Temperatuurinstelling en andere functies
Deze lamp geeft de status weer van het
diepvriescompartiment.
" Als voor het eerst wordt opgestart of na een
stroomonderbreking zal, 2 (Normaal) branden.
" Door te drukken op de knop zal de tem-
peratuurinstelling van 2 (Normaal) achtereen-
volgens verder lopen ➔ (Normaal/Krachtig)
➔ 3 (Krachtig) ➔ (Krachtigst) ➔ 1 (Zwak) ➔
(Zwak/Normaal).
" Over het algemeen is stand 2 (Normaal) vol-
doende voor het bewaren van voedsel.
Kies anders tussen de standen 1 (Zwak),
(Zwak/Normaal), (Normaal/Krachtig), 3
(Krachtig) of (Krachtigst), afhankelijk van de
te bewaren hoeveelheid en de frequentie
van het inbrengen van voedsel.
Deze lamp geeft de status weer van het
koelkastcompartiment.
" Als voor het eerst wordt opgestart of na een
stroomonderbreking, zal 2 (Normaal) branden.
" Door te drukken op de knop zal de tem-
peratuurinstelling van 2 (Normaal)
achtereenvolgens verder lopen ➔
(Normaal/Krachtig) ➔ 3 (Krachtig) ➔
(Krachtigst) ➔ 1 (Zwak) ➔ (Zwak/Normaal).
Deze lamp geeft aan dat de functie ‘snel invriezen’
werkzaam is. De functie ‘snel invriezen’ wordt
gebruikt om voedsel in te vriezen of om sneller
ijs te maken in het diepvriescompartiment.
" Een druk op de knop schakelt de functie
‘snel invriezen’ in, waarbij de lamp oplicht.
" Elke volgende druk op de knop schakelt deze
functie afwisselend uit of weer in.
" De functie ‘snel invriezen’ wordt na enige tijd
automatisch uitgeschakeld, ook als u niet
ingrijpt.
Deze lamp geeft aan welke keuze er is gemaakt
voor water of ijs.
" Bij het opstarten of na een stroomonder-
breking, zal het pictogram branden.
" Met de knop kan u kiezen tussen
gemalen ijs, gekoeld water of ijsblokjes.
Temperatuurinstel-
ling van het
diepvriesgedeelte
Temperatuurinstel-
ling van het
koelkastgedeelte
Snel invriezen
Keuze van de
dispenserfuncties
Bediening
94
Lage temperatuur
(Om voedsel kouder
te maken)
Hogere temperatuur
(Als het voedsel
ingevroren is)
•
Stel op het bedieningspaneel de temperatuur voor elk compartiment in op de gewenste
waarde, omdat de binnentemperatuur varieert met de omgevingstemperatuur. De binnen-
temperatuur wordt het laagst op stand 3.
• Verwijder de beschermende kleeffolie van het bedieningspaneel om het oppervlak en
de lampjes duidelijker te zien.
OPMERKING
Lage temperatuur
(Waarbij
diepgevroren voed-
sel ontdooit)
Hogere temperatuur
(Waarbij het voedsel
zeer snel ontdooid)
" Over het algemeen is stand 2 (Normaal) voldoende voor het bewaren van voedsel. Kies
anders tussen de standen 1 (Zwak), (Zwak/Normaal), (Normaal/Krachtig), 3 (Krachtig)
of (Krachtigst), afhankelijk van de te bewaren hoeveelheid en de frequentie van het
inbrengen van voedsel.