDeX 2050
Volledig uitgerust digitaal displaytoestel inclusief 8
DSS-toetsen met BLF-statuslampjes.
Langst wachtende groep
Het systeem belt de groepsdeelnemers in de
volgorde van hoe lang ze vrij zijn, beginnend met
degene die het langst vrij is.
Manager Secretaresse schakeling
Een naam voor functies die een gebruiker helpen
bij het bellen en ontvangen van oproepen en voor
het doorverbinding naar een andere gebruiker.
Offline
Een term die gehanteerd wordt voor buiten
gebruik / niet werkend.
Intercom
Een één richtingsoproep die zonder te bellen
doorverbindt en de speaker van het opgeroepen
toestel of de toestellen gebruikt. Ook bekend als
broadcast-oproep.
Oppakgroep
Een groep toestellen waarbinnen u kunt oppakken
en antwoorden voor elk ander toestel in de groep.
Pincode
Het systeem slaat max. 400 Pincodes met max. 6
cijfers op. Elke Pincode kent zijn eigen
oproepblokkering en telefooninstellingen. Uw
systeembeheerder registreert de geldige Pincodes
die in het systeem zijn opgeslagen.
POT
(Plain Ordinary Phone) Ook wel analoog toestel
genoemd. Tot POT's behoren bijv. fax- en
antwoordapparaten.
Roterende groep
Een groep waarbij het systeem begint bij het
eerste vrije groepslid, nadat het laatste werd
gebeld. Indien onbeantwoord, probeert het
systeem na enige tijd het volgende vrije groepslid
te bellen, enz.
Sequentiële groep
Het systeem probeert altijd de eerste vrije
deelnemer te bellen en begint altijd vooraan in de
groep. Indien onbeantwoord, probeert het systeem
het volgende vrije groepslid en gaat heen en weer
tussen de eerste twee vrije groepsleden.
Softwareversie
De versie van de software die door een systeem
wordt gebruikt, bepaalt welke functies voor
gebruikers beschikbaar zijn en hoe deze functies
werken.
Speeddial nummers
Speeddial nummers worden gebruikt om
telefoonnummers op te slaan (en soms
kostenplaatscodes). U kunt deze nummers dan
bellen door het nummer uit het geheugen voor de
speeddials te kiezen.
Tenancy
Het systeem kan in meerdere tenancy's worden
verdeeld, die elk verschillende toestellen en lijnen
bevatten. Gesprekken tussen tenancy's zijn
gewoonlijk niet toegestaan. Elke tenancy is in
zones onderverdeeld.
Verklarende woordenlijst
Index – Page 29
38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001) INDeX 9.1 Handleiding 2010
Aankloppen...................... 11
Beantwoorden............... 14
Aanpassen postvak ......... 25
Achtergrondmuziek.......... 23
Afzender toespreken ....... 26
Alarmoproepen ................ 24
Alles omleiden ................. 19
Instellen ........................ 19
Instelling op afstand...... 20
Andere oproepen oppakken
16
Annuleren
Terugbellen................... 15
Beantwoorden
Alarmoproep ................. 15
Intercomoproep............. 14
Beantwoorden berichten.. 15
Beantwoorden oproepen . 14
Beantwoorden
waarschuwing ............ 18
Beantwoorden wachtende
oproep........................ 14
Begroeting ....................... 25
Beheren berichten ........... 26
Bel aan/uit........................ 22
Belgeluid.......................... 22
Bellen
Extern ............................. 6
Intern............................... 7
Belsignalen........................ 5
Belvolume........................ 21
Bericht
Achterlaten.................... 11
Bericht annuleren ............ 15
Bericht beantwoorden 15, 26
Bericht kopiëren............... 26
Bericht terugspoelen........ 26
Bericht weergeven........... 26
Berichten - Beheren......... 26
Berichten weergeven....... 26
Bezet aankloppen............ 11
Broadcast
Beantwoorden............... 14
Via intercom bellen ......... 7
Datum
Bericht........................... 26
Doorschakelen................. 20
Doorsturen....................... 26
Exclusief in de wachtstand
18
Extern gesprek
Bellen.............................. 6
Externe bel aan/uit........... 22
Faxnummer ..................... 25
Faxverzameling ............... 26
Filter secretariaat............. 19
Follow me ........................ 20
Geblokkeerde telefoon .... 23
Geforceerd inbreken........ 11
Geforceerde kostenplaats . 9
Geforceerde PIN................ 9
Geluid
Bel 22
Geluid van gesprek.......... 12
Geluidsvolume
Bel 21
Geluidsvolume gesprek... 12
Geluidsvolume stap......... 22
Gemeenschappelijk in de
wachtstand................. 17
Gesprek
Extern bellen................... 6
Intern bellen.................... 7
Gesprek doorschakelen... 20
Gesprek in de wachtstand
zetten ......................... 18
Gesprekken parkeren...... 17
Gesprekken parkeren
opheffen..................... 17
Gespreksgeluid................ 12
Groep
In en uit......................... 24
Intercomoproep............... 7
Handen-vrij ...................... 12
Hold ................................. 18
Hoofdgroep...................... 24
Hotline-besturing ............. 23
In groep ........................... 24
Inactief
Muziek .......................... 23
Inbreken........................... 11
Inbreken beheerder ......... 11
Instellen postvak.............. 25
Intercomoproep
Beantwoorden............... 14
Via intercom bellen ......... 7
Intern gesprek
Bellen.............................. 7
Interne bel aan/uit............ 22
Invoeren PIN...................... 9
Invoeren wachtwoord ...... 23
Kiezen
Extern ............................. 6
Intern .............................. 7
Kostenplaats invoeren....... 9
Kostenplaatscode
Geforceerd...................... 9
Vrijwillig......................... 12
Lampje............................... 5
Manager doorverbinden .. 19
Mobiel toegang.................. 9
Muziek
Achtergrond .................. 23
Naam postvak.................. 25
Nachtstand ...................... 24
Niet storen ....................... 20
Aan/Uit.......................... 20
Nummer berichtlampje .... 25
Omleiden
Nummers instellen........ 19
Ontgrendelen toestel ....... 24
Op afstand doorschakelen
20
Opnemen
Terugbelactie................ 15
Oppakgroep..................... 16
Oppakken ........................ 16
Oproep beantwoorden..... 14
Oproep oppakken............ 16
Oproepblokkering .............. 6
Overtuigend bellen .......... 22
Parkeren gesprek ............ 17
Permanente begroeting... 25
Persoonlijke
snelkiesnummers......... 8
PIN invoeren...................... 9
PIN-codes
Geforceerd...................... 9
Roaming ......................... 9
Postvak
Verzameling.................. 26
Postvak aanpassen ......... 25
Roaming PIN ..................... 9
Snel vooruit...................... 26
Snelkiesnummers.............. 8
Speaker ........................... 12
Stapgrootte...................... 22
Stapgrootte belvolume..... 22
Systeembeheerder ............ 3
Systeemsnelkiesnummers 8
Telefonische vergadering 13
Telefonische vergadering
parkeren..................... 13
Telefoon vergrendelen .... 24
Telefoonwachtwoord ....... 23
Terugbelactie................... 10
Terugbellen ..................... 10
Beantwoorden .............. 15
Tijd
Bericht .......................... 26
Tijdelijke begroeting ........ 25
Toestel
Intercomoproep .............. 7
Toestel ontgrendelen....... 24
Toestellampje .................... 5
Tonen ................................ 5
Bel 22
Uit groep.......................... 24
Vergadering delen ........... 13
Verkort kiezen ................... 8
Verwijderen bericht.......... 15
Verwijderen berichten...... 26
Verzamelen bericht ......... 26
Verzamelen voicemail ..... 26
Voice Manager
Postvak aanpassen ...... 25
Verzamelen berichten... 26
Voicemail verzameling .... 26
Volgende bericht ............. 26
Volume
Bel 21
Volume belstap................ 22
Vorige bericht .................. 26
Vrijwillige kostenplaatscodes
12
Waarschuwing -
beantwoorden............ 18
Waarschuwingsnummer.. 25
Waarschuwingsnummer
dagstand.................... 25
Wachten terwijl bezet ...... 11
Wachtende oproep
Beantwoorden .............. 14
Wachtwoord
Postvak......................... 25
Telefoon........................ 23
Uitschakelen................... 4
Wijzigen wachtwoord....... 23
WISSEN .......................... 15
Zoeken in groep .............. 24
Index
Index – Page 30
INDeX 9.1 Handleiding 2010 38DHB0002NLCK - Uitgave 1 (02/2001)
Prestatiecijfers en gegevens in dit document staan op zichzelf en moeten specifiek
door Avaya schriftelijk worden bevestigd, voordat ze van toepassing zijn op enig
contract. De onderneming behoudt het recht naar eigen oordeel wijzigingen in de
gedetailleerde specificaties aan te brengen. De gepubliceerde informatie in dit
document heeft geen invloed op de handhaving van patent en andere
beschermende rechten van Avaya.
Eigendom gerelateerd aan dit product (inclusief handelsmerken) en op naam
gesteld van Lucent Technologies is overgedragen of in licentie gegeven aan Avaya.
Dit vertrouwelijke document is eigendom van Avaya en mag zonder schriftelijke
toestemming niet aan derden beschikbaar worden gesteld, noch gekopieerd.
Commentaar en suggesties met betrekking tot dit document kunnen gestuurd
worden naar "gsspublishing@avaya.com".
© Copyright 2001 Avaya
Avaya Global SME Solutions
Sterling Court
15 - 21 Mundells
Welwyn Garden City
Hertfordshire
AL7 1LZ
Engeland
Tel: +44 (0) 1707 392200
Fax: +44 (0) 1707 376933
E-mail: globalsme@avaya.com
Web: http://www.sdxplc.com
13


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Avaya 2010 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Avaya 2010 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,47 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info