694345
8
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/27
Next page
Handleiding
Mo Duo
Inhoudsopgave
1. Belangrijke info voor de gebruiker ................................................................................................. 2
2. Installatievoorschriften .................................................................................................................... 3
2.1. Externe luchttoevoer ....................................................................................................................... 3
2.2. Aansluiting rookkanaal .................................................................................................................... 3
2.3. Brandstof ......................................................................................................................................... 4
2.4. Elektrische aansluiting .................................................................................................................... 4
3. Bediening van het toestel ................................................................................................................ 5
3.1. Gebruik van het touchscreen .......................................................................................................... 5
3.1.1. Hoofdmenu .............................................................................................................................. 5
3.1.2. 'Hebt u hout bijgevuld?' ............................................................................................................ 7
3.1.3. Autonomie pelletreservoir ........................................................................................................ 7
3.1.4. Timers ...................................................................................................................................... 7
3.1.5. Instellingen ............................................................................................................................... 8
3.1.6. Statistieken ............................................................................................................................ 12
3.1.7. Tips ........................................................................................................................................ 12
3.2. Bediening via de bedieningsknop ................................................................................................. 13
3.3. Bediening via de infrarood afstandsbediening (optioneel) ............................................................ 14
3.4. Bediening via de Austroflamm PelletControl app ......................................................................... 14
4. Werking van het toestel ................................................................................................................. 15
4.1. Werkingsdiagram .......................................................................................................................... 15
4.2. Pellet mode ................................................................................................................................... 16
4.2.1. Opstart ................................................................................................................................... 16
4.2.2. Werking pellet mode .............................................................................................................. 16
4.2.3. Hybride start ........................................................................................................................... 16
4.3. Hout mode ..................................................................................................................................... 16
4.3.1. Hout start I ............................................................................................................................. 17
4.3.2. Hout start II ............................................................................................................................ 17
4.3.3. Hout mode ............................................................................................................................. 17
4.3.4. Hout mode in geval van een stroomonderbreking ................................................................. 18
4.4. Alarmen en foutmeldingen ............................................................................................................ 18
4.4.1. Resetten van alarmen en foutmeldingen ............................................................................... 19
4.4.2. Veiligheid oververhitting ......................................................................................................... 19
5. Reiniging en onderhoud ................................................................................................................ 20
5.1. Reiniging van de rookgaspassages .............................................................................................. 20
5.2. Afstellen van de deur .................................................................................................................... 22
5.3. Afstellen van de deur van de asbak .............................................................................................. 23
6. Vervangen van de batterij op het moederbord ............................................................................ 23
7. Garantievoorwaarden ..................................................................................................................... 24
8. Elektrisch schema .......................................................................................................................... 24
9. Technische gegevens .................................................................................................................... 25
2
1. Belangrijke info voor de gebruiker
De informatie in deze handleiding is van algemene aard. Lokale, nationale en Europese normen,
lokale bouwvoorschriften, bepalingen in verband met brandveiligheid, moeten worden nageleefd.
De instructies moeten aandachtig gelezen worden voordat het toestel in gebruik genomen wordt.
Bewaar de handleiding zorgvuldig en zorg ervoor dat deze naast of dichtbij het toestel ligt.
Naleving van de hierin vervatte regels zorgt voor uw persoonlijke en materiële veiligheid, maar ook
voor een economische werking en een lange levensduur. Bij de planning en ontwerp van dit toestel is
rekening gehouden met de normen EN 14785 en EN 13240.
Componenten van dit toestel mogen niet gewijzigd of vervangen worden door andere onderdelen die
geen originele van de fabrikant zijn, anders vervalt de garantie en gebruiksgoedkeuring.
Ontkoppel de stroomtoevoer van het toestel voorafgaand aan elke interventie.
Schema’s en tekeningen die bij het toestel worden geleverd dienen slechts als voorbeeld.
De fabrikant voert een beleid van voortdurende ontwikkeling en bijwerking van het product en kan
wijzigingen op elk gewenst moment ongedaan maken zonder voorafgaande kennisgeving.
Alle afmetingen vermeld in deze handleiding zijn in mm.
OPGELET: de eerste indienststelling van het toestel mag alleen door Austroflamm geautoriseerde
techniekers uitgevoerd worden.
Het verwarmingsapparaat is niet geschikt voor gebruik als ladder of ondersteunend frame.
Hou er rekening mee dat de oppervlakken van het toestel erg heet worden tijdens gebruik.
Draag ten allen tijde beschermende handschoenen wanneer u de kachel onderhoudt. Informeer
kinderen over het gevaar en hou ze uit de buurt van het toestel terwijl deze in werking is.
Het is niet toegestaan om welk afval dan ook in het toestel te verbranden. Alleen de aanbevolen
pellets of brandhout mogen worden verbrand (zie subparagraaf BRANDSTOF).
Het is verboden om voorwerpen die niet hittebestendig zijn in de buurt of op de kachel te plaatsen.
Plaats geen wasgoed op het toestel om te drogen. Hou wasrekken of soortgelijke op voldoende af-
stand van het toestel wegens brandgevaar!
Het is verboden om licht ontvlambare en explosieve stoffen in dezelfde of aangrenzende kamers te
behandelen tijdens het gebruik van het verwarmingstoestel.
Er moet voor worden gezorgd dat er voldoende verbrandingslucht voorzien is en dat de rook veilig
afgevoerd wordt. Controleer daarom altijd of er sprake is van een verstopping in de schoorsteen,
vooral na een langere bedrijfsonderbreking.
In de periode tussen herfst en winter, d.w.z. wanneer de buitentemperaturen nog behoorlijk hoog zijn,
kan een plotselinge temperatuurstijging leiden tot verstoring van de schouwtrek, wat betekent dat de
rookgassen niet volledig afgevoerd worden. Als dit het geval is schakelt u het toestel uit.
De convectierooster mag nooit afgedekt of afgesloten worden, zelfs niet gedeeltelijk.
Ventilatiesystemen die in dezelfde ruimte als het verwarmingstoestel gebruikt worden kunnen
problemen veroorzaken!
Het toestel moet regelmatig gereinigd en onderhouden worden (zie paragraaf SCHOONMAAK EN
ONDERHOUD).
Enkel gekwalificeerd personeel die een technische opleiding van Austroflamm gevolgd hebben mo-
gen reparaties uitvoeren.
Laat onderdelen vervangen indien nodig en afhankelijk van de staat. Controleer de elektrische en
elekronische componenten regelmatig op beschadiging en slijtage.
Veiligheidsvoorzieningen mogen niet overbrugd / omzeild worden.
Als u verkeerde of vochtige brandstof gebruikt kan er een schoorsteenbrand onstaan door afzetting in
de schoorsteen / rookkanaal. Als de brand geblust / gedoofd is moet een specialist de installatie
inspecteren op dichtheid en barsten.
Het toestel mag niet samen met andere toestellen op hetzelfde rookkanaal aangesloten worden.
Houd er rekening mee dat de locatie waar het toestel in geplaatst wordt minstens één buitendeur /
raam moet hebben of rechtstreeks verbonden moet zijn met een kamer die een buitendeur / raam
heeft. Het is niet toegestaan om andere verwarmingsinstallaties of een dampkap te gebruiken in de-
zelfde ruimte van het toestel.
3
2. Installatievoorschriften
2.1. Externe luchttoevoer
Voor elke verbranding is zuurstof nodig, welke uit de omgevingslucht genomen
wordt.
Moderne huizen zijn vaak goed geïsoleerd. Daardoor is het mogelijk dat er
onvoldoende verbrandingslucht in de ruimte is.
In dat geval is het nodig om het toestel aan te sluiten via een externe
luchttoevoer. Op deze manier zal het ventilatiesysteem correct werken.
Aansluiting is mogelijk via de achterplaat of onderaan het toestel.
Voor de verbinding moet een buis met een diameter van 125 mm worden ge-
bruikt. De lengte van de buis mag niet langer zijn dan 5 m en mag niet meer
dan drie bochten hebben.
Bij aansluiting van de externe luchttoevoer moet aandacht worden besteed aan
de vorming van condensatie en aan het bieden van bescherming tegen wind
aan de inlaat.
Een gebrek aan verbrandingslucht kan een slechte verbranding veroorzaken,
verhoogde roetvorming en asophoping.
2.2. Aansluiting rookkanaal
De informatie in deze handleiding
is van algemene aard. Lokale,
nationale en Europese normen,
lokale bouwvoorschriften,
bepalingen in verband met
brandveiligheid, moeten worden
nageleefd.
De kachel moet worden
aangesloten op een rookkanaal dat
is goedgekeurd door een
schoorsteenspecialist.
Het binnendringen van condensatie
in de kachel moet worden
vermeden.
Aansluiting van het rookkanaal is
mogelijk via achteraansluiting of
bovenaansluiting. Vraag uw dealer
de gewenste aansluiting te maken.
Het rookkanaal moet geplaatst worden op basis van de technische voorschriften
(zie paragraaf 9. Technische gegevens).
Het maximaal toegestane aantal van drie 90° -bochten mag niet overschreden worden.
Elke bocht moet van een reinigingsluik voorzien zijn.
Het rookkanaal moet bestand zijn tegen condensatie.
Minimum 12 Pa is nodig zodat de rookgassen zelfs bij een stroomonderbreking afgevoerd worden.
4
2.3. Brandstof
Pellets
Verschillen in de kwaliteit van de pellets kunnen 'afzettingen' van assen in de
branderpot en op het rooster van de pelletkachel veroorzaken tijdens de
verbrandingsfase. Daarom is het ten zeerste aangeraden om pellets te
gebruiken die geen kunstmatig bindmiddel bevatten en die de minste
hoeveelheid onverbrande residu achterlaten.
We raden aan om ENplus-A1 gecertificeerde pellets te gebruiken.
Als de pellets worden bewaard, is het absoluut noodzakelijk om ervoor te zorgen dat ze worden bewaard op
een droge plaats die vrij is van vuil.
Vochtige pellets zullen een slechte verbranding en verstoppingen in de toevoerschroef veroorzaken.
Verpakte pellets moeten altijd 1-2 dagen in de leefruimte worden geacclimatiseerd.
Brandhout
Gebruik alleen onbehandeld, droog hout. De vochtigheidsgraad van het
brandhout moet <15% zijn.
Uw kachel is geschikt voor het verbranden van stukken brandhout met een
lengte van maximaal 35 cm.
De hoeveelheid brandhout in de verbrandingskamer bepaalt de warmteafgifte. Als er duidelijk te veel hout is
geplaatst, kan dit oververhitting en schade aan de kachel veroorzaken. Te weinig hout of vochtig hout
veroorzaakt slechte rookgaswaarden en een verhoogde vervuiling van de ruit en rookgassen.
Uw kachel is geschikt voor het verbranden van 1,0 kg - 2,0 kg brandhout per stookbeurt.
Uw kachel is uitgerust met een automatische verbrandingsregeling. Om een optimale werking te garanderen,
stelt u de warmteafgifte in op het display die overeenkomt met de ingevoegde hoeveelheid hout. Voor meer
informatie over dit onderwerp zie de instructies in paragraaf 4.3 Houtverbranding.
2.4. Elektrische aansluiting
Uw kachel is ontworpen voor aansluiting op een 230 V 50 Hz
elektriciteitsnetwerk.
Aan de achterzijde van het apparaat zit een netaansluiting, die
wordt beschermd door een T2,5 A zekering. Een geschikte
verbindingskabel is bijgeleverd in het accessoirepakket.
Het verbruik is:
in standby: ongeveer 5 W
in werking: ongeveer 20 W
tijdens de opstartfase: ongeveer 300 W
! BELANGRIJKE INFORMATIE: Het gebruik van pellets of ander
materiaal van slechte kwaliteit beschadigd uw toestel en kan
de garantie en de bijhorende verantwoordelijkheid van de
fabrikant ongeldig maken.
5
Gevraagde
omgevingstemperatuur
Fout / Alarm
Eenheid
Status indicator
Autonomie reservoir
Omgevingstemperatuur
Chrono
Scherm VERMOGEN
Hybride start
active
Status
3. Bediening van het toestel
Eerste stappen:
1. Verwijder de accessoires uit de pellettank en de verbrandingskamer, vul de tank met pellets en sluit de
vuldeur.
2. Zorg ervoor dat de kachel op de schoorsteen / rookkanaal is aangesloten en dat de toevoer van ver-
brandingslucht is gewaarborgd.
3. Sluit het netsnoer aan en zet de schakelaar aan de achterkant van het apparaat op 'I'.
4. Het Austroflamm-logo wordt weergegeven op het bedieningspaneel. Het hoofdmenu van het
bedieningspaneel verschijnt na ca. 30 seconden.
5. Stel de datum en tijd in. Zie INSTELLINGEN.
6. Voordat u het toestel voor de eerste keer start, moet de pellettoevoerschroef worden gevuld.
7. Open en sluit hiervoor de deur van de verbrandingskamer (bevestig de vraag op het display met 'JA')
en start vervolgens het handmatige vulproces. Voor meer gedetailleerde informatie, zie
MANUELE TOEVOER
8. Deze procedure kan tot 5 minuten duren.
9. Om de kachel in de pelletmodus te starten, houdt u de bedieningsknop langer dan 2 seconden inge-
drukt of drukt u op 'Start' op het display.
3.1. Gebruik van het touchscreen
3.1.1. Hoofdmenu
Scherm OMGEVINGSTEMPERATUUR
U kunt overschakelen naar de betreffende instelling of functie door op het bijbehorende pictogram te tikken.
Door op deze knoppen te tikken, kan de gewenste doeltemperatuur worden ingesteld in stappen van
0,2 ° C tot een waarde tussen 5 ° C en 30 ° C. Deze instelling wordt onmiddellijk toegepast. De hui-
dige kamertemperatuur wordt gemeten via de sensor aan de achterkant van het apparaat.
Het alarm- of foutsymbool wordt alleen weergegeven als er een alarm of een fout actief is. De fout-
melding kan worden geopend door op het pictogram te tikken.
Het pictogram 'Timer actief' wordt alleen weergegeven als de timer programmatie actief is.
Het pictogram 'Hybride start' geeft aan dat er brandhout is geplaatst en dat er na de volgende ontsteking
in pellet mode automatisch naar hybride start- of hout mode wordt omgeschakeld.
6
Scherm VERMOGEN
U kunt overschakelen naar de overeenkomstige instelling of functie door op het bijbehorende pictogram te
tikken.
Het gewenste vermogen kan worden ingesteld door op de knoppen te tikken. Deze instelling wordt
onmiddellijk toegepast.
De kachel wordt gestart en gestopt door de Start/Stop knop langer dan 3 seconden ingedrukt te houden.
Convectieventilator
Een convectieventilator voor luchtverdeling is beschikbaar als een optie. Deze kan worden gebruikt om de
warme convectielucht door een buis in een andere kamer te leiden. Om een constante luchtuitwisseling te
verkrijgen, moet ervoor worden gezorgd dat hetzelfde volume lucht uit de tweede kamer naar de ruimte waarin
de kachel is geïnstalleerd kan stromen.
Neem contact op met uw geautoriseerde distributeur voor installatie en verdere informatie.
Status indicator
De kachel wordt gestart en gestopt door de Start/Stop knop langer dan 3 seconden ingedrukt te houden.
Scherm OMGEVINGSTEMPERATUUR
Instelling vermogen
Convectieventilator
(optioneel)
Terug naar scherm
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Start/Stop
functie
Tips
Statistieken
Timers
Status
Start/Stop
Instellingen
7
Timer activeren
Terug
Nieuw programma
maken
Programma
aanpassen: tik op het
gewenste programma
3.1.2. 'Hebt u hout bijgevuld?'
Het antwoord op deze vraag zal van invloed zijn op de verdere werking
en werkingswijze van uw kachel. Deze vraag verschijnt elke keer dat u
de deur van de verbrandingskamer sluit.
Tik op 'JA' om over te schakelen naar de HOUT MODE of als u nieuw
brandhout hebt geplaatst.
Als u geen selectie maakt, wordt 'JA' automatisch na 10 seconden
geselecteerd.
Tik op 'NEE' als u geen brandhout hebt geplaatst.
Bijvoorbeeld als u alleen het glas hebt schoongemaakt.
Voor meer informatie over hoe de kachel in verschillende bedrijfsstatussen reageert, raadpleegt u de instructies
vanaf punt 4.1 Werkingsdiagram.
3.1.3. Autonomie pelletreservoir
De vulniveau-indicator informeert u over het niveau van uw pellettank.
Als het vulniveau onder een bepaald niveau komt, wordt een
waarschuwing weergegeven op het display. Vul de tank helemaal en
reset de autonomie door op 'VOL'' te tikken.
Het volledig leegbranden van de pellettank moet worden vermeden
omdat de vlam onbedoeld gedoofd zou kunnen worden en u dan de
toevoerschroef opnieuw manueel moet vullen voor de volgende pellet
start. Dit duurt enkele minuten.
De autonomie wordt berekend op basis van de grootte van de pellettank
en de gebruiksduur. Een correcte werking kan alleen worden
gegarandeerd als de tank volledig is gevuld en op hetzelfde moment de
autonomie weer op 'VOL' gezet wordt.
Tik op het vulniveau-pictogram om de autonomie op 'VOL' te zetten.
Deze functie kan worden uitgeschakeld in de instelling 'Brandstof'.
3.1.4. Timers
Tik op de knop 'TIMERS' in het scherm VERMOGEN
om naar de programmatie te gaan.
Activeer de TIMER door de schuifregelaar in de rechterbovenhoek
van het display op 'AAN' te zetten.
Er kunnen in totaal 6 verschillende verwarmingstijden worden
opgeslagen.
Er kunnen maximaal 3 verwarmingsblokken per dag gebruikt
worden.
8
Terug zonder op te slaan
Verwijderen
Opslaan
Temperatuur
Stop programma
Start programma
Dagen van
de week
Een nieuw programma aanmaken of bewerken
Stel de dagen van de week in, de start en
stop van het programma en de
temperatuur om aan uw behoeften te
voldoen.
Sla het programma op door op het
pictogram 'Opslaan' te tikken. U keert dan
automatisch terug naar de programmalijst.
Om een programma te verwijderen drukt u
op de prullenbak.
Als er 2 programma‘s overlappen, wordt het programma gebruikt met de hoogste temperatuurinstelling.
Voorbeeld van programma‘s voor een hele week
Dagen van de week
Tijden
Temp.
TIMER 1:
Maandag Zondag
00:00 23:59
18°C
TIMER 2:
Maandag Zondag
06:00 08:00
22°C
TIMER 3
Maandag Zondag
17:00 22:00
22°C
TIMER 4
Maandag Zondag
07:00 22:00
22°C
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
Ma.
18°C
22°C
18°C
22°C
18°C
Di.
18°C
22°C
18°C
22°C
18°C
Woe.
18°C
22°C
18°C
22°C
18°C
Do.
18°C
22°C
18°C
22°C
18°C
Vrij.
18°C
22°C
18°C
22°C
18°C
Zat.
18°C
22°C
18°C
Zon.
18°C
22°C
18°C
3.1.5. Instellingen
Tik op de knop 'INSTELLINGEN'.
U kunt nu omhoog of omlaag door de lijst scrollen.
Door op de betreffende menuoptie te tikken, schakelt u naar
de functies die hieronder worden beschreven.
Terug
Scrollen
9
3.1.5.1. Tijd
Een juiste instelling van de tijd is vereist om de verwarmingstijd en
statistische functies te kunnen gebruiken.
Stel de uren, minuten en dag van de week in en bevestig de instelling
met OK.
3.1.5.2. Datum
Correcte instelling van de datum is vereist om de verwarmingstijd en
statistische functies te kunnen gebruiken.
Stel de dag, de maand en het jaar in en bevestig vervolgens de
instelling met OK.
3.1.5.3. Brandstof
De functie 'Autonomie' kan worden uitgeschakeld.
Als u deze functie uitschakelt, verdwijnt de balk uit het scherm
'OMGEVINGSTEMPERATUUR'. De waarschuwing voor een laag
vulniveau wordt nu niet meer weergegeven.
3.1.5.4. Bluetooth apparaten
Om een nieuw Bluetooth-apparaat te koppelen met de kachel,
bijvoorbeeld de bedieningsknop, start u de functie 'Apparaat toevoegen'.
Bluetooth-update is bedoeld om de bluetooth-software in de kachel bij te
werken.
De 'Austroflamm bedieningsknop' verbinden met de kachel
Tik op 'Verbinden'.
Er wordt gezocht naar een
nieuw apparaat.
Druk vervolgens eenmaal
op de bedieningsknop
De link wordt na enkele seconden
bevestigd.
U kunt de kachel nu bedienen met
behulp van de bedieningsknop.
10
3.1.5.5. Eco modus
Als de Eco modus geactiveerd is wordt de kachel automatisch
uitgeschakeld wanneer de doeltemperatuur wordt bereikt en start het
toestel automatisch opnieuw wanneer de temperatuur daalt.
De 'herstart' temperatuur geeft aan vanaf welke waarde onder de
doeltemperatuur de kachel opnieuw automatisch opstart.
De 'stop' temperatuur geeft aan vanaf welke waarde boven de ingestelde
doeltemperatuur de kachel zichzelf uitschakelt.
Om te veelvuldig starten / stoppen te voorkomen, mogen de temperatuurlimieten niet te dicht bij elkaar worden
ingesteld.
De kachel moet minstens een uur lang kunnen branden om de werktemperatuur te bereiken.
Als instelling adviseren wij een herstarttemperatuur van 0,5°C en een uitschakeltemperatuur van 1,0°C.
3.1.5.6. Externe thermostaat
De kachel kan (optioneel) worden
bediend via een externe thermostaat.
Verbind hiervoor het contact van de
thermostaat met de ingang 'I03' & 'GND'
op het moederbord.
De 2-pins connector is beschikbaar als
optie.
(Artikelnummer 728151)
De externe thermostaat moet dan
worden geactiveerd in het menu
Instellingen / Externe thermostaat.
De indicator 'Extern contact' geeft aan of de externe
thermostaat AAN of UIT is geschakeld.
De kachel start / stopt met een vertraging van 10 seconden.
11
3.1.5.7. Schermopties
De volgende weergaveopties kunnen worden geconfigureerd.
Bepaalt de helderheid van het
display tijdens de bediening van
de gebruiker en in stand-by stand.
Als het display gedurende 30
seconden niet gebruikt wordt,
schakelt het display over naar de
instelling van de stand-by modus.
In het geval van meervoudige
selectie, wordt de selectie
afwisselend weergegeven.
Om ervoor te zorgen dat er geen
ongewenste functies worden ge-
start bij het schoonmaken van het
display, drukt u op 'Start'.
Het display wordt gedurende
30 seconden uitgeschakeld.
3.1.5.8. Temperatuurschaal
Selecteer de eenheid van de temperatuurindicator.
'°Celsius' of '°Fahrenheit'
3.1.5.9. Luidspreker
Selecteer het geluidsvolume voor het knopgeluid en
voor de signaaltoon van waarschuwingen en foutmeldingen.
3.1.5.10. Manuele toevoer
1. Zorg dat het deksel van de pellettank gesloten is.
2. Open en sluit de deur van de vuurhaard om de kachel in de status
'Firewood start I' te brengen. Na ongeveer 90 seconden is de
autoclean gesloten.
3. De reductiemotor kan nu manueel draaien door op TOEVOER te
drukken.
Als de pellettoevoerschroef leeg is, kan het vullen tot 5 minuten duren.
3.1.5.11. Tijd tot volgend onderhoud
De resterende tijd (brandtijd in uren) tot het volgende onderhoud wordt
weergegeven.
12
Wanneer de service uren verstreken zijn, wordt een waarschuwing weergegeven. De kachel kan nog steeds
worden gebruikt, maar een onderhoud door een getrainde onderhoudsmonteur is dringend aanbevolen.
3.1.5.12. Service menu
Deze instellingen zijn alleen toegankelijk voor getrainde onderhoudsmonteurs.
3.1.5.13. Schermvergrendeling
Om de toegang tot bepaalde functies te beperken, selecteert u de
bijbehorende vergrendelingsstatus.
LAAG
Lage vergrendelingsstatus. Menufuncties zijn uitgeschakeld. De
warmteafgifte kan niet meer worden gewijzigd. De kachel kan echter wel
worden gestart / gestopt.
HOOG
Vergrendeling van de hele kachel. Starten / stoppen is niet langer mogelijk.
Als u de vergrendeling wilt annuleren keert u terug naar de instelling 'Schermvergrendeling' en schakelt u de
functie uit.
3.1.5.14. Taal
Selecteer de gewenste taal.
Na bevestiging wordt het display opnieuw gestart.
3.1.5.15. Info
De versienummers van de afzonderlijke componenten worden
weergegeven.
Als een service zal plaatsvinden, houd dan de correcte softwareversie
en kacheltype klaar
3.1.6. Statistieken
Statistische gegevens worden weergegeven in de
verwarmingsstatistieken. Ze kunnen voor verschillende tijdsperioden
worden weergegeven.
OPGELET:
Het verbruik en de bedrijfsuren worden alleen bijgehouden als het
toestel in pellet mode werkt.
3.1.7. Tips
Hier vindt u enkele 'Tips' voor het bedienen van uw kachel.
13
3.2. Bediening via de bedieningsknop
In plaats van het touchscreen kan de kachel ook worden bediend met behulp van de bedieningsknop.
Belangrijke informatie: Als de bedieningsknop niet reageert, ga dan naar de instellingen voor 'Bluetooth-
apparaten' en controleer of de AUSTROFLAMM-bedieningsknop is gekoppeld. Als dat niet het geval is, gaat u
verder in overeenstemming met de instructies onder 'Bluetooth-apparaten toevoegen'.
Functies:
DRUKKEN & DRAAIEN
Kort drukken
Door kort op de bedieningsknop te
drukken, kunt u schakelen tussen
de schermweergaven 'Vermogen'
en 'Omgevingstemperatuur'.
Als de bedieningsknop wordt ingedrukt in een van de instelmenu's of tijdens de slaapstand, schakelt het display
altijd naar het scherm 'Omgevingstemperatuur'.
Lang drukken
Door lang op de bedieningsknop
te drukken zal een aftelling
verschijnen voordat de kachel is
GESTART of GESTOPT.
De bedieningsknop draaien
Door aan de bedieningsknop te
draaien kan u, afhankelijk van de
geselecteerde weergave, de
OMGEVINGSTEMPERATUUR of
het VERMOGEN van het
het toestel instellen.
14
3.3. Bediening via de infrarood afstandsbediening (optioneel)
Een infrarood afstandsbediening is beschikbaar als optie. De volgende functies kunnen ermee worden bediend.
Zorg ervoor dat er een onbelemmerde gezichtslijn is tussen de afstandsbediening en het bedieningspaneel.
ON/OFF
Power UP
Power DOWN
Desired temperature UP
Desired temperature DOWN
3.4. Bediening via de 'Austroflamm PelletControl' app
Voor installatie en configuratie van de verbinding
raadpleegt u de handleiding van de wifi module of volgt u
de installatie-instructies op de app.
Download hier de 'Austroflamm PelletControl' app en start
de applicatie:
Apple iOS Google Play / Android
AAN/UIT
Vermogen +
Vermogen -
Omgevingstemperatuur +
Omgevingstemperatuur -
15
4. Werking van het toestel
4.1. Werkingsdiagram
Pellet mode
Firewood ember
mainten.
No ignition
16
4.2. Pellet mode
4.2.1. Opstart
De kachel kan worden gestart door op de start / stop-knop te drukken.
Het toestel kan ook via de optionele afstandsbediening gestart worden of via de app.
De opstart is verdeeld in verschillende fases. Deze worden weergegeven op het display.
De opstart kan worden geannuleerd door nogmaals op de start / stop-knop te drukken.
Er verschijnt dan wel een foutmelding 'E102' wanneer de opstart wordt onderbroken.
4.2.2. Werking pellet mode
In pellet mode worden de pellethoeveelheid en verbrandingslucht geregeld in functie van
het ingestelde vermogen.
De gewenste omgevingstemperatuur kan worden ingesteld op het display. Zodra deze
temperatuur is bereikt, moduleert de kachel automatisch naar het laagste vermogen en
schakelt UIT indien de ECO MODUS is ingeschakeld. (Zie Instellingen / Eco modus)
Als u op de 'STOP' knop drukt, schakelt de kachel over naar de burn-out- of cooling-down-
fase.
De actuele omgevingstemperatuur wordt gemeten met behulp van de bedrade temperatuursensor aan de
achterkant van het apparaat.
In pellet mode wordt een fluctuerende schoorsteentrek of toenemende vervuiling van de rookgasdoorgangen
automatisch gecompenseerd door de rookgasventilator. Een foutmelding wordt alleen in extreme gevallen
weergegeven.
Als de deur tijdens de pellet mode wordt geopend, hout bijgevuld is en de deur opnieuw is gesloten, schakelt
het systeem over naar de werkingsfase 'Hybride start'.
4.2.3. Hybride start
In de hybride start fase blijft de pellettoevoer doorgaan op laag vermogen en de secundaire
luchtregeling gaat open. Hierdoor zal het hout ontbranden.
BELANGRIJK: plaats het hout schuin boven de branderpot maar zorg ervoor dat de
houtblokken de branderpot niet volledig afdekken.
Na een paar minuten zal het toestel overgaan naar 'Hout start I'.
Als de deur tijdens 'Hybride start' wordt geopend en gesloten en vervolgens op het display
'NEE' wordt getikt, schakelt de kachel terug over naar pellet mode.
4.3. Hout mode
Vermogen instelling hoeveelheid hout
Het ingestelde vermogen zal het verbrandingsproces uiteraard beïnvloeden.Om een optimale verbranding te
verzekeren moet de vermogen instelling overeenkomen met de hoeveelheid hout die verbrand wordt.
Vermogen 1: geen vlam meer, enkel gloeiende kolen
Vermogen 2: +/- 1.0 kg hout
Vermogen 3: +/- 1.4 kg hout
Vermogen 4: +/- 1.7 kg hout
Vermogen 5: +/- 2.0 kg hout
17
4.3.1. Hout start I
Na de 'Hybride start' fase zal het toestel overgaan naar de 'Hout start I' fase. In deze fase
blijft de klep van de branderpot dicht en stopt de pellettoevoer. De overblijvende pellets
worden nu verbrand.
Als de deur geopend wordt in OFF stand en u de vraag 'Hebt u hout bijgevuld'? met JA
beantwoord hebt zal het toestel automatisch beginnen met 'Hout start I'.
Het is de bedoeling om het hout nu aan te steken zoals een traditionele houtkachel (met
aanmaakhout en Fero Lighters).
In deze fase staan primaire en secundaire lucht volledig open en de rookgasventilator
draait op de ingestelde snelheid.
Nadat de ingestelde rookgastemperatuur bereikt is en de vaste tijd (5 min) verlopen is zal
het toestel overgaan naar ‘Hout start II‘.
Indien er geen stijging van de rookgastemperatuur wordt vastgesteld gaat het toestel in
OFF stand. Het toestel onthoud wel dat er hout in de verbrandingskamer ligt (een klein
groen icoontje verschijnt op het display). Na de volgende opstart in pellet mode zal het
toestel overgaan naar 'Hybride start'.
4.3.2. Hout start II
In deze fase is de primaire lucht gesloten en moet een bepaalde rookgastemperatuur
bereikt worden (afhankelijk van het ingestelde vermogen). Zodra deze temperatuur bereikt
is of de ingestelde tijd verlopen is gaat het toestel over naar 'Hout mode'.
4.3.3. Hout mode
In deze fase regelt het toestel automatisch de houtverbranding.
Afhankelijk van het ingestelde vermogen zal het toestel proberen om de specifieke
rookgastemperatuur voor dat vermogen te bereiken. Indien deze rookgastemperatuur niet
bereikt kan worden zal het toestel automatisch het vermogen met 1 stap verminderen (dit
is niet zichtbaar op het display). Dit zorgt voor een optimale verbranding en zullen de
gloeiende kolen zo lang mogelijk behouden worden tijdens het verbrandingsproces.
Vermogen 1 wordt niet aanbevolen als er hout bijgevuld wordt.
Dit vermogen is uitsluitend bedoeld om de gloeinde kolen zo lang mogelijk warm te
houden.
Als u het vermogen op het display wijzigt, wordt de verbrandingsregeling teruggezet naar
de standaardinstelling.
Als de deur van de verbrandingskamer opnieuw wordt geopend en gesloten, verschijnt de
vraag 'Hebt u hout bijgevuld?' opnieuw.
Indien u 'JA' antwoord gaat het toestel terug naar 'Hout start II'.
Dit zorgt voor het ontvlammen van het het nieuwe brandhout.
Indien u 'NEEN' antwoord blijft het toestel in hout mode.
De automatische regeling van houtverbranding gaat gewoon door.
Als er geen brandhout wordt geplaatst, schakelt de kachel uiteindelijk automatisch over op
burn-out en cooling down.
Als de kachel op dit moment nog steeds op ON staat maar de omgevingstemperatuur nog niet is
bereikt, start de kachel automatisch opnieuw in pellet mode.
18
4.3.4. Hout mode in geval van een stroomonderbreking
In geval van een stroomonderbreking kan het toestel gebruikt worden in hout mode, zonder elektriciteit. In deze
noodmodus staat de secundaire lucht volledig open. Handmatige bediening van de regeling is niet mogelijk.
OPGELET: voor niet-elektrische werking is een schoorsteentrek van minstens 12 Pa vereist.
Zorg bij het aansteken voor ruim voldoende aanmaakhout en gebruik geen al te grote stukken brandhout tijdens
de houtverbranding.
4.4. Alarmen en foutmeldingen
Alarmen worden in geel weergegeven op het bedieningspaneel. De pelletkachel kan verder gebruikt worden.
Anderzijds geeft het systeem fouten in rood weer. Dit betekent dat u de pelletkachel alleen in beperkte mate of
helemaal niet kunt bedienen.
Warning / error
Omschrijving
Oplossing
Warning A001
Pelletniveau laag
Vul pellets bij en reset de autonomie (VOL)
Warning A002
Service uren zijn verstreken
Laat een onderhoud uitvoeren door een
onderhoudstechnicus.
Warning A003
Rookgastemperatuur
waarschuwing
Pre alarm oververhitting rookgassen. Reinig het
rookkanaal, laat een onderhoud van het toestel
uitvoeren (zeker ook rookgasventilator nakijken).
Warning A004
Batterij laag
Vervang de batterij (CR2032)
op het moederbord.
Warning A006
Deur open
Sluit de deur.
Warning A007
Drukregelaar probleem
Kijk de luchttoevoer na,
contacteer een technieker.
Error E002
Infrarood communicatie fout
De infrarood sensor werkt niet,
contacteer een technieker.
Error E004
Communicatie probleem
Communicatie probleem tussen moederbord en
display,
kijk na of de kabel goed aangesloten is of niet
beschadigd is.
Error E101
Opstart mislukt
Reinig de branderpot, kijk na of deze goed geplaatst
is en herstart het toestel. Als het probleem
aanhoudt, contacteer een technieker.
Error E102
Negatieve druk te laag
Mogelijke oorzaken:
1. De opstartfase is manueel onderbroken.
2. Luchttoevoer, branderpot, rookkanaal, rookgas-
passages in het toestel of
rookgasventilator vuil.
Error E107
Vlamvoeler fout
De vlamvoeler (T04) is defect of slecht verbonden.
Contacteer een technieker.
Error E108
Oververhitting structuur
I01 error
De bulbethermostaat moet gereset worden(STB) of
het vuldeksel was langer dan 2 min open.
Reset de fout en herstart het toestel. Als het
probleem aanhoudt, contacteer een technieker.
Error E109
Autoclean contact
I02 error
Autoclean contact werkt niet correct.
Contacteer een technieker.
Error E110
Sensor
omgevingstemperatuur
De omgevingstemperatuur sensor is defect.
Contacteer een service technieker.
Error E113
Oververhitting
rookgastemperatuur
Rookgasventilator, rookgaspassages in het toestel
en het rookkanaal moeten gereinigd worden.
Error E114
Temperatuur in de
verbrandingskamer te laag
Mogelijke oorzaken:
1. Gemiste opstart (branderpot legen / reinigen en
opnieuw opstarten)
2. Pellet tank leeg (vul pellets bij).
Error E115
Algemene fout
Contacteer een technieker.
19
4.4.1. Resetten van alarmen en foutmeldingen
In geval van een alarm of fout wordt een gele of rode waarschuwing weergegeven met een beschrijving.
Om het alarm te sluiten, druk .
Het scherm sluiten reset het alarm niet.
Om het alarm te resetten moet het probleem eerst opgelost worden.
Het toestel kan verder gebruikt worden.
Om de fout te sluiten, druk .
Het scherm sluiten reset de fout niet.
Om de fout te resetten moet het probleem eerst opgelost worden.
Het toestel kan niet meer gebruikt worden.
4.4.2. Veiligheid oververhitting
Op de achterzijde van het toestel zit de reset van de bulbethermostaat. De bulbethermostaat schakelt het
toestel uit bij oververhitting. In dat geval, zoek de reden van de oververhitting en herstel de oorzaak.
Voer daarna (als het toestel afgekoeld is) een manuele reset van de bulbethermostaat uit. Dit doe je door het
knopje dat onder het plastic dopje zit volledig in te drukken.
Reset bulbethermostaat
20
5. Reiniging en onderhoud
Omdat de reinigingsintervallen sterk afhankelijk zijn van de installatie en de werkingsuren, kunnen de tijden in
de volgende tabel alleen als referentiewaarden worden beschouwd. In principe moeten alle volgende
componenten worden gereinigd, afhankelijk van de mate van vervuiling.
De jaarlijkse service moet worden uitgevoerd door een gecertificeerde servicemonteur. Een onderhoud moet
uiterlijk om de 1560 uren worden uitgevoerd.
Het glas reinigen
Na ongeveer 15 werkuren
Visuele inspectie van de autoclean, verwijder alle assen
Na ongeveer 23 dagen
Asbak legen en verbrandingskamer reinigen
Wekelijks
Reinigen van de rookgaspassages
Jaarlijks of als de service uren
verstreken zijn
Reinigen van de valbuis en pellettank
Jaarlijks of als de pellettoevoer
duidelijk verstopt zit
Batterij vervangen
2 jaar
Controle van alle dichtingen (deur, warmtewisselaar, asbak,
vuldeksel, ...); vervang indien nodig
Jaarlijks
Reinigen van het rookkanaal door een schouwveger
Minimum 1x per jaar
5.1. Reinigen van de rookgaspassages
a)
b)
21
Tip hazard
c)
d)
e)
22
5.2. Afstellen van de deur
a)
b)
c)
d)
23
5.3. Afstellen van de deur van de asbak
6. Vervangen van de batterij op het moederbord
Tijdens een stroomuitval of stroomonderbreking schakelt het moederbord over naar de interne batterijvoeding.
De opslagbatterij levert voeding aan de interne klok en het interne geheugen van de microprocessor.
Als de batterij leeg is, functioneert de besturingseenheid normaal zolang de netspanning is aangesloten. Als er
een stroomstoring is, stopt de interne klok en wordt de bedrijfsfase niet langer opgeslagen. Na herstel van de
stroomtoevoer wordt de klok gereset en blijft de besturingseenheid in de UIT-fase.
Zo vervangt u de batterij (ongeveer elke 2 jaar):
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. De batterij bevindt zich op het moederbord. Om dit te doen, moet u eerst het rechter frontpaneel
van de kachel verwijderen.
3. Gebruik een geïsoleerde tang of vergelijkbaar gereedschap om de oude batterij uit de houder te
verwijderen. Zorg ervoor dat u de contacten van de batterijhouder niet buigt.
4. Plaats de nieuwe batterij en let op de juiste polariteit
5. Sluit de netvoeding opnieuw aan.
Vervangen van de batterij
-
+
Batterij
CR2032
24
7. Garantievoorwaarden
Voor uw AUSTROFLAMM pelletkachel garanderen wij de perfecte werking van de structuur gedurende 6 jaar
en 2 jaar voor alle verdere componenten van staal en gietijzer, vanaf de datum van eerste aankoop. Delen van
staal of gietijzer waarvan is aangetoond dat ze materiaal- of fabricagefouten vertonen, worden vervangen door
nieuwe onderdelen.
We bieden geen garantie op slijtageonderdelen (bijvoorbeeld: Keramott stenen, dichtingen, autoclean
rooster, branderpot en alle elektrische en elektronische onderdelen), oppervlaktecoatings, verf, glas en
keramiek.
De voorwaarden voor onze garantiedekking zijn:
1. Uw AUSTROFLAMM pelletkachel is bediend en onderhouden in overeenstemming met de
gebruiksinstructies en is geïnstalleerd en in gebruik genomen door een onderhoudstechnicus (het
inbedrijfstellingsrapport moet uiterlijk een maand na ingebruikname door Austroflamm zijn ontvangen).
2. Een garantieclaim wordt ingediend door de factuur en het serienummer aan een AUSTROFLAMM-dealer te
bezorgen.
BELANGRIJK: Onze garantiedekking omvat gratis levering van de nieuwe onderdelen. Arbeidstijden en
reistijden zijn niet inbegrepen. Een ongerechtvaardigde claim voor garantiedekking wordt aan de gebruiker in
rekening gebracht.
8. Elektrisch schema
1.
Deur contact switch
2.
Controlesignaal voor motor secundaire lucht
3.
Encoder rookgasventilator
4.
Externe thermostaat (optioneel)
5.
Omgevingstemperatuursensor
6.
Vlamvoeler
7.
Differentiaaldrukmeting
8.
Bougie
9.
Rookgasventilator
10.
Convectieventilator (optioneel)
11.
Reductiemotor
12.
Belimo autoclean
13.
Bulbethermostaat (STB)
14.
Contact van het vuldeksel
15.
Autoclean contact
Belangrijke informatie: Reparaties aan uw pelletkachel mogen alleen worden uitgevoerd door specialisten
die door de fabrikant zijn opgeleid.
25
9. Technische gegevens
Nominaal nuttig vermogen (NWL)
9,4 kW
Minimaal nuttig vermogen (TL)
2,8 kW
Verwarmingscapaciteit
114 305 m³
Rendement
>90%
CO-gehalte bij NWL
250 mg/Nm³
CO-gehalte bij TL
XX mg/Nm³
Rookgastemperatuur bij NWL
183 °C
Rookgastemperatuur bij TL
94 °C
Rookgasmassadebiet bij NWL
5,6 g/s
Rookgasmassadebiet bij TL
3,8 g/s
Minimum schouwtrek
12 Pa
Capaciteit reservoir
34 kg / 53 l
Min./max pellet verbruik
0.6 2.1 kg/h
Min./max autonomie
17 56 h
Aansluiting externe lucht Ø
125 mm
Rookgasuitgang Ø
130 mm
Elektr. verbruik bij opstart
300 W
Elektr. verbruik tijdens werking
30 W
Spanning / stroomfrequentie
230 V / 50 Hz
Afmetingen
H x W x D
1147 x 862 x 523 mm
Gewicht
272 kg
Minimum afstand
vanaf de
zijkanten
(nis)
100 mm
vanaf de
zijkanten
(muur)
100 mm
vanaf de
achterkant
130 mm
vanaf de
voorkant
1000 mm
Temperatuur limieten
0 40°C
Relatieve vochtigheid
Zonder condensatie
26
Austroflamm GmbH, Austroflamm Platz 1, 4631 Krenglbach, Austria, Stand 11/2018
8


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Austroflamm Mo Duo at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Austroflamm Mo Duo in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,58 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Austroflamm Mo Duo

Austroflamm Mo Duo User Manual - English, German, French - 104 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info