NL 11
bediening
inschakelen
introductie
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte-
indicatie, kookwekker, kinderslot, automatische
kookduurbegrenzing, twee snelkeuzetoetsen en
1 programmageheugen per zone. Op deze en de volgende
pagina's kunt u lezen hoe u gebruik maakt van deze
voorzieningen.
inschakelen
1 Zet een pan op een kookzone.
2 Druk op de aan/uit toets.
In het display verschijnt een liggend streepje. Indien na
het inschakelen van de zone geen kookstand wordt
gekozen schakelt de zone terug naar 'standby'.
vermogen instellen
1 Druk op de + of – toets.
De kookplaat stelt zich direct in op stand 1.
2 Stel een hogere of lagere stand in door nog een keer op
de + of – toetsen te drukken.
snelkeuzetoets
1 Druk op de snelkeuzetoetsen of .
De kookplaat stelt zich direct in op de stand 1 ( ), of
stand 3 ( ).
De gekozen stand wordt continu weergegeven als er een
pan op de kookzone staat.
De gekozen stand knippert als er geen pan op de kookzone
staat. Het aantal stappen dat gemaakt wordt bij iedere
indrukking van een snelstaptoets is 3, behalve hele lage en
hoge standen.
wokken
Stand 11 is tevens de 'wok' voorkeurstand. Het indicatie-
lampje 'wok' licht op. Dit geldt alleen voor de kookzone
rechtsvoor. Er mogen echter ook andere standen of kook-
zones worden gebruikt. Heeft u bijvoorbeeld een gietijzeren
wokpan met een kleine bodem, en laat de ruimte het toe,
dan kan ook de kookzone linksachter worden gebruikt.
aan/uit toets
Gebruik de juiste pan.
Zie hoofdstuk
'pannen' op de
pagina's 9 en 10.
hoger
snelkeuzetoetsen
vermogen instellen
lager