11
BEDIENING WOKBRANDER
ontsteken en instellen
10
VEILIGHEID
waar u op moet letten
Plaatsen van branderdelen en pandrager
– De wokbrander kan alleen goed functioneren wanneer de
branderdelen en pandrager juist gepositioneerd zijn.
Droogkoken
– Let op dat de pan niet droogkookt. Schade ontstaan door
droogkoken valt buiten de garantie.
Glasplaat
– De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp op
zou vallen, kan er een breuk ontstaan.
– Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
Tijdens gebruik van inductiekookzones
– Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere standen.
Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge stand heeft
ingesteld.
– Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan.
Hoewel de kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan
zeer heet en bestaat de kans dat deze beschadigd raakt.
– Houd tijdens het gebruik van de kookplaat magnetiseerbare
voorwerpen (creditcards, bankpasjes, diskettes, horloges e.d.) uit de
buurt van het toestel. Wij adviseren pacemaker-dragers om eerst de
hartspecialist te raadplegen.
– Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
– Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrommels,
deksels van pannen of bestek op de inductie kookzone. Deze kunnen
zeer snel heet worden en brandwonden veroorzaken.
De wokbrander kan traploos worden geregeld tussen vol- en kleinstand.
Bediening
Druk de bedieningsknop in en draai hem linksom.
De brander ontsteekt.
Voor de toestellen met vlambeveiliging moet u de bedieningsknop
ongeveer 3 seconden ingedrukt houden om de vlambeveiliging in te
schakelen.